In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor heling van goederen die afkomstig waren van een woninginbraak in Purmerend. De tenlastelegging omvatte onder andere de heling van twee personenauto's, een grote hoeveelheid schoenen, kleding, en diverse elektronische apparaten. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd, omdat het tot een andere bewezenverklaring kwam dan de rechtbank. De verdachte werd vrijgesproken van de primair ten laste gelegde heling van de BMW X5 en de BMW 118i, omdat niet bewezen kon worden dat hij deze auto’s had geheeld. Echter, het hof achtte het subsidiair ten laste gelegde, namelijk de heling van een grote hoeveelheid goederen, wettig en overtuigend bewezen. De verdachte had deze goederen voorhanden gehad, terwijl hij wist dat het om door misdrijf verkregen goederen ging. Het hof legde een taakstraf op van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis. De beslissing is gebaseerd op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte, die echter van geruime tijd geleden dateren.