ECLI:NL:GHAMS:2016:2989

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 juli 2016
Publicatiedatum
25 juli 2016
Zaaknummer
23-000111-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal, gewoontewitwassen en gewoonteheling van voertuigen en kentekenplaten

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte is veroordeeld voor diefstal, gewoontewitwassen en gewoonteheling van verschillende voertuigen en kentekenplaten. De tenlastelegging omvatte onder andere de diefstal van een Volkswagen Golf, een Audi Quattro en een Volkswagen Transporter, alsook het witwassen van deze voertuigen. De verdachte werd vrijgesproken van deelname aan een criminele organisatie. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan meerdere diefstallen en witwaspraktijken, waarbij hij samen met anderen handelde. De verdachte had gedurende een periode van drie maanden een viertal gestolen auto’s witgewassen door de criminele herkomst ervan te verhullen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, met aftrek van voorarrest. Tevens zijn er beslissingen genomen omtrent het beslag en de vorderingen van benadeelde partijen, waarbij deze vorderingen niet-ontvankelijk zijn verklaard.

Uitspraak

parketnummer: 23-000111-15
datum uitspraak: 22 juli 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar van 24 december 2014 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-746356-13 (A) en 15-710372-14 (B) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
adres: [adres 1]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
10 september 2015, 28 juni 2016, 29 juni 2016 en 8 juli 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlasteleggingen

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:

zaak-A

Feit 1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2013 tot en met 1 maart 2014 te Amsterdam en/of Heemskerk en/of Assendelft en/of Krommenie en/of Velsen-Noord en/of Castricum, in elk geval in Nederland (telkens)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, al dan niet door middel van braak en/of verbreking en/of een valse sleutel, (onder meer):
(zaak 1)
(op 16 december 2013 in Amsterdam) een Volkswagen Golf, kenteken 49-RLS-7 (toebehorend aan [slachtoffer 1] )
en/of
(zaak 3)
(in de periode van 27 tot en met 29 april 2013 in Velsen-Noord en/of op 2 mei 2013 in Heemskerk) (telkens) een BMW, Duits kenteken RE-GL-1964 (toebehorend aan [slachtoffer 2] ) en/of
(in de periode van 1 tot en met 2 mei 2013 in Assendelft) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 8-KLB-19 (toebehorend aan [slachtoffer 3] ) en/of
(in de periode van 3 tot en met 4 mei 2013 in Amsterdam) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 21-GKK-2 (toebehorend aan [slachtoffer 4] )
en/of
(zaak 4)
(in de periode van 17 tot en met 18 december 2013 in Heemskerk) een Volkswagen Transporter, kenteken 4-VRJ-60 (toebehorend aan [slachtoffer 5] ) en/of
(in de periode van 17 tot en met 18 december 2013 in Heemskerk)kentekenplaten, voorzien van het kenteken 1-VGR-38 (toebehorend aan [slachtoffer 6] ) en/of
(zaak 5)
(in de periode van 26 tot en met 27 oktober 2013 in Amsterdam) een BMW, kenteken 00-RNR-4 (toebehorend aan [slachtoffer 7] ) en/of (in de periode van de periode van 26 tot en met 27 oktober 2013 in Amsterdam) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 02-XR-TZ (toebehorend aan [slachtoffer 8] ) en/of
(zaak 6)
(in de periode van 6 tot en met 7 januari 2014 in Amsterdam) een Audi, kenteken 25-ZJF-6 (toebehorend aan [slachtoffer 9] ) en/of (in de periode van 6 tot en met 7 januari 2014 in Assendelft) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 54-GX-JH (toebehorend aan [slachtoffer 10] ) en/of
(zaak 7)
(in de periode van 25 tot en met 26 november 2013 in Wormer) een Volkswagen Polo, kenteken 61-KTD-9 (toebehorend aan [slachtoffer 11] ) en/of (in de periode van 25 tot en met 26 november 2013 in Krommenie) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 99-NTT-2 (toebehorend aan [slachtoffer 12] ) en/of
(zaak 11)
(in de periode van 19 tot en met 21 januari 2014 in Assendelft) een Volkswagen Golf, 91-RTZ-9 (toebehorend aan [slachtoffer 13] ) en/of
(zaak 13)
(op 17 februari in Castricum) een Audi Quattro RS4, kenteken 31-ZB-ZF (toebehorend aan [slachtoffer 14] ) en/of
(in de periode van 16 tot en met 17 februari 2014 in Castricum) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 93-HDN-3 (toebehorend aan [slachtoffer 15] ) en/of
(zaak 14)
(in de periode van 13 tot en met 14 februari 2014 in Heemskerk) een Volkswagen Transporter, 2-VNB-82 (toebehorend aan [slachtoffer 16] ) en/of
(op 14 februari 2014 in Heemskerk) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 42-BS-ZS (toebehorend aan [slachtoffer 17] )
en/of (witwassen)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2013 tot en met 15 april 2014 te Amsterdam en/of Heemskerk en/of Assendelft en/of Krommenie en/of Velsen-Noord en/of Castricum en/of Wormerveer, in elk geval in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een of meerdere voorwerp(en), te weten
(zaak 1)
een (gestolen) Volkswagen Golf, kenteken 49-RLS-7 en/of
(zaak 3)
een (gestolen) BMW, Duits kenteken RE-GL-1964 en/of (gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 8-KLB-19 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 21-GKK-2 en/of
(zaak 4)
een (gestolen) Volkswagen Transporter, kenteken 4-VRJ-60 en/of (gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 1-VGR-38 en/of
(zaak 5)
een (gestolen) BMW, kenteken 00-RNR-4 en/of (
gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 02-XR-TZ en/of
(zaak 6)
een (gestolen) Audi, kenteken 25-ZJF-6 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 54-GX-JH en/of
(zaak 7)
een (gestolen) Volkswagen Polo, kenteken 61-KTD-9 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 99-NTT-2 en/of
(zaak 11)
een (gestolen) Volkswagen Golf, kenteken 91-RTZ-9 en/of
(zaak 13)
een (gestolen) Audi Quattro RS4, kenteken 31-ZB-ZF en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 93-HDN-3 en/of
(zaak 14)
een (gestolen) Volkswagen Transporter, kenteken 2-VNB-82 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 42-BS-ZS
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een of meerdere voorwerp(en), te weten genoemde auto's en/of kentekenplaten, gebruik heeft gemaakt en/of van voornoemde goederen de werkelijke aard en/of de herkomst heeft verborgen en/of heeft verhuld, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf en/of van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
en/of (heling)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2013 tot en met 15 april 2014 in Wormerveer en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
(zaak 1)
een (gestolen) Volkswagen Golf, kenteken 49-RLS-7 en/of
(zaak 3)
een (gestolen) BMW, Duits kenteken RE-GL-1964 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 8-KLB-19 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 21-GKK-2 en/of
(zaak 4)
een (gestolen) Volkswagen Transporter, kenteken 4-VRJ-60 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 1-VGR-38 en/of
(zaak 5)
een (gestolen) BMW, kenteken 00-RNR-4 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 02-XR-TZ en/of
(zaak 6)
een (gestolen) Audi, kenteken 25-ZJF-6 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 54-GX-JH en/of
(zaak 7)
een (gestolen) Volkswagen Polo, kenteken 61-KTD-9 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 99-NTT-2 en/of
(zaak 11)
een (gestolen) Volkswagen Golf, kenteken 91-RTZ-9 en/of
(zaak 13)
een (gestolen) Audi Quattro RS4, kenteken 31-ZB-ZF en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 93-HDN-3 en/of
(zaak 14)
een (gestolen) Volkswagen Transporter, kenteken 2-VNB-82 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 42-BS-ZS
heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voormelde auto's en/of kentekenplaten (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Feit 2:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2013 tot en met 15 april 2014 te Wormerveer, gemeente Zaanstad en/of elders in Nederland,
heeft deelgenomen aan een organisatie, die bestond uit een samenwerkingsverband van verdachte en [medeverdachte 1] en/of één of meer natuurlijke personen en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het plegen van diefstal(len) (diefstallen van auto’s en/of kentekenplaten; art 310/311 Sr) en/of gewoontewitwassen (het verhullen van de werkelijke afkomst van auto’s en/of auto-onderdelen; art. 420b Sr) en/of het (telkens) verwerven, voorhanden hebben, overdragen, omzetten althans gebruik maken van voorwerpen terwijl hij en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat voornoemde voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf (heling van auto’s en/of auto-onderdelen; 416 Sr).

zaak-B

hij in of omstreeks de periode van 11 september 2013 tot en met 15 april 2014, te Wormerveer, gemeente Zaanstad, en/of Beverwijk en/of Heemskerk en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer voorwerp(en), te weten (onder meer)
(zaak 20)
een Renault Clio voorzien van kenteken 18-ZPS-7 (voorzien van gestolen onderdelen uit de Renault Clio met oorspronkelijk kenteken 25-ZNX-5) en/of
een Audi A3 met kenteken 01-PPL-7 (voorzien van gestolen onderdelen) en/of
een VW Golf met kenteken 31-PH-SB (voorzien van gestolen brandstofmotor) en/of
een motorregelapparaat (horend bij de gestolen VW Golf met kenteken 64-RNN-2) en/of
een instrumentenpaneel (horend bij de gestolen VW Golf met kenteken 7-KTJ-36) en/of
een rechterportier (horend bij de gestolen VW Golf met kenteken 71-HXZ-8) en/of
4 portieren (horend bij een gestolen VW Golf met kenteken 53-JFN-9) en/of
(zaak 21)
een sleutel (behorend bij de gestolen BMW met kenteken 89-GZH-7) en/of
een bromfiets (voorzien van gestolen motor) en/of
een Mercedes Benz (oorspronkelijk horend bij kenteken 50-RB-ZV, gestolen op 7 oktober 2010) en/of
navigatie (in de VW Golf met kenteken 1-TFS-36, afkomstig uit gestolen Golf 83-JKS-2 en/of
(zaak 23)
een Renault Clio (met oorspronkelijk kenteken 25-ZNX-5)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een of meerdere voorwerp(en), te weten voorvermeld(e) goed(eren) een of meer (onderdelen van) voertuig(en) gebruik heeft gemaakt en/of van voornoemde goederen de werkelijke aard en/of de herkomst heeft verborgen en/of heeft verhuld, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf en/of terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Omvang van het hoger beroep

zaak-A
De verdachte is door rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem in zaak-A onder feit 1 onder zaak 3, 5, 6 en 7 is ten laste gelegd.
diefstal
De verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem in zaak-A onder feit 1 als diefstal is ten laste gelegd onder 4 en 11.
witwassen
De verdachte door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem in zaak-A onder feit 1 onder de navolgende zaken is ten laste gelegd als witwassen:
  • zaak 4, tweede cumulatief/alternatief (‘
  • zaak 13, tweede cumulatief/alternatief (‘
  • zaak 14, tweede cumulatief/alternatief (‘
heling
De verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem in zaak-A onder feit 1 als heling is tenlastegelegd onder zaak 1, 13 en 14. Voorts is de verdachte door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem in zaak-A feit 1 onder zaak 4 als tweede cumulatief/alternatief (‘
en/of (gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 1-VGR-38’) is ten laste gelegd als heling.
zaak-B
De verdachte is door rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem in zaak-B onder zaak 21 is ten laste gelegd.
Voorts is de verdachte door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem in zaak-B onder zaak 20 is ten laste gelegd als:
  • eerste cumulatief/alternatief (‘een Renault Clio voorzien van kenteken 1 8-ZPS-7 (voorzien van gestolen onderdelen uit de Renault Clio met oorspronkelijk kenteken 25-ZNX-5)’);
  • tweede cumulatief/alternatief (‘een Audi A3 met kenteken 01-PPL-7 (voorzien van gestolen onderdelen)’);
  • derde cumulatief/alternatief (‘een VW Golf met kenteken 31-PH-SB (voorzien van gestolen brandstofmotor)’);
  • vijfde cumulatief/alternatief (‘een instrumentenpaneel (horend bij de gestolen VW Golf met kenteken 7-KTJ-36)’).
Het hof is van oordeel dat ten aanzien van het in zaak-A en het in zaak-B ten laste gelegde, waarin feiten zijn ten laste gelegd die van elkaar zijn gescheiden door de woorden ‘en/of’, sprake is van gevoegde feiten in de zin van artikel 404, vijfde lid Sv.
Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid Sv staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven beslissingen tot vrijspraak, zoals hiervoor aangegeven.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.

Inleiding

Het hof stelt, samenvattend, vast dat, voor zover in hoger beroep aan het inhoudelijk oordeel van het hof onderworpen, aan de verdachte in zaak-A onder feit 1 is ten laste gelegd de diefstal (al dan niet gepleegd tezamen en in vereniging met anderen) van een drietal auto’s, te weten een Volkswagen Golf (zaak 1) , een Audi Quattro RS4 (zaak 13) en een Volkswagen Transporter (zaak 14).
Voorts is, eveneens voor zover in hoger beroep inhoudelijk aan de orde, aan de verdachte in zaak-A onder feit 1 ten laste gelegd het (bij wege van gewoonte) witwassen van diezelfde Volkswagen Golf (zaak 1), van diezelfde Audi Quattro (zaak 13) en van diezelfde Volkswagen Transporter (zaak 14).
Ook is aan de verdachte, voor zover in hoger beroep inhoudelijk aan de orde, het (bij wege van gewoonte) witwassen van een andere gestolen Volkswagen Transporter (zaak 4) en van een andere gestolen Volkswagen Golf (zaak 11) ten laste gelegd. De tenlastelegging houdt tevens subsidiair in dat de verdachte deze feiten als schuldwitwassen heeft begaan.
Daarnaast is, voor zover aan het inhoudelijk oordeel van het hof onderworpen, aan de verdachte onder feit 1 mede ten laste gelegd de (schuld)heling van laatstgenoemde gestolen Volkswagen Transporter (zaak 4) en de (schuld)heling van laatstgenoemde gestolen Volkswagen Golf (zaak 11).
Voorts is in hoger beroep inhoudelijk aan de orde het als feit 2 aan de verdachte ten laste gelegde deelnemen aan een organisatie die als oogmerk had het plegen van, kort gezegd, voertuigcriminaliteit.
Tenslotte is als gevoegd feit in zaak-B in hoger beroep inhoudelijk aan de orde het aan de verdachte ten laste gelegde (gewoonte)witwassen van auto-onderdelen, behorende bij drie gestolen voertuigen, te weten drie Volkswagens Golf alsmede het (gewoonte)witwassen van een van misdrijf afkomstige Renault Clio. Subsidiair is voorts schuldwitwassen aan de verdachte ten laste gelegd.

Vrijspraak zaak-A feit 2

Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte in zaak-A als feit 2 ten laste is gelegd en overweegt daartoe als volgt.
Voor het bestaan van een samenwerkingsverband dat als oogmerk heeft het plegen van misdrijven, zal sprake moeten zijn van een samenwerkingsverband met een zekere structuur en van een zekere continuïteit. Dat de verdachte zich gedurende een langere periode heeft beziggehouden met voertuigcriminaliteit vloeit uit de overige bewezenverklaarde feiten voort. Ook vloeit daaruit voort dat de verdachte een aantal van de door hem begane feiten tezamen met anderen heeft gepleegd. Niet blijkt echter van een duurzaam samenwerkingsverband met een zekere structuur tussen de verdachte en de medeverdachten.
Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte in zaak-A onder feit 2 is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.

Vrijspraak Zaak-A feit 1 onder zaak 14

Het hof acht niet bewezen dat de verdachte de aan hem verweten diefstal in vereniging van een Volkswagen Transporter, kenteken 2-VNB-82 en van de kentekenplaten 42-BS-ZS (zaak 14) heeft begaan. Daartoe overweegt het hof het volgende.
De verdenking dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de diefstal van de Volkswagen Transporter en van de kentekenplaten van een gelijksoortige auto, die in de buurt van de weggenomen Volkswagen Transporter was geparkeerd, is gebaseerd op bewegingen van het, van een peilbaken voorziene, voertuig van de medeverdachte [medeverdachte 3] in de nacht waarin de diefstal plaatsvond. Uit deze bewegingen valt te concluderen dat deze auto zich in de betreffende nacht (van 13 op 14 februari 2014) heeft opgehouden in de nabijheid van de plaats waar de diefstallen zijn gepleegd. Voorts valt aan de hand van de beelden van de camera, gericht op het bedrijf van de verdachte aan de [adres 2] te Wormerveer (hierna steeds: het garagebedrijf van de verdachte), vast te stellen dat de verdachte in de betreffende nacht om 02.11 uur als passagier in de auto van [medeverdachte 3] is gestapt en dat deze auto daarna naar de plek is gereden waar de diefstallen hebben plaatsgevonden. De verdenking tegen de verdachte is voorts gevoed doordat, zoals uit camerabeelden is gebleken, de volgende dag, 14 februari 2014, om 13.07 uur een Volkswagen Transporter, voorzien van een kenteken, 42-BS-ZS, gelijk aan het kenteken van de die nacht gestolen kentekenplaten, het garagebedrijf van de verdachte aan de [adres 2] te Wormerveer werd binnengereden.
Niet is vastgesteld dat de Volkswagen Transporter die op 14 februari 2014 om 13.07 uur het garagebedrijf van de verdachte is binnengereden, de die nacht gestolen Volkswagen Transporter, kenteken 2-VNB-82, is geweest. Dat de Volkswagen Transporter die het garagebedrijf werd binnengereden, was voorzien van kentekenplaten die niet bij dat voertuig hoorden en die de voorafgaande nacht gestolen waren, geeft te denken, maar is ontoereikend om buiten gerede twijfel te kunnen vaststellen dat het dezelfde Volkswagen Transporter is geweest, als de Volkswagen Transporter met het kenteken 2-VNB-82, die diezelfde nacht was gestolen.
Dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van de kentekenplaten van de naburige Volkswagen Transporter is evenmin met voldoende mate van zekerheid vast te stellen. De kentekenplaten zijn weggenomen in de nacht dat de auto van de medeverdachte [medeverdachte 3] , met mogelijk de verdachte als mede-inzittende, zich in de buurt van de diefstal bevond, maar dat de verdachte zich aan de diefstal (mede) schuldig heeft gemaakt, vloeit daar niet onontkoombaar uit voort, terwijl de omstandigheid dat (één van die) kentekenpla(a)t(en) zich de volgende dag op een auto bevond(en) die het garagebedrijf van de verdachte werd binnengereden evenmin voldoende bewijs levert voor het (mede)daderschap van de verdachte.
Het hof volgt voorts niet de door de advocaat-generaal onderschreven bewijsredenering van de rechtbank, inhoudende dat middels schakelbewijs een bewezenverklaring niettemin kan volgen. Daartoe overweegt het hof in het bijzonder dat, wat er zij van een, op wel bewezen feiten gelijkende toedracht, in die redenering een wezenlijke schakel ontbreekt, te weten de vaststelling dat het gestolen goed (de weggenomen Volkswagen Transporter) daadwerkelijk in handen van de verdachte of zijn mededader(s) is gekomen.
Nu niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de gestolen Volkswagen Transporter, gekentekend
2-VNB-82, voorhanden heeft gehad of daar anderszins mee heeft gehandeld als ten laste gelegd, is evenmin bewezen dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het witwassen van deze Volkswagen Transporter.

Overwegingen ten aanzien het bewijs

zaak-A feit 1 onder zaak 1
Ten aanzien van de onder feit 1 ten laste gelegde diefstal in vereniging van een Volkswagen Golf, kenteken 49-RLS-7, toebehorend aan [slachtoffer 1] (zaak 1), overweegt het hof dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte in de nacht van 15 op 16 december 2013, kort na de diefstal, in een auto zat, tezamen met zijn medeverdachten. In die auto heeft de politie een schilderij waargenomen, dat zowel qua voorstelling als qua verpakking, onbetwist, grote gelijkenis vertoont met een bij de diefstal van de Volkswagen Golf weggenomen (verpakt) schilderij.
Voorts is uit beelden van de camera, gericht op het garagebedrijf van de verdachte, gebleken dat de verdachte in de middag na de diefstal bij zijn garagebedrijf bij zijn medeverdachte in dezelfde auto stapt als waarin zij die nacht op pad zijn geweest, en daarin wegrijdt. Op deze beelden is voorts te zien dat deze auto, tegelijk met de gestolen Golf, kenteken 49-RLS-7, ongeveer twintig minuten later terugkeert bij het garagebedrijf van de verdachte en daar naar binnen wordt gereden. Te zien is voorts dat de gestolen Volkswagen Golf later die middag weer naar buiten wordt gereden, nu voorzien van het kenteken ND 8883.
De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep erkend dat de betreffende gestolen auto in zijn garagebedrijf aanwezig is geweest. Vaststaat dat de auto daar naar binnen is gebracht, zoals ook op de camerabeelden is te zien. Volgens de verdachte was de bestuurder een klant, die hem heeft verzocht om winterbanden op de auto te plaatsen. Terwijl de verdachte aan dit verzoek voldeed, heeft deze klant andere, te weten Luxemburgse kentekenplaten op de auto aangebracht. Dat het hier om een gestolen auto ging heeft de verdachte niet geweten, aldus de verdachte.
Het hof acht de verklaring van de verdachte niet geloofwaardig en stelt deze terzijde. Iedere vorm van nadere onderbouwing van deze verklaring is uitgebleven en ook overigens ontbreken daarvoor aanknopingspunten in het dossier. Het zou dan ook voor de hand hebben gelegen dat de verdachte deze klant als getuige zou hebben aangedragen of meegebracht om een verklaring af te leggen, die deze gang van zaken zou kunnen bevestigen. Desgevraagd heeft de verdachte daarover evenwel niet meer gezegd dan dat hij niet bedacht had, dat het hof deze getuige zou willen horen. Bovendien heeft de verdachte geen verklaring gegeven voor het feit dat in de voorafgaande nacht, toen de diefstal (net) was gepleegd, het daarbij eveneens gestolen schilderij in de auto lag, waarin de verdachte zich bevond.
Op grond van al hetgeen hiervoor is overwogen, bezien in onderling verband en samenhang met de te bezigen bewijsmiddelen, acht het hof dan ook bewezen dat de verdachte, tezamen met anderen, deze Volkswagen Golf heeft gestolen.
Met betrekking tot het verwijt dat de verdachte, tezamen met anderen, deze door hem tezamen met anderen gestolen Golf heeft witgewassen, overweegt het hof dat de verdachte de gestolen Golf niet alleen heeft verworven en voorhanden heeft gehad, maar ook heeft voorzien van andere kentekenplaten. Daarmee heeft de verdachte de criminele herkomst van deze auto verhuld en aldus zich aan witwassen van de auto schuldig gemaakt.
zaak-A feit 1 onder zaak 13
Ten aanzien van de onder feit 1 aan de verdachte ten laste gelegde diefstal in vereniging van een Audi Quattro, kenteken 31-ZB-ZF, toebehorend aan [slachtoffer 14] alsmede van kentekenplaten met kenteken 93-HDN-3, toebehorend aan [slachtoffer 15] (zaak 13), overweegt het hof het volgende.
Blijkens de aangiften is de Audi Quattro op 17 februari 2014 omstreeks 02.30 uur gestolen te Castricum. In dezelfde nacht zijn van een in de nabijheid geparkeerde andere Audi de kentekenplaten gestolen.
Om 10.40 uur is de gestolen Audi, dan voorzien van de gestolen kentekenplaten, aangetroffen te Assendelft.
Uit de gegevens van een peilbaken onder de Volkswagen Golf, in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 3] , blijkt dat deze auto zich in de bewuste nacht verplaatst heeft vanaf het garagebedrijf van de verdachte naar Castricum, in de nabijheid van de diefstallen en daarna naar Assendelft, in de nabijheid van de plaats waar de gestolen auto is neergezet. Ook is deze Volkswagen Golf in deze nacht door de politie waargenomen te Heemskerk, toen deze aldaar achter een Audi reed, die gelijkend was op de gestolen Audi.
Uit beelden van de camera, gericht op de ingang van het garagebedrijf van de verdachte, blijkt dat de verdachte in de betreffende nacht om 01.15 uur als bijrijder in de Volkswagen Golf plaatsneemt, tegelijk met [medeverdachte 3] , die eveneens als passagier in de auto gaat zitten. Nadat de auto in Castricum is geweest, in Heemskerk en in Assendelft, blijkt dat de auto om 03.03 uur weer aankomt bij het garagebedrijf van de verdachte. Op de camerabeelden valt waar te nemen dat dan de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] uit de auto stappen, terwijl de – niet zichtbare – bestuurder de auto de garage binnenrijdt. Vervolgens valt te zien dat de verdachte het garagebedrijf met een andere auto verlaat en dat de medeverdachten het hek van het garagebedrijf sluiten.
Voormelde omstandigheden rechtvaardigen de slotsom dat de verdachte, met zijn medeverdachten, in de betreffende nacht op pad is geweest, naar de weg te nemen Audi Quattro is gegaan, zij deze hebben voorzien van de kentekenplaten van een in de nabijheid geparkeerde andere Audi, waarna de gestolen Audi Quattro is neergezet te Assendelft. Aldus heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan de diefstal in vereniging van zowel de Audi Quattro als de kentekenplaten.
Met betrekking tot het verwijt dat de verdachte deze door hem, tezamen met anderen, gestolen Audi Quattro ook tezamen met (die) anderen heeft witgewassen, overweegt het hof dat de verdachte de gestolen Audi Quattro niet alleen heeft verworven en voorhanden heeft gehad, maar ook, tezamen met zijn mededaders, heeft voorzien van andere kentekenplaten. Daarmee heeft de verdachte met zijn mededaders de criminele herkomst van deze auto verhuld en aldus zich aan het medeplegen van witwassen van de auto schuldig gemaakt.
zaak-A feit 1 onder zaak 4
Onder feit 1 is voorts aan de verdachte ten laste gelegd het (gewoonte)witwassen alsmede de heling van een Volkswagen Transporter, kenteken 4-VRJ-60 (zaak 4). Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
De betreffende Volkswagen Transporter is in de vroege ochtend van 18 december 2013 gestolen te Heemskerk. In dezelfde nacht zijn de kentekenplaten met kentekennummer 1-VGR-38 van een in de nabijheid van de gestolen Transporter geparkeerde andere Volkswagen Transporter weggenomen.
Uit beelden van de camera, gericht op het garagebedrijf van de verdachte, blijkt dat op 19 december 2013 om 21.21 uur een Volkswagen Transporter, voorzien van het kenteken 1-VGR-38, de garage wordt binnengereden. Enkele uren later, op 20 december 2013 om 01.27 uur, wordt een Volkswagen Transporter, ontdaan van portieren, bumper en zijpaneel het garagebedrijf uitgereden, tegelijk met een donkerkleurige VW Golf, kenteken 69-HZN-5. Beide auto’s rijden in de richting van een parkeerterrein, enkele kilometers verderop. Kort daarop is te zien dat de VW Golf, kenteken 69-HZN-5 weer terugkeert bij het garagebedrijf. De onttakelde Volkswagen Transporter wordt vervolgens door de politie in brandende toestand aangetroffen op het parkeerterrein. De Transporter blijkt de gestolen Volkswagen Transporter met het oorspronkelijk kenteken 4-VRJ-60 te zijn, en blijkt dan te zijn voorzien van het gestolen kenteken 1-VGR-38.
Uit de beelden van de camera die is gericht op het garagebedrijf van de verdachte, blijkt voorts dat de verdachte op 20 december 2013 om 21.21 uur, toen de Volkswagen Transporter het garagebedrijf werd binnengereden, in persoon aanwezig was in het bedrijf. Ook op 20 december 2013, toen de VW Golf, kenteken 69-HZN-5 bij het bedrijf terugkeerde, was de verdachte aldaar aanwezig.
De verdachte heeft ontkend de persoon te zijn die op de camerabeelden te zien is. Het hof acht deze ontkenning niet geloofwaardig, gelet op de herkenning door de verbalisant. Bovendien heeft de verdachte niet verklaard wie dan wel de, op hem gelijkende, persoon was die, tezamen met zijn medeverdachten, te weten zijn broer Brahim en hun vriend [medeverdachte 3] , ‘s nachts in zijn garagebedrijf aanwezig was. Het hof neemt dan ook als vaststaand aan dat de verdachte in zijn garagebedrijf aanwezig was, toen daar een gestolen Volkswagen Transporter, voorzien van een vals kenteken, zijn garagebedrijf werd binnengebracht. Voorts is buiten twijfel dat de gestolen Transporter in de garage is ontdaan van een aantal onderdelen. De verdachte heeft aldus, als garagehouder, een van een vals kenteken voorziene Volkswagen Transporter aanwezig gehad, waaraan minst genomen in zijn aanwezigheid demonterende werkzaamheden zijn uitgevoerd, waarna de onttakelde auto weer is afgevoerd. Van een garagehouder mag verwacht worden dat hij, bij het onder zich krijgen van een voertuig ter uitvoering van zulke uitzonderlijke nachtelijke werkzaamheden, zich vergewist van de legaliteit van de herkomst van het voertuig. De kans dat een Transporter waarmee aldus gehandeld wordt, van misdrijf afkomstig is en door misdrijf is verkregen, is immers aanmerkelijk. De verdachte heeft echter, als hij al niet van de hoed en de rand wist, de kans op die criminele herkomst opzettelijk voor lief genomen. Het hof acht dan ook bewezen dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het witwassen van deze Volkswagen Transporter alsmede van de heling ervan. Het witwassen enerzijds en de heling anderzijds van dit voertuig betreft een identieke gedraging ten aanzien van hetzelfde voorwerp en is aan te merken als begaan in eendaadse samenloop.
zaak-A feit 1 onder zaak 11
Onder feit 1 is tenslotte nog aan de orde het ten laste gelegde (gewoonte)witwassen en helen van een gestolen Volkswagen Golf, kenteken 91-RTZ-9 (zaak 11). Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
De betreffende zwarte Volkswagen Golf is, blijkens de aangifte, gestolen te Assendelft in de periode van 19 tot 21 januari 2014. Op 31 januari 2014 is uit de Nauwernaschevaart te Westknollendam het frame opgetakeld van een Volkswagen Golf. De aangever heeft van politiefoto’s het opgetakelde frame herkend als de van hem gestolen auto. Bovendien is vastgesteld dat het chassisnummer op het frame deels was weggeboord, maar deels nog leesbaar was en dat het leesbare gedeelte overeenkwam met het chassisnummer van de ontvreemde Volkswagen Golf. Het hof gaat er dan ook van uit dat de opgetakelde auto dezelfde auto is als de eerder van aangever gestolen auto.
Uit beelden van de camera, gericht op het garagebedrijf van de verdachte, blijkt dat op 20 januari 2014 om 18.38 uur een donkerkleurige Volkswagen Golf het garagebedrijf van de verdachte wordt binnengereden. Op 21 januari 2014 om 01.53 uur wordt eveneens een donkerkleurige Volkswagen Golf het garagebedrijf binnengereden. Om 01.56 uur wordt uit het garagebedrijf een donkerkleurige Volkswagen Golf weggereden, die een donkerkleurig frame van een Volkswagen sleept.
Blijkens het proces-verbaal van 7 februari 2014 opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , die de camerabeelden van het garagebedrijf van de verdachte heeft uitgekeken en daaromtrent heeft gerelateerd, valt uit de foto’s van het uit het de vaart opgetakelde frame en de afbeeldingen van het frame dat uit het garagebedrijf van de verdachte werd weggesleept, op te maken dat deze onttakelde voertuigen op diverse punten treffende gelijkenis vertonen. Zo vertoont het versleepte frame een dakraam-opening en is het frame voorzien van kleine wielen met een lichte streep. Het uit het water opgetakelde frame heeft eveneens deze kenmerken. Het hof is niet gebleken van afwijkende kenmerken tussen de beide frames. Gelet op deze bijzonderheden gaat het hof er van uit dat het uit het garagebedrijf van de verdachte weggesleepte frame hetzelfde frame is dat uit de nabij gelegen Nauwernasche Vaart is getakeld en dus het frame is van de gestolen Volkswagen Golf.
Blijkens de beelden van de camera, gericht op het garagebedrijf, is de verdachte op 21 januari 2014 om 00.46 uur het bedrijf tezamen met de medeverdachte [medeverdachte 3] binnengegaan, kort voordat het frame naar buiten wordt gesleept. Weliswaar is hieromtrent geverbaliseerd dat het ‘vermoedelijk’ deze personen betreft, maar, met de rechtbank, neemt het hof als vaststaand aan dat het hier inderdaad om onder meer de verdachte gaat. De enkele, blote ontkenning door de verdachte dat hij een van die personen was, maakt dat niet anders.
Het hof leidt uit het voorgaande af dat de verdachte in zijn garagebedrijf een gestolen Volkswagen Golf heeft binnengekregen, die vervolgens is ontdaan van onderdelen en waarvan het onttakelde frame met een deels weggeboord chassisnummer vervolgens weer de garage is uitgereden. Van een garagehouder mag verwacht worden dat hij, bij het onder zich krijgen van een voertuig ter uitvoering van zulke uitzonderlijke nachtelijke werkzaamheden, zich vergewist van de legaliteit van de herkomst van het voertuig. De kans dat een Volkswagen Golf waarmee aldus gehandeld wordt, van misdrijf afkomstig is en door misdrijf is verkregen, is immers aanmerkelijk. De verdachte heeft echter, als hij al niet van de hoed en de rand wist, de kans op die criminele herkomst opzettelijk voor lief genomen. Het hof acht dan ook bewezen dat de verdachte zich tezamen met een ander heeft schuldig gemaakt aan het witwassen van deze Volkswagen Golf alsmede aan de heling ervan. Het witwassen enerzijds en de heling anderzijds van dit voertuig betreft een identieke gedraging ten aanzien van hetzelfde voorwerp en is aan te merken als begaan in eendaadse samenloop.
gewoonte
De verdachte heeft gedurende een periode van drie maanden een viertal gestolen auto’s witgewassen door de criminele herkomst ervan ter verhullen of door op zijn minst deze auto’s aanwezig te hebben in zijn garagebedrijf. De verdachte heeft deze handelingen verricht in het kader van zijn onderneming. De witwashandelingen hangen samen met de beroepsmatige bezigheden van de verdachte. Het betreft een continue en gestage wijze van handelen van de verdachte. Om deze reden zijn de bewezenverklaarde witwashandelingen aan te merken als door de verdachte te zijn begaan bij wege van gewoonte.
zaak-B onder zaak 20
Als gevoegd feit is aan de orde het ten laste gelegde witwassen van een gestolen motorregelapparaat, een gestolen rechterportier en een viertal portieren. Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Uit onderzoek is gebleken dat het op 15 april 2014 in het garagebedrijf van de verdachte aan de [adres 2] te Wormerveer aangetroffen motorregelapparaat afkomstig is van een Volkswagen Golf (kenteken
64-RNN-2), die sinds 6 december 2013 als gestolen geregistreerd stond. Voorts is op diezelfde dag in dit garagebedrijf van de verdachte een rechter voorportier aangetroffen dat afkomstig is van een op 18/19 september 2013 gestolen Volkswagen Golf (kenteken 71-HXZ-8). Ook zijn op deze dag in voormeld garagebedrijf van de verdachte vier autoportieren aangetroffen die alle afkomstig zijn van een op 26/27 februari 2012 gestolen Volkswagen Golf (kenteken 53-JFN-9).
De verdachte heeft alleen over de vier portieren een verklaring afgelegd. Hij heeft aangegeven dat hij de portieren heeft gekocht van de eigenaar van een failliet sloopbedrijf, hij van de criminele herkomst niet op de hoogte was en bezwaarlijk van hem verlangd kan worden dat hij bij elke aankoop een onderzoek instelt naar de herkomst. Over de identiteit van dat sloopbedrijf of van die eigenaar heeft de verdachte niet nader willen verklaren. De verdachte heeft erkend dat hij geen administratie of registratie heeft bijgehouden van door hem verhandelde auto-onderdelen.
Het hof neemt in aanmerking dat de verdachte garagehouder is en zich als ondernemer bezighoudt met voertuigreparatie. Als feit van algemene bekendheid kan worden aangemerkt dat in de handel in tweedehands auto-onderdelen bij schimmige sloperijen gestolen spullen omgaan. De verdachte moet zich, gelet op zijn beroep, hebben gerealiseerd dat hij, door van een (bijna) failliete sloperij auto-onderdelen aan te schaffen, de aanmerkelijke kans loopt dat die onderdelen van misdrijf afkomstig zijn. Zijn uitlating dat de inspanning om na te gaan of hij mogelijk gestolen spullen zou kopen, redelijkerwijs niet van hem gevergd kan worden, duidt er op dat de verdachte die kwade kans willens en wetens voor lief heeft genomen. Ook het achterwege laten van enige vorm van registratie of documentatie duidt er op dat de verdachte het van belang heeft geacht dat niet eenvoudig zou kunnen worden vastgesteld van wie hij deze voorwerpen heeft verkregen en hij dus de kans dat hij gestolen voorwerpen verwierf, als reëel heeft aangemerkt. Ten aanzien van de gestolen auto-onderdelen die in zijn bedrijf zijn aangetroffen en waarover de verdachte geen verklaring heeft willen afleggen overweegt het hof, met de rechtbank, dat een garagehouder geacht mag worden op de hoogte te zijn van de herkomst van bij hem aangetroffen auto-onderdelen. Aan de omstandigheid dat, zoals in het geval van de verdachte, in een garagebedrijf waarin geen administratie of registratie werd bijgehouden een grote hoeveelheid gestolen auto-onderdelen wordt aangetroffen, is het regelrechte vermoeden te ontlenen dat de verdachte, eigenaar van het bedrijf, van de criminele herkomst van deze auto-onderdelen op de hoogte was. Van de verdachte mag alsdan gevergd worden dat hij, indien hij van die criminele herkomst niettemin geen weet had, daaromtrent een, de redengevendheid ontzenuwende verklaring aflegt. Dat heeft de verdachte echter niet gedaan. Onder deze omstandigheid kan naar het oordeel van het hof buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat de verdachte zich aan het witwassen van deze auto-onderdelen heeft schuldig gemaakt.
zaak-B onder zaak 23
Als gevoegd feit is tenslotte aan de verdachte ten laste gelegd dat hij een van misdrijf afkomstige Renault Clio heeft witgewassen. Hieromtrent overweegt het hof het volgende.
In de door de verdachte gehuurde garageloods aan de [adres 3] te Krommenie is op 15 april 2014 een, deels van onderdelen ontdane, Renault Clio aangetroffen. Uit onderzoek is gebleken dat deze auto op 24/25 maart 2014 was gestolen. In de garageloods werden documenten aangetroffen waaronder een kopie van een rijbewijs en een paspoort van de aangever van de diefstal en voorts een kentekenbewijs en verzekeringspapieren op naam van de eigenaar van de auto. De verdachte heeft over de aanwezigheid van deze Renault Clio geen verklaring afgelegd.
Vaststaat mitsdien dat de verdachte in een bij hem in gebruik zijnde garageloods een gestolen auto voorhanden heeft gehad. Dat de auto van misdrijf afkomstig was, moet voor de verdachte evident zijn geweest, gezien de aanwezigheid van documenten van de aangever en van de eigenaar. Gelet hierop en bij gebreke van enige verklaring van de verdachte die tot een andere conclusie zou kunnen leiden, is buiten twijfel dat de verdachte deze auto aanwezig heeft gehad, wetende van de criminele herkomst en de verdachte deze auto dus heeft witgewassen.
gewoonte
Ook ten aanzien van het witwassen van zowel voormelde auto-onderdelen in het garagebedrijf van de verdachte te Wormerveer als van de auto in de garageloods te Krommenie valt vast te stellen dat de verdachte deze handelingen heeft verricht in het kader van zijn onderneming. De witwashandelingen hangen samen met de beroepsmatige bezigheden van de verdachte. Ook hier betreft het, mede gelet op hetgeen in zaak-A bewezen is verklaard, een continue en gestage wijze van handelen van de verdachte. Om deze reden zijn de bewezenverklaarde witwashandelingen aan te merken als door de verdachte te zijn begaan bij wege van gewoonte.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in zaak-A onder 1 en in zaak-B ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

zaak-A

Feit 1:
hij in de periode van 16 december 2013 tot en met 17 februari 2014 in Nederland telkens tezamen en in vereniging met anderen telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
(zaak 1)
op 16 december 2013 in Amsterdam een Volkswagen Golf, kenteken 49-RLS-7, toebehorend aan [slachtoffer 1] en
(zaak 13)
op 17 februari in Castricum een Audi Quattro RS4, kenteken 31-ZB-ZF, toebehorend aan [slachtoffer 14] en in de periode van 16 tot en met 17 februari 2014 in Castricum kentekenplaten, voorzien van het kenteken 93-HDN-3, toebehorend aan [slachtoffer 15] ;
en (witwassen)
hij op 16 december 2013 te Wormerveer, tezamen en in vereniging met anderen, van een voorwerp, te weten
(zaak 1)
een gestolen Volkswagen Golf, kenteken 49-RLS-7
de herkomst heeft verhuld, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf en van witwassen een gewoonte heeft gemaakt
en
hij in de periode van 27 april 2013 tot en met 15 april 2014 in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere(n), voorwerpen, te weten
(zaak 4)
een (gestolen) Volkswagen Transporter, kenteken 4-VRJ-60 en
(zaak 11)
een (gestolen) Volkswagen Golf, kenteken 91-RTZ-9
voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf en van witwassen een gewoonte heeft gemaakt
en
(zaak 13)
van een (gestolen) Audi Quattro RS4, kenteken 31-ZB-ZF
de herkomst heeft verhuld, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf en van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
en (heling)
hij op tijdstippen in de periode van 27 april 2013 tot en met 15 april 2014 te Wormerveer telkens
(zaak 4)
een gestolen Volkswagen Transporter, kenteken 4-VRJ-60 en
(zaak 11)
een gestolen Volkswagen Golf, kenteken 91-RTZ-9
voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voormelde auto’s telkens wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.

zaak-B

hij in de periode van 11 september 2013 tot en met 15 april 2014 in Nederland voorwerpen, te weten
(zaak 20)
een motorregelapparaat (horend bij de gestolen VW Golf met kenteken 64-RNN-2) en
een rechterportier (horend bij de gestolen VW Golf met kenteken 71-HXZ-8) en
4 portieren (horend bij een gestolen VW Golf met kenteken 53-JFN-9) en
(zaak 23)
een Renault Clio (met oorspronkelijk kenteken 25-ZNX-5)
voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf en terwijl verdachte van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Hetgeen in zaak-A onder 1 en in zaak-B meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen zijn opgenomen in de bijlage die bij dit arrest is gevoegd en daarvan deel uitmaakt.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in zaak-A onder 1 en in zaak-B bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in zaak-A onder feit 1 onder zaak 1 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen
Het in zaak-A onder feit 1 onder zaak 13 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd
Het in zaak-A onder feit 1 onder zaak 1 bewezen verklaarde levert op:
van het plegen van witwassen een gewoonte maken
Het in zaak-A onder feit 1 onder de zaken 4 en 11 bewezen verklaarde levert telkens op:
de eendaadse samenloop van:
van het plegen van witwassen een gewoonte maken
en
van het plegen van opzetheling een gewoonte maken
Het in zaak-B onder zaak 20 bewezen verklaarde levert op:
van het plegen van witwassen een gewoonte maken
Het in zaak-B onder zaak 23 bewezen verklaarde levert op:
van het plegen van witwassen een gewoonte maken

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het in zaak-A onder 1 en in zaak-B bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg ten aanzien van het in zaak-A onder 1 en 2 en het in zaak-B bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het in zaak-A onder 1 en 2 en het in zaak-B ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte, zoals daarvan mede is gebleken uit de reclasseringsrapportages en het door de raadsvrouw overgelegde behandelplan van een behandelaar van [coaching bureau] .
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de diefstal, het gewoontewitwassen en de gewoonteheling van auto’s en de diefstal van kentekenplaten, alsmede aan het bij wijze van gewoonte witwassen van auto-onderdelen. Door dit handelen heeft de verdachte de gedupeerden schade toegebracht en overlast aangedaan en opbrengsten uit misdrijf aan het zicht van justitie onttrokken. Voorts heeft zijn handelen bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen goederen. Op grond van de feiten en omstandigheden is aannemelijk geworden dat de verdachte zich heeft laten leiden door het oogmerk van snel en eenvoudig financieel gewin ten koste van anderen.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 16 juni 2016 is hij eerder onherroepelijk veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Beslissingen ten aanzien van het beslag

Verbeurdverklaring
Het in zaak-A onder 1 en in zaak-B ten laste gelegde en bewezen verklaarde is begaan met betrekking tot de op de beslaglijst [1] onder de nummers 35 tot en met 41 genummerde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen. Zij behoren de verdachte toe en zullen daarom worden verbeurd verklaard. Met de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat de omstandigheid dat op deze voorwerpen naast strafrechtelijk- eveneens conservatoir beslag is gelegd niet in de weg staat aan het nemen van de beslissing tot verbeurdverklaring daarvan.
Onttrekking aan het verkeer
De op de beslaglijst onder de nummers 58, 78 en 113 genummerde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen behoren aan de verdachte toe en zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het onder in zaak-B begane misdrijf aangetroffen. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien het bewezenverklaarde met betrekking tot die voorwerpen is begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen in strijd is met het algemeen belang en/of de wet.
De op de beslaglijst onder de nummers 11, 12, 13, 21 tot en met 33, 42 tot en met 49, 50 tot en met 57, 59 tot en met 63, 65, 66, 68 tot en met 72, 74, 75, 77, 81, 83, 84, 85, 86, 89 tot en met 97, 98 tot en met 104, 106, 107, 115 en 116 genummerde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen behoren aan de verdachte toe en zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het onder in zaak-A en in zaak-B begane misdrijf aangetroffen. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien het bewezenverklaarde met betrekking tot die voorwerpen is begaan, zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen in strijd is met het algemeen belang en/of de wet en/of zij kunnen dienen tot het begaan of het voorbereiden van soortgelijke feiten.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] (zaak 4)

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 23.137,11. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep geheel toegewezen.
Het hof is van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat de gestelde schade door het bewezen verklaarde handelen van de verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13] (zaak 11)

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 23.045,89. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep geheel toegewezen.
Het hof is van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat de gestelde schade door het bewezen verklaarde handelen van de verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36d, 55, 57, 63, 311, 417 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissingen tot vrijspraak van het in zaak-A onder feit 1 onder zaak 3, 5, 6 en 7 ten laste gelegde.
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissingen tot vrijspraak van het in zaak-A onder feit 1 als diefstal ten laste gelegde onder zaak 4 en 11.
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissingen tot vrijspraak van het in zaak-A onder feit 1 als witwassen ten laste gelegde onder de navolgende zaken:
  • zaak 4, tweede cumulatief/alternatief (‘
  • zaak 13, tweede cumulatief/alternatief (‘
  • zaak 14, tweede cumulatief/alternatief (‘
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissingen tot vrijspraak van het in zaak-A onder feit 1 als heling ten laste gelegde onder de zaak 1, 13 en 14 en in zaak 4 als tweede cumulatief/alternatief (‘
en/of (gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 1-VGR-38’).
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing tot vrijspraak van het in zaak-B onder zaak 21 ten laste gelegde.
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing tot vrijspraak van het in zaak-B onder zaak 20 ten laste gelegde als:
  • eerste cumulatief/alternatief (‘een Renault Clio voorzien van kenteken 1 8-ZPS-7 (voorzien van gestolen onderdelen uit de Renault Clio met oorspronkelijk kenteken 25-ZNX-5)’);
  • tweede cumulatief/alternatief (‘een Audi A3 met kenteken 01-PPL-7 (voorzien van gestolen onderdelen)’);
  • derde cumulatief/alternatief (‘een VW Golf met kenteken 31-PH-SB (voorzien van gestolen brandstofmotor)’);
  • vijfde cumulatief/alternatief (‘een instrumentenpaneel (horend bij de gestolen VW Golf met kenteken 7-KTJ-36)’).
Vernietigt het vonnis – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in zaak-A onder feit 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in zaak-A onder 1 en in zaak-B ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in zaak-A onder 1 en het in zaak-B bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de op de beslaglijst onder 35 tot en met 41 genummerde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de op de beslaglijst onder 11, 12, 13, 21 tot en met 33, 42 tot en met 49, 50 tot en met 63, 65, 66, 68 tot en met 72, 74, 75, 77, 78, 81, 83, 84, 85, 86, 89 tot en met 97, 98 tot en met 104, 106, 107, 113, 115 en 116 genummerde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Gelast de
bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de op de beslaglijst onder 1 tot en met 10, 64 en 67 genummerde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de op de beslaglijst onder 14 tot en met 20, 34, 73, 76, 79, 80, 82, 87, 88, 105, 108 tot en met 112 en 114 genummerde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 5] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 13] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.A.M. Hoek, mr. H.S.G. Verhoeff en mr. H.A. van Eijk, in tegenwoordigheid van mr. F.A. Dudok van Heel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 juli 2016.

Voetnoten

1.Het hof gaat bij de beoordeling van het beslag uit van de beslaglijst zoals gehecht aan het vonnis van de rechtbank, waaraan links naast de kolom met voorwerpen handgeschreven nummers zijn toegevoegd. Een kopie van deze lijst is als bijlage bij dit arrest gevoegd.