ECLI:NL:GHAMS:2016:3015

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 juli 2016
Publicatiedatum
27 juli 2016
Zaaknummer
15/800230-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen gevangenhouding en verzoek tot schorsing voorlopige hechtenis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 juli 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 15 juni 2016. De rechtbank had een bevel tot gevangenhouding uitgesproken en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De verdachte, geboren in 1962 en thans verblijvende in het huis van bewaring P.I. Leeuwarden, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier van de rechtbank en de verklaringen van de verdachte en de advocaat-generaal.

Het hof heeft de beschikking van de rechtbank beoordeeld en is van mening dat er onvoldoende duidelijkheid is over het beroep op onherstelbaar vormverzuim dat door de raadsman is aangekondigd. Het hof oordeelt dat de omstandigheden zoals bedoeld in artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering zich niet voordoen. De verdachte heeft aanvankelijk een bekennende verklaring afgelegd en er zijn ernstige bezwaren tegen hem, gezien de hoeveelheid verdovende middelen en vuurwapens die in zijn woning zijn aangetroffen.

Het hof concludeert dat de verdachte geen openheid van zaken geeft, waardoor het moeilijk is om het recidivegevaar in te schatten. Daarom kan het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis niet worden ingewilligd. Het hof wijst het beroep tegen de bestreden beschikking af, en deze beslissing is genomen in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

15/800230-16
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1962,
wonende te [adres]
thans verblijvende in het huis van bewaring P.I. Leeuwarden EMD te Leeuwarden,
tegen de beschikking van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Haarlem van 15 juni 2016, houdende bevel tot zijn gevangenhouding en afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Noord-Holland, locatie Haarlem van 20 juni 2016, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. M.J. van Rooij.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Het hof is van oordeel dat niet op voorhand voldoende duidelijk is dat het door de raadsman aangekondigde beroep op een onherstelbaar vormverzuim gehonoreerd zal worden. Gelet hierop is het hof van oordeel dat een omstandigheid als bedoeld in artikel 67a, derde lid, Sv zich thans niet voordoet.
Gelet op de aanvankelijk bekennende verklaring van de verdachte en hetgeen in zijn woning en schuur is aangetroffen zijn ernstige bezwaren voor de onder 1 en 3 op de vordering inbewaringstelling vermelde feiten aanwezig.
Gelet de op hoeveelheid aangetroffen verdovende middelen, in combinatie met in de woning van de verdachte aangetroffen vuurwapens, is de verdenking gerechtvaardigd dat de verdachte zich vaker aan dergelijke feiten waardoor de veiligheid en gezondheid van personen in gevaar kan worden gebracht, schuldig zal maken.
Nu de verdachte geen openheid van zaken geeft is het voor het hof niet mogelijk in te schatten of het recidivegevaar voldoende kan worden ingeperkt door het stellen van voorwaarden in het kader van een schorsing van de voorlopige hechtenis. In verband daarmee dient het verzoek tot schorsing te worden afgewezen.

15.800230-16

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 13 juni 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. H.W.J. de Groot en J.H. Wesselink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van J.G.W.M. Lut als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 13 juni 2016,
de advocaat-generaal