ECLI:NL:GHAMS:2016:3008

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 juli 2016
Publicatiedatum
27 juli 2016
Zaaknummer
13/997082-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beschikking gevangenhouding en beroep op gelijkheidsbeginsel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 juli 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1988 en thans verblijvende in het huis van bewaring Almere Binnen, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 20 juni 2016, waarin een bevel tot zijn gevangenhouding was gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank, waarin het hoger beroep werd ingesteld, en heeft de relevante stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte bestudeerd. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.M.J.H. Coumans, gehoord.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust, beoordeeld. Het hof is van oordeel dat het dossier voldoende ernstige bezwaren bevat voor alle feiten die in de vordering tot inbewaringstelling zijn genoemd. De verdachte had zich beroepen op het gelijkheidsbeginsel, maar het hof oordeelde dat niet aannemelijk was gemaakt dat er sprake was van rechtens relevante gelijke gevallen tussen de verdachte en de medeverdachten. Het openbaar ministerie had de verdachte terecht de belangrijkste rol in het feitencomplex toegeschreven.

Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen. Deze beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de voorzitter mr. J.L. Bruinsma en de raadsheren mrs. H.W.J. de Groot en J.H. Wesselink aanwezig waren, met mr. K.D.M. de Lange als griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

13/997082-15
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
ingeschreven te [adres 1],
doch feitelijk verblijvende te [adres 2],
thans verblijvende in het huis van bewaring Almere Binnen te Almere,
tegen de beschikking van de rechtbank te Amsterdam van 20 juni 2016, houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdam van 23 juni 2016, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. J.M.J.H. Coumans.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust. Het hof is van oordeel dat het dossier voor alle op de vordering inbewaringstelling genoemde feiten, in onderlinge samenhang bezien, voldoende ernstige bezwaren bevat. Voor zover de verdachte zich heeft beroepen op het gelijkheidsbeginsel overweegt het hof dat niet aannemelijk is geworden dat wat de positie van de medeverdachten ten opzichte van die van de verdachte betreft sprake is van rechtens relevante gelijke gevallen, met name nu het openbaar ministerie niet zonder grond de verdachte de belangrijkste rol in het complex van feiten waarvan hij wordt verdacht heeft toegekend.
In hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht ziet het hof geen aanleiding om de termijn van het bevel gevangenhouding te beperken.
13/997082-15

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 13 juli 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. H.W.J. de Groot en J.H. Wesselink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. K.D.M. de Lange als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 13 juli 2016,
de advocaat-generaal