Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, hebben klagers op 14 juni 2016 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag, die op 18 mei 2016 de klacht van klagers tegen de notaris ongegrond had verklaard. De klagers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. A.A. Butselaar-Pesch, hebben op 5 juli 2016 een faxbericht naar het hof gestuurd waarin zij hun hoger beroep intrekken. Dit betekent dat het hof niet meer kan oordelen over de zaak, aangezien de klagers niet in het beroep kunnen worden ontvangen na de intrekking van hun hoger beroep.
Het hof heeft op 19 juli 2016 geoordeeld dat, omdat de klagers het hoger beroep hebben ingetrokken, zij niet-ontvankelijk zijn in hun beroep. De beslissing is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer en is genomen door de rechters A.D.R.M. Boumans, J.C.W. Rang en A.M.A. Verscheure. Deze uitspraak benadrukt het belang van de procedurele stappen in het hoger beroep en de gevolgen van het intrekken van een beroep.