ECLI:NL:GHAMS:2016:3009

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 juli 2016
Publicatiedatum
27 juli 2016
Zaaknummer
13/702072-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen gevangenhouding en verzoek tot schorsing voorlopige hechtenis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 juli 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, geboren in 1974 en thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 20 juni 2016, die een bevel tot gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. Jonk, gehoord.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is van mening dat de camerabeelden niet van zodanige kwaliteit zijn dat herkenning door verbalisanten die de verdachte ambtshalve kennen onmogelijk is. Daarnaast heeft het hof vastgesteld dat er voldoende ernstige bezwaren zijn, gezien de aangetroffen iPad en hoezen in de woning van de verdachte twee dagen na de inbraak. Het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis is afgewezen, omdat het hof, mede op basis van de justitiële documentatie en het reclasseringsrapport van 10 juni 2016, niet aannemelijk acht dat het recidivegevaar voldoende kan worden ingeperkt door schorsingsvoorwaarden.

De beslissing van het hof was om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis eveneens af te wijzen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer op 13 juli 2016.

Uitspraak

13/702072-16
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1974,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Zwaag te Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank te Amsterdam van 20 juni 2016, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdam van 23 juni 2016, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. M. Jonk.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – en de gronden waarop deze berust.
Ten aanzien van het onder 1 op de vordering inbewaringstelling genoemde feit overweegt het hof dat vooralsnog niet is gebleken dat de camerabeelden van een dusdanige kwaliteit zijn dat een herkenning door verbalisanten die de verdachte ambtshalve kennen niet mogelijk is.
Ook ten aanzien van het onder 2 op de vordering inbewaringstelling genoemde feit acht het hof voldoende ernstige bezwaren aanwezig gelet op de aangetroffen iPad en hoezen in de woning van de verdachte twee dagen na de inbraak.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis geldt dat dit verzoek moet worden afgewezen. Naar het oordeel van het hof is mede gelet op de justitiële documentatie van de verdachte en het reclasseringsrapport van 10 juni 2016 niet aannemelijk geworden dat het recidivegevaar voldoende kan worden ingeperkt door het stellen van schorsingsvoorwaarden.

13.702072-16

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 13 juli 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. H.W.J. de Groot en J.H. Wesselink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. K.D.M. de Lange als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 13 juli 2016,
de advocaat-generaal