ECLI:NL:GHAMS:2016:3009
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- J.L. Bruinsma
- H.W.J. de Groot
- J.H. Wesselink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen gevangenhouding en verzoek tot schorsing voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 juli 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, geboren in 1974 en thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 20 juni 2016, die een bevel tot gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. Jonk, gehoord.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is van mening dat de camerabeelden niet van zodanige kwaliteit zijn dat herkenning door verbalisanten die de verdachte ambtshalve kennen onmogelijk is. Daarnaast heeft het hof vastgesteld dat er voldoende ernstige bezwaren zijn, gezien de aangetroffen iPad en hoezen in de woning van de verdachte twee dagen na de inbraak. Het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis is afgewezen, omdat het hof, mede op basis van de justitiële documentatie en het reclasseringsrapport van 10 juni 2016, niet aannemelijk acht dat het recidivegevaar voldoende kan worden ingeperkt door schorsingsvoorwaarden.
De beslissing van het hof was om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis eveneens af te wijzen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer op 13 juli 2016.