ECLI:NL:GHAMS:2016:2988

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 juli 2016
Publicatiedatum
25 juli 2016
Zaaknummer
23-000110-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal en witwassen van voertuigen en kentekenplaten met vrijspraak voor deelname aan criminele organisatie en overval op juwelier

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte werd beschuldigd van diefstal en witwassen van verschillende voertuigen en kentekenplaten, alsook van deelname aan een criminele organisatie en medeplichtigheid aan een overval op een juwelier. De rechtbank had de verdachte op 24 december 2014 vrijgesproken van deelname aan een criminele organisatie en medeplichtigheid aan de overval, maar het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep tegen deze vrijspraken.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen in de periode van 16 december 2013 tot en met 17 februari 2014 meerdere voertuigen heeft gestolen, waaronder een Volkswagen Golf en een Audi Quattro, en deze heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat deze afkomstig waren uit misdrijf. De verdachte is ook schuldig bevonden aan het witwassen van deze voertuigen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte niet kan worden vervolgd voor de heling van de Volkswagen Transporter, omdat niet bewezen kon worden dat hij op het moment van verwerving wist dat deze van misdrijf afkomstig was.

De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft ook beslist over de onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen en heeft de benadeelde partij in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de criminele activiteiten.

Uitspraak

parketnummer: 23-000110-15
datum uitspraak: 22 juli 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar van 24 december 2014 in de strafzaak onder parketnummer 15-870157-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 10 september 2015, 28 juni 2016, 29 juni 2016, 1 juli 2016 en 8 juli 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten aanpassing van de omschrijving van de tenlastelegging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2013 tot en met 1 maart 2014 te Amsterdam en/of Heemskerk en/of Assendelft en/of Krommenie en/of Velsen-Noord en/of Castricum, in elk geval in Nederland (telkens)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, al dan niet door middel van braak en/of verbreking en/of een valse sleutel, (onder meer):
(zaak 1)
(op 16 december 2013 in Amsterdam) een Volkswagen Golf, kenteken 49-RLS-7 (toebehorend aan [slachtoffer 1] )
en/of
(zaak 3)
(in de periode van 27 tot en met 29 april 2013 in Velsen-Noord en/of op 2 mei 2013 in Heemskerk) (telkens) een BMW, Duits kenteken RE-GL-1964 (toebehorend aan [slachtoffer 2] ) en/of
(in de periode van 1 tot en met 2 mei 2013 in Assendelft) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 8-KLB-19 (toebehorend aan [slachtoffer 3] ) en/of
(in de periode van 3 tot en met 4 mei 2013 in Amsterdam) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 21-GKK-2 (toebehorend aan [slachtoffer 4] )
en/of
(zaak 4)
(in de periode van 17 tot en met 18 december 2013 in Heemskerk) een Volkswagen Transporter, kenteken 4-VRJ-60 (toebehorend aan [slachtoffer 19] ) en/of
(in de periode van 17 tot en met 18 december 2013 in Heemskerk)kentekenplaten, voorzien van het kenteken 1-VGR-38 (toebehorend aan [slachtoffer 20] ) en/of
(zaak 5)
(in de periode van 26 tot en met 27 oktober 2013 in Amsterdam) een BMW, kenteken 00-RNR-4 (toebehorend aan [slachtoffer 5] ) en/of (in de periode van de periode van 26 tot en met 27 oktober 2013 in Amsterdam) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 02-XR-TZ (toebehorend aan [slachtoffer 6] ) en/of
(zaak 6)
(in de periode van 6 tot en met 7 januari 2014 in Amsterdam) een Audi, kenteken 25-ZJF-6 (toebehorend aan [slachtoffer 7] ) en/of (in de periode van 6 tot en met 7 januari 2014 in Assendelft) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 54-GX-JH (toebehorend aan [slachtoffer 8] ) en/of
(zaak 7)
(in de periode van 25 tot en met 26 november 2013 in Wormer) een Volkswagen Polo, kenteken 61-KTD-9 (toebehorend aan [slachtoffer 9] ) en/of (in de periode van 25 tot en met 26 november 2013 in Krommenie) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 99-NTT-2 (toebehorend aan [slachtoffer 10] ) en/of
(zaak 11)
(in de periode van 19 tot en met 21 januari 2014 in Assendelft) - een Volkswagen Golf, 91-RTZ-9 (toebehorend aan [slachtoffer 11] ) en/of
(zaak 13)
(op 17 februari in Castricum) een Audi Quattro RS4, kenteken 31-ZB-ZF (toebehorend aan [slachtoffer 12] ) en/of
(in de periode van 16 tot en met 17 februari 2014 in Castricum) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 93-HDN-3 (toebehorend aan [slachtoffer 13] ) en/of
(zaak 14)
(in de periode van 13 tot en met 14 februari 2014 in Heemskerk) een Volkswagen Transporter, 2-VNB-82 (toebehorend aan [slachtoffer 14] ) en/of
(op 14 februari 2014 in Heemskerk) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 42-BS-ZS (toebehorend aan [slachtoffer 15] )
en/of (witwassen)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2013 tot en met 15 april 2014 te Amsterdam en/of Heemskerk en/of Assendelft en/of Krommenie en/of Velsen-Noord en/of Castricum en/of Wormerveer, in elk geval in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een of meerdere voorwerp(en), te weten
(zaak 1)
een (gestolen) Volkswagen Golf, kenteken 49-RLS-7 en/of
(zaak 3)
een (gestolen) BMW, Duits kenteken RE-GL-1964 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 8-KLB-19 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 21-GKK-2 en/of
(zaak 4)
een (gestolen) Volkswagen Transporter, kenteken 4-VRJ-60 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 1-VGR-38 en/of
(zaak 5)
een (gestolen) BMW, kenteken 00-RNR-4 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 02-XR-TZ en/of
(zaak 6)
een (gestolen) Audi, kenteken 25-ZJF-6 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 54-GX-JH en/of
(zaak 7)
een (gestolen) Volkswagen Polo, kenteken 61-KTD-9 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 99-NTT-2 en/of
(zaak 11)
een (gestolen) Volkswagen Golf, kenteken 91-RTZ-9 en/of
(zaak 13)
een (gestolen) Audi Quattro RS4, kenteken 31-ZB-ZF en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 93-HDN-3 en/of
(zaak 14)
een (gestolen) Volkswagen Transporter, kenteken 2-VNB-82 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 42-BS-ZS
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een of meerdere voorwerp(en), te weten genoemde auto's en/of kentekenplaten, gebruik heeft gemaakt en/of van voornoemde goederen de werkelijke aard en/of de herkomst heeft verborgen en/of heeft verhuld, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf en/of van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
en/of (heling)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2013 tot en met 15 april 2014 in Wormerveer en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
(zaak 1)
een (gestolen) Volkswagen Golf, kenteken 49-RLS-7 en/of
(zaak 3)
een (gestolen) BMW, Duits kenteken RE-GL-1964 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 8-KLB-19 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 21-GKK-2 en/of
(zaak 4)
een (gestolen) Volkswagen Transporter, kenteken 4-VRJ-60 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 1-VGR-38 en/of
(zaak 5)
een (gestolen) BMW, kenteken 00-RNR-4 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 02-XR-TZ en/of
(zaak 6)
een (gestolen) Audi, kenteken 25-ZJF-6 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 54-GX-JH en/of
(zaak 7)
een (gestolen) Volkswagen Polo, kenteken 61-KTD-9 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 99-NTT-2 en/of
(zaak 11)
een (gestolen) Volkswagen Golf, kenteken 91-RTZ-9 en/of
(zaak 13)
een (gestolen) Audi Quattro RS4, kenteken 31-ZB-ZF en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 93-HDN-3 en/of
(zaak 14)
een (gestolen) Volkswagen Transporter, kenteken 2-VNB-82 en/of
(gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 42-BS-ZS
heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voormelde auto's en/of kentekenplaten (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2013 tot en met 15 april 2014 te Wormerveer, gemeente Zaanstad en/of elders in Nederland,
heeft deelgenomen aan een organisatie, die bestond uit een samenwerkingsverband van verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of één of meer andere personen,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het plegen van diefstal(len) (diefstallen van auto’s en/of kentekenplaten; art 310/311 Sr) en/of gewoontewitwassen (het verhullen van de werkelijke afkomst van auto’s en/of auto-onderdelen; art. 420b Sr) en/of het (telkens) verwerven, voorhanden hebben, overdragen, omzetten althans gebruik maken van voorwerpen terwijl hij en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat voornoemde voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf (heling van auto’s en/of auto-onderdelen; 416 Sr);
3:
hij in of omstreeks de periode van 11 september 2013 tot en met 15 april 2014, te Wormerveer, gemeente Zaanstad, en/of Beverwijk en/of Heemskerk en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer voorwerp(en), te weten (onder meer)
(zaak 20)
een Renault Clio voorzien van kenteken 18-ZPS-7 (voorzien van gestolen onderdelen uit de Renault Clio met oorspronkelijk kenteken 25-ZNX-5) en/of
een Audi A3 met kenteken 01-PPL-7 (voorzien van gestolen onderdelen) en/of
een VW Golf met kenteken 31-PH-SB (voorzien van gestolen brandstofmotor) en/of
een motorregelapparaat (horend bij de gestolen VW Golf met kenteken 64-RNN-2) en/of
een instrumentenpaneel (horend bij de gestolen VW Golf met kenteken 7-KTJ-36) en/of
een rechterportier (horend bij de gestolen VW Golf met kenteken 71-HXZ-8) en/of
4 portieren (horend bij een gestolen VW Golf met kenteken 53-JFN-9) en/of
(zaak 21)
een sleutel (behorend bij de gestolen BMW met kenteken 89-GZH-7) en/of
een bromfiets (voorzien van gestolen motor) en/of
een Mercedes Benz (oorspronkelijk horend bij kenteken 50-RB-ZV, gestolen op 7 oktober 2010) en/of
navigatie (in de VW Golf met kenteken 1-TFS-36, afkomstig uit gestolen Golf 83-JKS-2) en/of
(zaak 23)
een Renault Clio (met oorspronkelijk kenteken 25-ZNX-5)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een of meerdere voorwerp(en), te weten voorvermeld(e) goed(eren) een of meer (onderdelen van) voertuig(en) gebruik heeft gemaakt en/of van voornoemde goederen de werkelijke aard en/of de herkomst heeft verborgen en/of heeft verhuld, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf en/of terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
4:
hij op of omstreeks 27 januari 2012 te Assendelft, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een gebouw / een voor publiek toegankelijke plaats, te weten een (winkel)pand, met daarin een filiaal van een [winkel] , opzettelijk heeft vernield of beschadigd, terwijl daarvan gemeen gevaar voor voormeld winkelpand, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was, immers hebben/heeft verdachte en/of zijn mededader(s) met een personenauto door de hoofdingang en/of voorgevel van voormeld winkelpand gereden
en/of
hij op of omstreeks 27 januari 2012 te Assendelft, gemeente Zaanstad, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de [winkel] , (gelegen aan de [adres 2] ) weg te nemen een kluis, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [winkel] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voormelde supermarkt te verschaffen en/of die weg te nemen kluis onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een personenauto door de hoofdingang en/of (voor)gevel van het pand (waarin voormelde supermarkt is gevestigd) heeft/hebben gereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5:
primairhij op of omstreeks 11 maart 2014 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen sieraden en/of geld en/of goud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan juwelierszaak [juwelier] , althans aan [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 17] en/of [slachtoffer 16] (de eigenaars van voormelde juwelierszaak) en/of (de aldaar aanwezige boekhouder) [slachtoffer 18] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededaders:
- gemaskerd met (een) bivakmuts(en) de (tussen)deur heeft/hebben geforceerd en (vervolgens) de winkelruimte heeft/hebben betreden en/of
- aan de aldaar aanwezige [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] vuurwapen(s) heeft/hebben getoond en daarbij hard heeft/hebben geschreeuwd: “kluis open” en/of
- een of meer vuurwapen(s) gericht op die [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 17] heeft/hebben gehouden en/of daarbij heeft/hebben gezegd dat zij naar voren moesten lopen;
subsidiairtot op heden onbekend gebleven daders op 11 maart 2014 te Eindhoven, althans in Nederland
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uitjuwelierszaak [juwelier] hebben weggenomen een (grote) hoeveelheid sieraden en/of geld en/of goud in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan juwelierszaak [juwelier] , althans [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] (eigenaars van de juwelierszaak) en/of [slachtoffer 18] (de aldaar aanwezige boekhouder), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat deze een of meer van deze daders:
- gemaskerd met bivakmuts(en) de (tussen)deur heeft/ hebben geforceerd en (vervolgens) de winkelruimte heeft/hebben betreden en/of
- aan de aldaar aanwezige [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] vuurwapen(s) heeft/hebben getoond en daarbij hard heeft/hebben geschreeuwd: “kluis open” en/of
- een of meer vuurwapen(s) gericht op die [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 17] heeft/hebben gehouden en/of daarbij heeft/hebben gezegd dat zij naar voren moesten lopen
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 17 februari 2014 tot en met 11 maart 2014 te Eindhoven en/of elders in Nederland
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- een (gestolen) vluchtauto en/of gestolen kentekenplaten te regelen/verzorgen en/of
- de (gestolen) vluchtauto naar en van de juwelierszaak te besturen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Omvang van het hoger beroep

feiten 3 en 4
De verdachte is door rechtbank geheel vrijgesproken van hetgeen aan hem onder de feiten 3 en 4 is ten laste gelegd.
feit 1
De verdachte is door rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem onder feit 1 onder zaak 3, 5, 6, 7 en 11 is tenlastegelegd.
diefstal
De verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem onder feit 1 als diefstal is tenlastegelegd onder zaak 4.
witwassen
De verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem onder feit 1 in de navolgende zaken is tenlastegelegd als witwassen:
  • zaak 4, tweede cumulatief/alternatief (‘
  • zaak 13, tweede cumulatief/alternatief (‘
  • zaak 14, tweede cumulatief/alternatief (‘
heling
De verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem onder feit 1 als heling is ten laste gelegd in zaak 1, 13 en 14 en in zaak 4 als tweede cumulatief/alternatief (‘
en/of (gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 1-VGR-38’).
Het hof is van oordeel dat ten aanzien van het onder feit 1 ten laste gelegde, waarin feiten zijn ten laste gelegd die van elkaar zijn gescheiden door de woorden ‘en/of’, sprake is van gevoegde feiten in de zin van artikel 404, vijfde lid Sv.
Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid Sv staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven beslissingen tot vrijspraak, zoals hiervoor aangegeven.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.

Inleiding

Het hof stelt, samenvattend, vast dat, voor zover in hoger beroep inhoudelijk aan de orde, aan de verdachte onder feit 1 is ten laste gelegd de diefstal (al dan niet gepleegd tezamen met anderen) van een drietal auto’s, te weten een Volkswagen Golf (zaak 1), een Audi Quattro RS4 (zaak 13) en een Volkswagen Transporter (zaak 14).
Voorts is, eveneens voor zover in hoger beroep inhoudelijk aan de orde, aan de verdachte onder feit 1 mede ten laste gelegd het (bij wege van gewoonte) witwassen van diezelfde Volkswagen Golf (zaak 1), van diezelfde Audi Quattro (zaak 13) en van diezelfde Volkswagen Transporter (zaak 14). Ook is aan de verdachte, voor zover in hoger beroep inhoudelijk aan de orde, het (bij wege van gewoonte) witwassen ten laste gelegd van een andere gestolen Volkswagen Transporter (zaak 4). De tenlastelegging houdt tevens subsidiair in dat de verdachte deze feiten als schuldwitwassen heeft begaan.
Daarnaast is, voor zover in hoger beroep inhoudelijk aan de orde, aan de verdachte onder feit 1 mede ten laste gelegd de (schuld)heling van voormelde Volkswagen Transporter (zaak 4).
Voorts is in hoger beroep inhoudelijk aan de orde het als feit 2 aan de verdachte ten laste gelegde deelnemen aan een organisatie die als oogmerk had het plegen van, kort gezegd, voertuigcriminaliteit.
Tenslotte is in hoger beroep inhoudelijk aan de orde de als feit 5 aan de verdachte ten laste gelegde diefstal met geweld in vereniging bij een juwelierszaak te Eindhoven, subsidiair de medeplichtigheid daaraan.

Vrijspraak feit 2

Het hof overweegt dat voor het bestaan van een samenwerkingsverband dat als oogmerk het plegen van misdrijven heeft, sprake zal moeten zijn van een samenwerkingsverband met een zekere structuur en van een zekere continuïteit.
Dat de verdachte zich gedurende een langere periode heeft beziggehouden met voertuigcriminaliteit vloeit uit de overige bewezenverklaarde feiten voort. Ook vloeit daaruit voort dat de verdachte een aantal van de door hem begane feiten tezamen met dezelfde andere personen heeft gepleegd. Niet blijkt echter van een duurzaam samenwerkingsverband met een zekere structuur tussen de verdachte en de medeverdachten.
Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder feit 2 is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.

Vrijspraak feit 5

Op 11 maart 2014 is de juwelier [juwelier] in Eindhoven overvallen. Als feit 5 in deze zaak wordt de verdachte strafbare betrokkenheid bij deze overval verweten, primair als medepleger, subsidiair als medeplichtige. Met betrekking tot dat laatste verwijt is de verdachte ten laste gelegd – kortweg – dat hij de vluchtauto met gestolen kentekenplaten heeft geregeld en gereden. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het medeplegen en veroordeeld voor de medeplichtigheid.
De advocaat-generaal heeft zich geschaard achter het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft vrijspraak van de gehele tenlastelegging bepleit.
Het hof overweegt het volgende.
De juwelier is overvallen door vier personen, van wie één buiten de zaak bleef staan. De vier zijn met de buit, bestaande uit geld, goud en sieraden op twee scooters gevlucht, die even verderop zijn achtergelaten. Gezien wordt dat de vier overstappen in een Audi, waarin zich dan in totaal vijf personen bevinden. De Audi wordt op de A2 nog gezien en verdwijnt uit het zicht bij de afslag Boxtel/Esch. De telefoon van de verdachte straalt rond deze tijd ruim anderhalf uur zendmasten in Boxtel aan. Uit de stukken blijkt dat de verdachte met zijn telefoon contact onderhoudt met zijn broer [medeverdachte 2] en met [medeverdachte 3] . Deze twee bevinden zich op dat moment in Noord-Holland en duidelijk is dat beiden onverwacht door de verdachte worden gevraagd om richting het zuiden te komen, de verdachte ‘heeft stress’. Uit het dossier komt ook naar voren dat de ontmoetingsplaats waarschijnlijk het tankstation bij De Lucht in Bruchem zal zijn, langs de A2. Een dag na de overval wordt de vluchtauto aangetroffen in Assendelft en weggesleept. In de auto worden juwelen aangetroffen, die toebehoren aan de overvallen juwelier. Rond het wegslepen worden in de directe omgeving van de Audi twee auto’s waargenomen die opvallen. Een staat op naam van de zus van de verdachte en een op naam van de vader van [medeverdachte 3] .
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard niets met de overval te maken te hebben. Hij heeft bevestigd dat hij daags na de overval en twee dagen daarna met zijn telefoon zoekslagen heeft gemaakt naar websites van inkopers van goud en naar de website
Crimescene, waarop wordt gerefereerd aan de overval op deze juwelier. De verdachte heeft verder niets willen verklaren, ook niet over zijn aanwezigheid in of bij Boxtel op de dag van de overval.
De advocaat-generaal heeft aangegeven dat tot het bewijs van dit feit ook hoort te dienen dat de vluchtauto eerder dat jaar is gestolen en dan wordt gezien bij de garage van [medeverdachte 2] , voornoemde broer van de verdachte, waar – naast deze – ook de verdachte en [medeverdachte 3] worden gezien.
Ten aanzien van het primair tenlastegelegde is het hof – met de advocaat-generaal en de raadsvrouw – evenals de rechtbank van oordeel dat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken, nu niet kan worden vastgesteld dat de verdachte één van de vier overvallers is geweest of anderszins op nauwe en bewuste wijze met hen heeft samengewerkt.
Vervolgens komt het hof toe aan de beoordeling van het subsidiair ten laste gelegde, de medeplichtigheid aan de overval. De rechtbank heeft het toenmalig zwijgen van de verdachte daar, waar de redengevende feiten en omstandigheden ‘schreeuwden’ om een verklaring van zijn kant, doen bijdragen aan het bewijs van diens medeplichtigheid.
Het hof overweegt dat aan de hierboven geschetste feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang beschouwd een de verdachte belastend karakter niet kan worden ontzegd, maar komt tot het oordeel dat niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte strafbaar betrokken is geweest bij de overval. Van de aanwezigheid van de verdachte in Eindhoven op de dag van de overval is niet gebleken en evenmin kan worden vastgesteld dat de verdachte de vluchtauto heeft geregeld of bestuurd. Uit verdachtes stilzwijgen bij vragen over de dag van de overval kan het tegendeel niet worden afgeleid.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte ook te worden vrijgesproken van het subsidiair ten laste gelegde en is naar het oordeel van het hof derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 5 primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat hij van dit feit wordt vrijgesproken.

Vrijspraak feit 1 onder zaak 14

Het hof acht niet bewezen dat de verdachte de aan hem verweten diefstal in vereniging van een Volkswagen Transporter, kenteken 2-VNB-82 en van de kentekenplaten 42-BS-ZS (zaak 14) heeft begaan. Daartoe overweegt het hof het volgende.
De verdenking dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de diefstal van de Volkswagen Transporter en van de kentekenplaten van een gelijksoortige auto, die in de buurt van de weggenomen Volkswagen Transporter was geparkeerd, is gebaseerd op bewegingen van het, van een peilbaken voorziene, voertuig van de medeverdachte [medeverdachte 3] in de nacht waarin de diefstal plaatsvond. Uit deze bewegingen valt te concluderen dat deze auto zich in de betreffende nacht (van 13 op 14 februari 2014) heeft opgehouden in de nabijheid van de plaats waar de diefstallen zijn gepleegd. Voorts valt aan de inhoud van telefonische contacten tussen [medeverdachte 3] en de verdachte het vermoeden te ontlenen dat de verdachte door [medeverdachte 3] in de betreffende nacht omstreeks 01.10 á 01.20 uur is opgehaald. Kort daarna, om 02.11 uur, is, zo is aan de hand van de beelden van de camera, gericht op het garagebedrijf aan [adres 3] te Wormerveer van de broer van de verdachte, de medeverdachte [medeverdachte 2] , vast te stellen, dat deze medeverdachte als passagier in de auto van [medeverdachte 3] gestapt. Daarna is de auto van [medeverdachte 3] naar de plek waar de diefstallen hebben plaatsgevonden gereden.
De verdenking tegen de verdachte is voorts gevoed doordat, zoals uit camerabeelden is gebleken, de volgende dag, 14 februari 2014, om 13.07 uur een Volkswagen Transporter, voorzien van een kenteken, 42-BS-ZS, gelijk aan het kenteken van de die nacht gestolen kentekenplaten, het garagebedrijf van de medeverdachte [medeverdachte 2] aan de [adres 3] te Wormerveer werd binnengereden.
Niet is vastgesteld dat de Volkswagen Transporter die op 14 februari 2014 om 13.07 uur het garagebedrijf van de medeverdachte is binnengereden, de die nacht gestolen Volkswagen Transporter, kenteken 2-VNB-82, is geweest. Dat de Volkswagen Transporter die het garagebedrijf werd binnengereden, was voorzien van kentekenplaten die niet bij dat voertuig hoorden en die de voorafgaande nacht gestolen waren in de nabijheid van de plaats waar de Volkswagen Transporter, kenteken 2-VNB-82 was weggenomen, geeft te denken, maar is ontoereikend om met buiten gerede twijfel te kunnen vaststellen dat het dezelfde Volkswagen Transporter is geweest, als de Volkswagen Transporter met het kenteken 2-VNB-82, die diezelfde nacht was gestolen.
Dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van de kentekenplaten van de naburige Volkswagen Transporter is evenmin met voldoende mate van zekerheid vast te stellen.
De kentekenplaten zijn weggenomen in de nacht dat de auto van de medeverdachte [medeverdachte 3] , met mogelijk de verdachte als mede-inzittende, zich in de buurt van de diefstal bevond, maar dat de verdachte zich aan de diefstal (mede) schuldig heeft gemaakt, vloeit daar niet onontkoombaar uit voort, terwijl de omstandigheid dat (één van die) kentekenpla(a)t(en) zich de volgende dag op een auto bevond die het garagebedrijf van de medeverdachte [medeverdachte 2] werd binnengereden evenmin voldoende bewijs levert voor het (mede)daderschap van de verdachte.
Het hof volgt voorts niet de door de advocaat-generaal onderschreven bewijsredenering van de rechtbank, inhoudende dat middels schakelbewijs een bewezenverklaring kan volgen. Daartoe overweegt het hof in het bijzonder dat, wat er zij van een, op wel bewezen feiten gelijkende toedracht, in die redenering een wezenlijke schakel ontbreekt, te weten de vaststelling dat het gestolen goed (de weggenomen Volkswagen Transporter) daadwerkelijk in handen van de verdachte of zijn mededader(s) is gekomen.
Nu niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de gestolen Volkswagen Transporter, gekentekend 2-VNB-82 voorhanden heeft gehad of daar anderszins mee heeft gehandeld als ten laste gelegd, is evenmin bewezen dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het witwassen van deze Volkswagen Transporter.

Overwegingen ten aanzien van het bewijs

feit 1onder zaak 1
Ten aanzien van de onder feit 1 ten laste gelegde diefstal in vereniging van een Volkswagen Golf, kenteken 49-RLS-7, toebehorend aan [slachtoffer 1] (zaak 1), overweegt het hof dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte zich in de nacht van 15 op 16 december 2013, kort na de diefstal, tezamen met zijn medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] verplaatste in een auto. In die auto heeft de politie een schilderij waargenomen dat zowel qua voorstelling als qua verpakking, onbetwist, grote gelijkenis vertoont met een bij de diefstal van de Volkswagen Golf tevens weggenomen (verpakt) schilderij.
Voorts is uit beelden van de camera, gericht op het garagebedrijf van de broer van de verdachte, [medeverdachte 2] , gebleken dat deze in de middag na de diefstal bij zijn garagebedrijf bij zijn medeverdachte [medeverdachte 3] in dezelfde auto stapt als waarin zij die nacht op pad zijn geweest, en daarin wegrijdt. Op deze beelden is voorts te zien dat deze auto, tegelijk met de gestolen Golf, kenteken 49-RLS-7, ongeveer twintig minuten later terugkeert bij het garagebedrijf van de medeverdachte en daar naar binnen wordt gereden.
Uit deze bevindingen, in onderling verband en samenhang bezien en in aanmerking genomen dat de verdachte omtrent deze belastende omstandigheden geen enkele verklaring heeft willen afleggen, vloeit voort dat de verdachte in de nacht waarin de diefstal werd uitgevoerd, met zijn mededaders [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] in de auto van laatstgenoemde op pad is geweest en zij zich hebben meester gemaakt van de Volkswagen Golf, kenteken 49-RLS-7.
Het hof acht dan ook bewezen dat de verdachte, met anderen, deze Volkswagen Golf heeft gestolen.
Voorts acht het hof bewezen dat de verdachte, tezamen met anderen, deze gestolen Volkswagen Golf heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dit voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf.
feit 1 onder zaak 13
Ten aanzien van de onder feit 1 aan de verdachte ten laste gelegde diefstal in vereniging van een Audi Quattro, kenteken 31-ZB-ZF, toebehorend aan [slachtoffer 12] alsmede van kentekenplaten met kenteken 93-HDN-3, toebehorend aan [slachtoffer 13] (zaak 13), overweegt het hof het volgende.
Blijkens de aangiften is de Audi Quattro op 17 februari 2014 omstreeks 02.30 uur gestolen te Castricum. In dezelfde nacht zijn van een in de nabijheid geparkeerde andere Audi de kentekenplaten gestolen. Om 10.40 uur is de gestolen Audi, dan voorzien van de gestolen kentekenplaten, aangetroffen te Assendelft.
Uit de gegevens van een peilbaken onder de Volkswagen Golf, in gebruik bij de medeverdachte [medeverdachte 3] , blijkt dat deze auto zich in de bewuste nacht verplaatst heeft vanaf het garagebedrijf van de medeverdachte [medeverdachte 2] naar Castricum in de nabijheid van de diefstallen en daarna naar Assendelft in de nabijheid van de plaats waar de gestolen auto is neergezet. Ook is deze Volkswagen Golf in deze nacht door de politie waargenomen te Heemskerk, toen deze aldaar achter een Audi reed, die gelijkend was op de gestolen Audi.
Uit beelden van de camera, gericht op de ingang van het garagebedrijf van de medeverdachte [medeverdachte 2] aan de [adres 3] te Wormerveer, blijkt dat deze medeverdachte in de betreffende nacht om 01.15 uur als bijrijder in de Volkswagen Golf plaatsneemt, tegelijk met [medeverdachte 3] , die eveneens als passagier in de auto gaat zitten. Nadat de auto in Castricum is geweest, in Heemskerk en in Assendelft, blijkt dat de auto om 03.03 uur weer aankomt bij het garagebedrijf van de medeverdachte [medeverdachte 2] . Op de camerabeelden valt waar te nemen dat dan de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 3] uit de auto stappen, terwijl de – niet zichtbare – bestuurder de auto de garage binnenrijdt. Vervolgens valt te zien dat de verdachte, tezamen met zijn medeverdachten, het garagebedrijf verlaat.
Voormelde omstandigheden rechtvaardigen de slotsom dat de verdachte, met zijn medeverdachten, in de betreffende nacht op pad is geweest, naar de weg te nemen Audi Quattro is gegaan, zij deze hebben voorzien van de kentekenplaten van een in de nabijheid geparkeerde andere Audi, waarna de gestolen Audi Quattro is neergezet te Assendelft. Aldus heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan de diefstal in vereniging van zowel de Audi Quattro als de kentekenplaten.
Met betrekking tot het verwijt dat de verdachte met anderen deze door hem tezamen met anderen gestolen Audi Quattro heeft witgewassen, overweegt het hof dat de verdachte de gestolen Audi Quattro niet alleen heeft verworven en voorhanden heeft gehad, maar ook, met zijn mededaders, heeft voorzien van andere kentekenplaten. Daarmee heeft de verdachte met zijn mededaders de criminele herkomst van deze auto verhuld en aldus zich aan het medeplegen van witwassen van de auto schuldig gemaakt.
feit 1 onder zaak 4
Onder feit 1 is voorts aan de verdachte ten laste gelegd het witwassen alsmede de heling van een Volkswagen Transporter, kenteken 4-VRJ-60 (zaak 4). Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
De betreffende Volkswagen Transporter is in de vroege ochtend van 18 december 2013 gestolen te Heemskerk. In dezelfde nacht zijn de kentekenplaten met kentekennummer 1-VGR-38 van een in de nabijheid van de gestolen Volkswagen Transporter geparkeerde andere Volkswagen Transporter weggenomen.
Uit beelden van de camera, gericht op het garagebedrijf van de medeverdachte [medeverdachte 2] aan de [adres 3] te Wormerveer, blijkt dat op 19 december 2013 om 21.21 uur een Volkswagen Transporter, voorzien van het kenteken 1-VGR-38, de garage wordt binnengereden. Enkele uren later, op 20 december 2013 om 01.27 uur, wordt een Volkswagen Transporter, ontdaan van portieren, bumper en zijpaneel het garagebedrijf uitgereden, tegelijk met een donkerkleurige VW Golf, kenteken 69-HZN-5. Uit zogeheten ARS-gegevens is gebleken dat beide auto’s in de richting van een parkeerterrein, enkele kilometers verderop zijn gereden. Op de camerabeelden is vervolgens te zien dat de Volkswagen Golf, kenteken 69-HZN-5 kort daarop weer terugkeert bij het garagebedrijf. De onttakelde Volkswagen Transporter is vervolgens door de politie in brandende toestand aangetroffen op het parkeerterrein. De Transporter bleek de gestolen Volkswagen Transporter met het oorspronkelijk kenteken 4-VRJ-60 te zijn, en bleek te zijn voorzien van het gestolen kenteken 1-VGR-38.
Uit de beelden van de camera die is gericht op het garagebedrijf van de medeverdachte [medeverdachte 2] , blijkt voorts dat op 19 december 2013 om 21.21 uur een Volkswagen Golf, kenteken 69-HZN-5 aldaar arriveert op hetzelfde tijdstip als de gestolen Volkswagen Transporter. Uit deze Volkswagen Golf stapt een persoon, gelijkend op de verdachte en gekleed zoals de verdachte toen deze eerder die dag bij het garagebedrijf aanwezig was. Dezelfde persoon is te zien als deze op 20 december 2013 om 01.26 het toegangshek van het garagebedrijf ontsluit, terugloopt in het pand, waarna de Volkswagen Golf en de van onderdelen ontdane Volkswagen Transporter het garagebedrijf uitrijden. Voorts verschijnt deze persoon in beeld als de Volkswagen Golf om 01.37 uur weer terugkeert bij het garagebedrijf.
De verdachte heeft omtrent het hem ten laste gelegde geen verklaring willen afleggen.
Uit de gelijkenis tussen de persoon die op de beelden te zien is op 19 december 2013 om 21.21 uur en op 20 december 2013 om 01.26 uur en om 01.37 uur en de verdachte, leidt het hof af deze persoon daadwerkelijk de verdachte is geweest. Ook leidt het hof uit de betrokkenheid van de verdachte bij de Volkswagen Golf en zijn verdere gedragingen af dat de verdachte de inzittende is geweest van de Volkswagen Golf dan wel de Volkswagen Transporter, toen deze het bedrijfspand werden uitgereden en dat de verdachte de inzittende van de Volkswagen Golf was, toen deze even later bij het garagebedrijf terugkeerde.
Het hof neemt dan ook als vaststaand aan dat de verdachte tegelijk met de gestolen Volkswagen Transporter bij het garagebedrijf van zijn broer is aangekomen, in het garagebedrijf aanwezig was, toen daar in de nachtelijke uren de gestolen Volkswagen Transporter werd ontdaan van een aantal onderdelen. Vervolgens is de verdachte betrokken geweest bij het verplaatsen van de onttakelde Volkswagen Transporter in de richting van een parkeerterrein, alwaar deze in vlammen is opgegaan.
Deze omstandigheden zijn van dien aard dat buiten iedere twijfel is dat de verdachte moet hebben geweten dat de Volkswagen van misdrijf afkomstig was. Door deze Volkswagen Transporter, tezamen met anderen, voorhanden te hebben, heeft hij zich aan het medeplegen van witwassen van dit voorwerp schuldig gemaakt.
Ten aanzien van de heling van de gestolen Volkswagen Transporter overweegt het hof dat niet is vast te stellen, wanneer de verdachte dit voertuig voorhanden heeft gekregen. Daarom is niet bewezen dat de verdachte op het moment dat hij dit voertuig voorhanden kreeg, reeds wist dat dit door misdrijf was verkregen. Van de heling van de Volkswagen Transporter zal de verdachte dan ook worden vrijgesproken.
gewoonte
Uit het vorenstaande vloeit voort dat de verdachte in een korte periode zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen van meerdere gestolen auto’s. Deze feiten zijn echter niet zo veelvuldig of onder zulke omstandigheden begaan dat dit handelen van de verdachte als gewoontewitwassen kan worden aangemerkt. In zoverre zal de verdachte van het ten laste gelegde worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 16 december 2013 tot en met 17 februari 2014 in Nederland telkens tezamen en in vereniging met anderen telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
(zaak 1)
op 16 december 2013 in Amsterdam een Volkswagen Golf, kenteken 49-RLS-7, toebehorend aan [slachtoffer 1]
en
(zaak 13)
op 17 februari in Castricum een Audi Quattro RS4, kenteken 31-ZB-ZF, (toebehorend aan [slachtoffer 12] ) en
in de periode van 16 tot en met 17 februari 2014 in Castricum kentekenplaten, voorzien van het kenteken 93-HDN-3, toebehorend aan [slachtoffer 13] ;
en (witwassen)
hij in de periode van 16 december 2013 tot en met 17 februari 2014 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, voorwerpen, te weten
(zaak 1)
een (gestolen) Volkswagen Golf, kenteken 49-RLS-7 en
(zaak 4)
een gestolen Volkswagen Transporter, kenteken 4-VRJ-60 en
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf;
en
(zaak 13)
van een (gestolen) Audi Quattro RS4, kenteken 31-ZB-ZF
de herkomst heeft verhuld, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf.
Hetgeen onder 1 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen zijn opgenomen in de bijlage die bij dit arrest is gevoegd en daarvan deel uitmaakt.
Strafbaarheid van het onder feit 1 onder zaak 1 bewezen verklaarde (VW Golf 49-RLS-7 )
Het onder feit 1 onder zaak 1 bewezen verklaarde verwerven en/of voorhanden hebben levert geen strafbaar feit op. De verdachte dient te dien aanzien derhalve in zoverre te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Het hof overweegt daartoe dat volgens bestendige rechtspraak een gedraging slechts dan kan worden gekwalificeerd als witwassen indien de verdachte een uit eigen misdrijf verkregen voorwerp niet slechts heeft verworven of voorhanden heeft gehad, maar zijn gedragingen ook (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst daarvan. Het hof heeft bewezen verklaard dat de verdachte de Volkswagen Golf (49-RLS-7) – tezamen en in vereniging met anderen – heeft gestolen. Niet is gebleken dat de verdachte gedragingen heeft verricht om de criminele herkomst van die auto te verbergen of te verhullen. Het bewezenverklaarde kan derhalve niet worden gekwalificeerd als witwassen.

Strafbaarheid van het voor het overige bewezen verklaarde

Er is – behoudens voornoemde overweging ten aanzien van feit 1 onder zaak 1 – geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 in zaak 1 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen
Het onder 1 in zaak 13 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd
en
medeplegen van witwassen
Het onder 1 in zaak 4 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van witwassen

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg ten aanzien van het onder 1, 2 en 5 subsidiair bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1, 2 en 5 subsidiair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich tezamen met anderen schuldig gemaakt aan de diefstal en het witwassen van auto’s en de diefstal van kentekenplaten. Door dit handelen heeft de verdachte schade aan de gedupeerden toegebracht en bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen goederen. Op grond van de feiten en omstandigheden is aannemelijk geworden dat de verdachte heeft gehandeld uit winstbejag en de gestolen goederen voorhanden heeft gehad ter verwerving van economisch voordeel.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 16 juni 2016 is hij eerder ter zake van vermogensmisdrijven onherroepelijk veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Beslissingen ten aanzien van het beslag

Onttrekking aan het verkeer
De op de beslaglijst [1] onder de nummers 11, 12, 13 en 21 tot en met 33 genummerde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen behoren aan de verdachte toe en zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het onder 1 begane misdrijf aangetroffen. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien het bewezenverklaarde met betrekking tot die voorwerpen is begaan, zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen in strijd is met het algemeen belang en/of de wet en/of zij kunnen dienen tot het begaan of het voorbereiden van soortgelijke feiten.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 19] (zaak 4)

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 23.137,11. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep geheel toegewezen.
Het hof is van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat de gestelde schade door het bewezen verklaarde handelen van de verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 36b, 36d, 47, 57, 63, 311 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissingen tot vrijspraak ter zake van het onder 3 en 4 ten laste gelegde.
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissingen tot vrijspraak van het onder feit 1 onder zaak 3, 5, 6, 7 en 11 ten laste gelegde.
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing tot vrijspraak van het onder feit 1 als diefstal ten laste gelegde onder zaak 4.
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissingen tot vrijspraak van het onder feit 1 als witwassen ten laste gelegde onder de navolgende zaken:
  • zaak 4, tweede cumulatief/alternatief (‘
  • zaak 13, tweede cumulatief/alternatief (‘
  • zaak 14, tweede cumulatief/alternatief (‘
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissingen tot vrijspraak van het onder feit 1 als heling ten laste gelegde in zaak 1, 13 en 14 en in zaak 4 als tweede cumulatief/alternatief (‘
en/of (gestolen) kentekenplaten, voorzien van het kenteken 1-VGR-38’).
Vernietigt het vonnis – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2, 5 primair en 5 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 onder zaak 1 aldaar bewezen verklaarde verwerven en/of voorhanden hebben
niet strafbaaren ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Verklaart het onder 1 voor het overige bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de op de beslaglijst onder 11, 12, 13 en 21 tot en met 33 genummerde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Gelast de
bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de op de beslaglijst onder 1 tot en met 10 genummerde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de op de beslaglijst onder 14 tot en met 20 en 34 genummerde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 19]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 19] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Heft ophet geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.A.M. Hoek, mr. H.S.G. Verhoeff en mr. H.A. van Eijk, in tegenwoordigheid van mr. F.A. Dudok van Heel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 juli 2016.

Voetnoten

1.Het hof gaat bij de beoordeling van het beslag uit van de beslaglijst zoals gehecht aan het vonnis van de rechtbank, waaraan links naast de kolom met voorwerpen handgeschreven nummers zijn toegevoegd. Een kopie van deze lijst is als bijlage bij dit arrest gevoegd.