beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer : 200.183.207/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 1 februari 2016
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
H.P.L. METALS B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. P.D. Oldenen
mr. R.J. van Galen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DELCO PARTICIPATION B.V.,
gevestigd te Oisterwijk,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SVO COMPANY B.V.,
gevestigd te Oisterwijk,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. W.H.A.M. van den Muijsenberghen
mr. J. van der Kraan, beiden kantoorhoudende te Rotterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Verzoekster, verweerster en belanghebbende worden hierna respectievelijk aangeduid met HPL, Delco en SVO.
1.2 HPL heeft bij op 6 januari 2016 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Delco. Daarbij heeft zij tevens verzocht – zakelijk weergegeven – bij wijze van onmiddellijke voorzieningen SVO en [A] (hierna: [A] ) te bevelen (i) de brief van Loyens & Loeff van 22 december 2015 aan het advocatenkantoor F. Zimmern & Co te Hong Kong (hierna: Zimmern) in te trekken door het schrijven van een brief aan Zimmern conform het in het verzoekschrift opgenomen concept, (ii) zich voor de duur van de enquêteprocedure te onthouden van elke inmenging in de relatie tussen Delco en Zimmern althans een namens Delco door HPL geïnstrueerde advocaat die Delco in de in Hong Kong aanhangige procedures vertegenwoordigt en (iii) zich voor de duur van de enquêteprocedure te onthouden van elke gedraging waarvan redelijkerwijs moet worden aangenomen dat die de uitkomst van de Hong Kong procedures negatief kan beïnvloeden, een en ander op straffe van een dwangsom. Ten slotte heeft HPL verzocht Delco te veroordelen in de proceskosten.
1.3 SVO heeft bij op 18 januari 2016 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift/verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht HPL niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek, dan wel dit verzoek af te wijzen. Harerzijds heeft zij – op andere gronden – de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Delco vanaf 1 januari 2012. Daarnaast heeft zij verzocht – zakelijk weergegeven – bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het onderzoek HPL te schorsen als bestuurder van Delco, subsidiair een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Delco, de aandelen van HPL in het kapitaal van Delco over te dragen aan SVO dan wel aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder, subsidiair de stemrechten verbonden aan de aandelen van HPL in Delco te schorsen, en voorts HPL een aantal in het verweerschrift/verzoekschrift nader omschreven bevelen te geven, versterkt met een dwangsom, die ertoe strekken dat HPL en [B] (hierna: [B] ) zich zullen onthouden van verdere inmenging in de aangelegenheden van Delco, in het bijzonder waar het gaat om de relatie met HWH/ [C] en de incasso van vorderingen op HPW/ [C] , en HPL en [B] te veroordelen tot betalen van de kosten van door hen zonder overleg met SVO namens Delco ingeschakelde advocaten en/of adviseurs, dan wel een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer aangewezen acht. Ten slotte heeft SVO verzocht Delco te veroordelen in de kosten van het geding.
1.4 De verzoeken zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 28 januari 2016. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen en wat mrs. Olden en Van Galen betreft onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt. Ter terechtzitting heeft SVO haar verzoek HPL te schorsen als bestuurder ingetrokken.
2 De feiten
2.1Delco is opgericht op 2 november 2000. HPL en SVO houden elk 50% van de aandelen in het geplaatste kapitaal van Delco. Zij vormen samen het bestuur van Delco en zijn als bestuurders gezamenlijk bevoegd Delco te vertegenwoordigen. [B] is enig bestuurder van HPL, [A] is enig bestuurder van SVO.
2.2De aandelen in HPL en SVO zijn gecertificeerd. Houdster van de aandelen HPL is de Stichting Beheer Aandelen H.P.L. Metals, waarvan [B] bestuurder is. Houdster van de aandelen SVO is de Stichting Administratiekantoor Cost, waarvan [A] bestuurder is. [B] is economisch gerechtigde tot HPL; [A] is economisch gerechtigde tot SVO.
2.3Delco is een houdstermaatschappij van ondernemingen die zich bezig houden met de handel in recyclebare metalen. Zij is met name actief in de Volksrepubliek China.
2.4In 1999 hebben [B] , [A] en [C] (hierna: [C] ), woonachtig in China, een joint-venture opgericht. Dit was een rechtsvoorganger van de vennootschap Chiho-Tiande Group Limited (een vennootschap naar het recht van de Kaaiman eilanden, hierna: CT). Delco hield 50% van de aandelen CT, de andere 50% werd gehouden door HWH Holdings Inc. (een vennootschap naar het recht van de Britse Maagdeneilanden, hierna: HWH), waarvan [C] enig aandeelhouder en enig bestuurder is.
2.5In juli 2010 verkreeg CT een notering aan de beurs van Hong Kong. [C] was vanaf de beursgang tot 29 april 2015 Chairman of the Board van CT en hij was tot 4 januari 2016 CEO van CT. [A] was tot 12 maart 2015 bestuurder van CT.
2.6CT beschrijft haar activiteiten op haar website aldus:
“[
CT] (…)
is a recycler specialized in Mixed Metal Scrap recycling, disassembling and processing, and resource recycling. Our group is the largest Mixed Metal Scrap recycler in China in terms of the total import volume for Mixed Metal Scrap approved by the MEP and the actual import volume of Mixed Metal Scrap, and also the largest importer of Mixed Metal Scrap for importing, recycling, reusing and processing.”
2.7Delco en HWH hebben voorafgaand aan de beursgang van CT Green Elite Ltd. opgericht (een vennootschap naar het recht van de Britse Maagdeneilanden, hierna: Green Elite), waarin zij elk 50% van de aandelen houden. De bedoeling was dat Green Elite een werknemersparticipatieplan ten behoeve van werknemers van CT zou gaan uitvoeren. Daartoe hebben Delco en HWH elk 30.000.000 aandelen in het kapitaal van CT overgedragen aan Green Elite.
2.8Delco houdt thans geen aandelen meer in CT. Zij heeft haar aandelen in 2012, 2014 en 2015 verkocht aan diverse investeerders. Een klein aandelenbelang van circa 1% is verkocht aan HWH.
2.9De opbrengst van de aandelenverkoop in 2012 heeft Delco aangewend ter verwerving van een door CT uitgegeven Convertible Bond met een hoofdsom van HKD 312 miljoen, met oorspronkelijke aflossingsdatum maart 2015. Deze Convertible Bond is nadien omgezet in een lening, af te lossen in termijnen tot 2017, waarbij het conversierecht is komen te vervallen.
2.1HPL heeft namens Delco opdracht gegeven aan Zimmern een aantal geldvorderingen op CT, HWH dan wel [C] te incasseren. Zimmern heeft in december 2015 bij de High Court van Hong Kong een tweetal procedures aanhangig gemaakt, te weten een procedure tegen CT terzake van een intercompany-vordering ad pro resto HKD 57.827.118 en een procedure tegen HWH terzake van de onbetaald gebleven koopprijs voor de aandelen CT die Delco in 2012 aan HWH heeft verkocht ad HKD 41.900.000.
2.11Op 11 december 2015 verleende de High Court van Hong Kong in de procedure tegen HWH een “Injunction Order” waarbij HWH, kort gezegd, werd verboden gelden tot een bedrag van HKD 41.900.000 buiten Hong Kong te brengen. Op 18 december 2015 vond een zitting plaats naar aanleiding van de Injunction Order. De High Court heeft de Injunction Order toen opgeheven onder voorwaarde dat HWH genoemd bedrag in deposito zou storten.
2.12Bij e-mail van 19 december 2015 heeft Daisy Yu van CT bij [A] geïnformeerd of hij Zimmern had ingeschakeld om CT namens Delco aan te schrijven. Bij e-mailbericht van diezelfde datum heeft [A] aan Daisy Yu bericht dat hij vernomen had dat Zimmern en Monckton Chambers, een door [B] ingeschakeld Engelse advocatenkantoor, diverse brieven hadden verstuurd aan CT. Hij voegde een verklaring bij ten behoeve van de CEO van CT, met de volgende tekst:
“
The board of [Delco] became aware of the fact that [Zimmern] and Monckton Chambers (…) pretend that they act on behalf of Delco.
Please note that the board of Delco did not discuss (let alone agree) that Zimmern and Monckton should act on behalf of Delco. Apparently mr [B] has instructed them, but hereby I inform you that Mr [B] just acted solely, without consulting me.
In the meantime I have informed both Zimmern and Monckton Chambers that they were not properly instructed to act on behalf of Delco and I have ordered them, in my capacity as co-director of Delco, to stop acting on behalf of Delco with immediate effect.
I regret the inconvenience that the actions of Zimmern and Monckton Chambers may have caused for you.”
2.13In een e-mail van 19 december 2015 van [A] aan [B] heeft [A] onder meer geschreven:
“
Ik stuurde vandaag een aantal mails naar Zimmern en Monckton Chambers, waarin ik hen laat weten dat zij hun optreden namens Delco onmiddellijk dienen te staken. Deze brieven tref je aan in de bijlagen. Ook heb ik CT ingelicht hierover.”
Als bijlage bij een e-mailbericht van 20 december 2015 van [A] aan [B] , is de tekst van een e-mailbericht van [A] aan Zimmern gevoegd, waarin [A] – zakelijk weergegeven – schreef dat binnen Delco geen bestuursbesluit was genomen om Zimmern te instrueren namens haar op te treden, dat de instructie die kennelijk door [B] was gegeven onbevoegd is gegeven en dat [A] in zijn hoedanigheid van bestuurder van Delco Zimmern sommeert haar optreden namens Delco te staken en alle betrokken partijen te informeren dat zij ten onrechte namens Delco heeft gehandeld.
2.14Bij brief van 22 december 2015 hebben de advocaten van [A] Zimmern onder meer geschreven:
“
Hereby we put you on notice of the following: The board of Delco did never discuss (let alone agree) that Zimmern schould be instructed to act on behalf of Delco. We suppose that Mr [B] contacted Zimmern. However, a board resolution to instruct your firm to act on behalf of Delco was never taken by the Delco board. Since no prior consultation with Mr [A] has taken place, Mr [B] acts in violation of Dutch company law, as he was not authorized to instruct Zimmern to act on behalf of Delco.
On behalf of Mr [A] in his capacity of managing director of Delco, we hereby demandthat Zimmern must quit acting on behalf of Delco with immediate effect.”
De advocaten sommeerden Zimmern voorts alle procedures namens Delco onmiddellijk in te trekken en alle betrokken partijen – onder wie [C] en CT – te berichten dat zij was geïnstrueerd om haar handelingen namens Delco te staken en de gerechtelijke procedures onmiddellijk in te trekken.
2.15Bij brief van eveneens 22 december 2015 heeft het door CT ingeschakelde advocatenkantoor Cadwalader, Wickersham & Taft (hierna: Cadwalader) te Hong Kong Zimmern geschreven dat zij van [A] had vernomen dat een bestuursbesluit van Delco om Zimmern de bevoegdheid te geven namens Delco op te treden ontbrak. Zij verzocht bewijs dat Zimmern bevoegd was namens Delco op te treden.
2.16Op 22 december 2015 heeft HWH het onder 2.11 bedoelde bedrag van HKD 41.900.000 in deposito betaald bij de High Court van Hong Kong, tot zekerheid voor betaling van de vordering van Delco tot dat bedrag.
2.17HPL heeft bij brief van haar advocaten van 29 december 2015 aan Delco haar bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken van Delco kenbaar gemaakt. Zij heeft SVO en [A] gesommeerd binnen zeven dagen, dus uiterlijk 5 januari 2016, de brief van 22 december 2015 aan Zimmern te herroepen en schriftelijk te bevestigen dat zij zich zullen onthouden van verdere inmenging in de lopende en nog te entameren procedures in Hong Kong.
2.18Bij brief van 30 december 2015 stelde het door HWH ingeschakelde advocatenkantoor Stephenson Harwood te Hong Kong zich op het standpunt dat, gelet op de conflicterende instructies van de bestuurders van Delco, de bevoegdheid van Zimmern namens Delco op te treden ontbrak en verzocht instemming met aanhouding van de procedure tegen HWH. In de brief van Stephenson Harwood wordt verwezen naar een e-mail van 19 december 2015 van [A] aan Zimmern en naar de brief van 22 december 2015 aan de advocaten van [A] .
2.19Zimmern heeft geen gevolg gegeven aan de verzoeken en sommaties in de diverse aan haar gerichte brieven. Zij heeft in een antwoordbrief van 31 december 2015 aan de advocaten van [A] geschreven dat zij juridisch advies over het Nederlands recht had ingewonnen en dat dit inhield dat een instructie van HPL, als een van de twee directeuren van Delco, geldig was. Zij verwees de advocaten van [A] voor kwesties die het Nederlands recht betreffen verder naar de Nederlandse advocaten van [B] . In antwoordbrieven aan Cadwalader en aan Stephenson Harwood van diezelfde datum stelde zij zich op het standpunt dat het interne management van Delco CT respectievelijk HWH niet aanging (waarbij zij in de brief aan Cadwalader ten overvloede nog melding maakte van het ingewonnen advies over het Nederlands recht). In de brief aan Stephenson Harwoord meldde zij dat zij pas van de e-mail van [A] van 19 december 2015 op de hoogte is geraakt door de verwijzing daarnaar in de brief van Stephenson Harwood.
2.2In de beide lopende procedures in Hong Kong heeft Delco uitstel gevraagd en gekregen. De procedure tegen HWH staat thans op de rol van 9 februari 2016 voor Statement of Claim. In verband met het Chinese Nieuwjaar dient de Statement of Claim uiterlijk op 5 februari 2016 om 9.00 uur te zijn ingediend, bij gebreke waarvan de zekerheid vervalt.