3.1. (i) ) IBB is een ingenieursbureau dat met name ontwerp- en adviesdiensten in de elektrotechniek levert. JOZ vervaardigt machines en werktuigen voor de land- en bosbouw.
(ii) Tussen IBB en JOZ is op 8 of 9 maart 2000 een (aldus het opschrift op het document) “strategische samenwerkingsovereenkomst” gesloten. Doel van de overeenkomst was te komen tot de gezamenlijke ontwikkeling en daaropvolgende exploitatie van een automatisch geleide mestrobot. In dat kader was IBB verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de elektronica, software en positioneringstechniek en de levering daarvan en was JOZ verantwoordelijk voor de mechanische aspecten (de bouw) alsmede het op de markt brengen van de mestrobot.
(iii) De overeenkomst omvat onder meer de volgende inleiding en artikelen:
(..)
overwegende dat:- partijen gezamenlijk de ontwikkeling van een automatisch geleide (mest)robot voor toepassing in behuizingen voor dieren zullen ontwikkelen;(..)
Artikel 1
“
Doel1. Partijen zullen gezamenlijk een automatisch geleide robot voor toepassing in behuizingen voor dieren ontwikkelen, welk apparaat in de wandelgangen bekend staat als: een mestrobot en dat hierna zal worden aangeduid als “het Product”. Partijen zullen alle kennis en ervaring inbrengen die noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het Product.2. De risico’s van partijen worden verdeeld naar de fase waarin de ontwikkeling en exploitatie van het Product zich zal bevinden.3. IBB draagt het risico voor het ontwikkelen van de elektronica en de positioneringstechniek. De overeengekomen vaste prijs is aan IBB verschuldigd op het moment dat zij tot genoegen van JOZ aantoont dat het prototype van het Product voldoet aan het door partijen geaccordeerde overzicht van eisen.4. JOZ draagt het risico van het op de markt brengen en tot een commercieel succes maken van het Product.”
Artikel 4
“
Besluit tot verdere ontwikkeling1. Indien IBB heeft aangetoond dat de uitkomst van de Haalbaarheidstest van de positioneringstechniek de verdere ontwikkeling van het project kan dragen zijn partijen gehouden de samenwerkingsovereenkomst voort te zetten.2. Partijen zullen in onderling overleg aan de hand van de onderzoeksresultaten van de Haalbaarheidstest van de positioneringstechniek een opzet maken voor de testsituaties die gezamenlijk de acceptatietest zullen vormen.”
Artikel 11
“
Haalbaarheid, beëindiging van samenwerking1. IBB is gerechtigd om tot en met de evaluatie van het Haalbaarheidsonderzoek van de positioneringstechniek en de vaststelling van de testsituaties, zonder gehoudenheid tot vergoeding of verrekening van kosten jegens de wederpartij, haar aandeel in het project te staken indien zij van mening is dat het project binnen de door partijen in overleg gestelde tijd of begroting niet uitvoerbaar is.“(..)”
Artikel 13
“
Vergoeding voor de ontwikkeling, prijs en verschuldigdheidIBB neemt het onderzoek naar positioneringstechniek en de ontwikkeling van de besturing van het Product aan tegen een vaste prijs van f 150.000,- exclusief BTW.”
Artikel 15 lid 3
“
Als vergoeding voor het risico in de ontwikkelfase ontvangt IBB voor ieder verkocht exemplaar van het Product een aandeel in de brutowinst die JOZ maakt met de verkoop van het Product.”
Artikel 16
“
Vergoeding verschuldigd bij verkoop
1. JOZ is voor ieder verkocht Product een vergoeding verschuldigd conform bijlage 2.
2. JOZ stelt binnen een maand na afloop van ieder kwartaal, of zoveel vaker als haalbaar is, een verkoopoverzicht ter beschikking van IBB en draagt zorg voor bijschrijving van het totaal verschuldigde bedrag op rekening van IBB binnen een maand na het ter beschikkingstellen van het verkoopoverzicht.
(..)Bijlage 2 bij de overeenkomst
“
Bijlage 2: Berekening brutowinstbijdrage en vergoeding
Voor de berekening van de opbrengsten wordt uitgegaan van het volgende voorbeeld:
(..)
Partijen spannen zich in om deze gezamenlijke kostprijs zo laag mogelijk te houden. Hiertoe zal een open calculatiebeleid worden opgezet. Het aan IBB toe te kennen deel van de bovengenoemde regel “Brutowinstbijdrage” is een percentage dat als volgt is vastgesteld:
Eerste 25 stuks 20 %
Volgende 100 stuks 33,3 %
Elk exemplaar daarna 20 %
(..)”
Artikel 19
“Verdere ontwikkeling
Aan de hand van praktijkervaringen kunnen partijen besluiten het Product verder te ontwikkelen. De kosten daarvan zullen in overleg over partijen worden verdeeld.”
Artikel 22
“Geheimhouding
1. Partijen garanderen dat zij gedurende de duur van de ze overeenkomst en na het eindigen c.q. de beëdiging van deze overeenkomst tegenover derden geheimhouding zal betrachten met betrekking tot alle informatie waarvan het vertrouwelijk karakter redelijkerwijs kan woorden aangenomen almede kennis omtrent bedrijfsaangelegenheden van elkaar, waarvan zij bij de totstandkoming en/of de uitvoering van deze overeenkomst kennis nemen.”
Artikel 26
“
26 Vervanging nietige bepalingen, overleving van bepalingen(..)2. De volgende bepalingen zullen ook na beëindiging van deze overeenkomst op welke wijze dan ook van kracht blijven: artikel 22, 27.”
Artikel 27
“
Exploitatie van spin-offs
1. Partijen zullen alle mogelijke spin-offs van de ontwikkeling van het Product gezamenlijk exploiteren op overeenkomstige wijze als in deze overeenkomst beschreven, tenzij een der partijen schriftelijk kenbaar heeft gemaakt in de exploitatie van een spin-off niet te willen deelnemen.
2. Een spin-off is een ontwikkeling die nauw verband houdt met het ontwikkelde product en valt binnen de interesse sfeer en het reguliere verkoopkanaal van partijen.3. Bij niet nakoming van het bepaalde in dit artikel verbeurt de overtredende partij een direct opeisbare boete van f 25.000,- en een bedrag gelijk aan het percentage dat verschuldigd is op de voet van het bepaalde in artikel 15.
4. Het is partijen nadrukkelijk toegestaan om de bij de uitvoering van deze overeenkomst verworven kennis te benutten in de ontwikkeling van andere producten en diensten welke niet zijn aan te merken als een spin-off van de ontwikkeling van het Product.”
(iv) Nadat in 2005 de mestrobot JT20 was gereedgekomen is in 2007 een tweede generatie mestrobot op de markt gebracht, de JT100 en vervolgens in 2011de JT 200.
(v) Bij brief van 24 januari 2013 heeft JOZ de samenwerkingsovereenkomst tegen 1 januari 2014 opgezegd. Bij e-mail van 28 januari 2013 heeft IBB tegen de opzegging geprotesteerd.
(vi) Naast de onderhavige procedure is tussen partijen bij de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, een tweede bodemprocedure aanhangig, deze is door IBB bij dagvaarding van 29 april 2014 ingeleid. JOZ heeft daarin een conclusie van antwoord genomen en een eis in reconventie ingesteld. De zaak is door de rechtbank op de parkeerrol geplaatst.