ECLI:NL:GHAMS:2016:2998

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 juli 2016
Publicatiedatum
26 juli 2016
Zaaknummer
200.140.053/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van de vergoeding van de onderzoeker in een enquêteprocedure

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 15 juli 2016, wordt de vergoeding van de onderzoeker vastgesteld in het kader van een enquêteprocedure tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Energie Concurrent B.V. De Ondernemingskamer had eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Energie Concurrent over de periode vanaf 10 maart 2011. Mr. P.V. Eijsvoogel werd benoemd tot onderzoeker, met een vastgesteld budget van € 140.000 (exclusief btw). Later werd dit budget verhoogd tot € 210.000 (exclusief btw) op verzoek van de nieuwe onderzoeker, mr. G.C. Endedijk, die het onderzoek verder heeft verricht na de ontheffing van mr. Eijsvoogel.

Op 22 juni 2016 heeft mr. Endedijk het onderzoeksverslag ingediend bij de Ondernemingskamer, en op 24 juni 2016 verzocht om de kosten van het onderzoek definitief vast te stellen op € 209.900,71 (exclusief btw). De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over dit verzoek. Geen van de betrokken partijen heeft bezwaar gemaakt tegen het verzoek van mr. Endedijk.

De Ondernemingskamer heeft de kosten van het onderzoek beoordeeld en vastgesteld dat het verzochte bedrag redelijk is. De beschikking bepaalt dat de vergoeding van de onderzoeker, inclusief die van mr. Eijsvoogel, wordt vastgesteld op € 209.900,71 (exclusief btw) en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is gegeven door de voorzitter en twee raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.140.053/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 15 juli 2016
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
2.
[B],
wonende te [....] ,
3.
[C],
wonende te [....] ,
4.
[D],
wonende te [....] ,
5.
[E],
wonende te [....] ,
6.
[F],
wonende te [....] ,
7.
[G],
wonende te [....] ,
8.
[H],
wonende te [....] ,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. P.J. van der Korst, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENERGIE CONCURRENT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. S.C.M. van Thielen
mr. R.Q. Potter, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[I] ,

wonende te [....] ,
advocaten:
mr. K. Ruttenen
mr. C.M. Tjoa, kantoorhoudende te Utrecht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[K],
gevestigd te [....] ,
advocaten:
mr. K. Ruttenen
mr. C.M. Tjoa, kantoorhoudende te Utrecht,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GROENE ENERGIE ADMINISTRATIE B.V.,
handelend onder de naam
Greenchoice,
gevestigd te Rotterdam,
advocaten:
mr. A.N. Stoopen
mr. C.J. Scholten, kantoorhoudende te Amsterdam,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENECO CONSUMENTEN B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
advocaten:
mr. R.B. Gerretsenen
mr. B.F. Assink, kantoorhoudende te Rotterdam,
BELANGHEBBENDEN.

1.Het verloop van het geding

1.1
De (oorspronkelijk) verzoekers zullen hierna worden aangeduid als [A] c.s., verweerster als Energie Concurrent, belanghebbenden 1 en 2 gezamenlijk als [I] c.s., belanghebbende sub 3 als Greenchoice en belanghebbende sub 4 als Eneco.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 9 juli 2014, 21 juli 2014, 5 maart 2015, 1 juni 2015, 8 juni 2015, 31 mei 2016 en 27 juni 2016 in deze zaak.
1.3
Bij de beschikkingen van 9 juli 2014, 21 juli 2014 en 5 maart 2015 heeft de Ondernemingskamer, voor zover thans van belang, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Energie Concurrent over de periode vanaf 10 maart 2011, mr. P.V. Eijsvoogel benoemd tot onderzoeker, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten – na verhoging – vastgesteld op € 140.000 (exclusief btw), alsmede bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding [K] geschorst als bestuurder van Energie Concurrent en mr. T.J.M. Lenders benoemd tot bestuurder van Energie Concurrent. Bij de beschikkingen van 1 en 8 juni 2015 heeft de Ondernemingskamer mr. Eijsvoogel als onderzoeker ontheven en mr. G.C. Endedijk (hierna: mr. Endedijk) aangewezen teneinde het onderzoek (verder) te verrichten.
1.4
Bij de beschikking van 31 mei 2016 heeft de Ondernemingskamer het onderzoeksbudget op verzoek van mr. Endedijk verhoogd tot € 210.000 (exclusief btw).
1.5
Bij brief van 22 juni 2016 heeft mr. Endedijk het onderzoeksverslag aan de Ondernemingskamer doen toekomen.
1.6
Bij brief (met bijlagen) van 24 juni 2016 heeft mr. Endedijk de Ondernemingskamer verzocht om de kosten van het onderzoek definitief vast te stellen op € 209.900,71 (exclusief btw).
1.7
Bij de beschikking van 27 juni 2016 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het op die dag ter griffie neergelegde onderzoeksverslag ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden. Voorts heeft de Ondernemingskamer bij die beschikking partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het in 1.6 weergegeven verzoek.
1.8
Daarop hebben mr. Van der Korst namens [A] c.s. (bij brief van 28 juni 2016) en mr. Stoop namens Greenchoice (bij e-mail van 7 juli 2016) de Ondernemingskamer bericht geen bezwaar te hebben tegen voormeld verzoek van mr. Endedijk. Bij e-mail van 7 juli 2016 heeft mr. Gerretsen namens Eneco zich ten aanzien van dat verzoek gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer. Van de overige partijen is in dit verband niet vernomen.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Ter toelichting van zijn verzoek heeft mr. Endedijk een declaratieoverzicht alsmede de vier door hem aan Energie Concurrent verzonden declaraties overgelegd. Bij die declaraties zijn urenspecificaties gevoegd met betrekking tot alle verrichte onderzoekswerkzaamheden. Voorts heeft mr. Endedijk opgaaf gedaan van de door mr. Eijsvoogel in zijn hoedanigheid van onderzoeker gemaakte onderzoekskosten van € 48.729 (exclusief btw). De vier declaraties vermeerderd met de door mr. Eijsvoogel gemaakte kosten resulteren in een totaalbedrag van €209.900,71 (exclusief btw).
2.2
Tegen het toereikend gemotiveerde verzoek van mr. Endedijk zijn geen bezwaren aangevoerd. Het verzochte bedrag komt de Ondernemingskamer evenmin onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal dan ook de vergoeding van de onderzoeker (inclusief die van mr. Eijsvoogel) overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 BW bepalen op het door mr. Endedijk verzochte bedrag.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op €209.900,71 (exclusief btw);
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en drs. P.R. Baart en prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 15 juli 2016.