3.1Deze zaak betreft zakelijk samengevat het volgende.
a. Medcor is een groothandel in farmaceutische producten. DNA is een online apotheek. [A] - hierna [A] te noemen - is bestuurder van DNA.
b. Medcor levert sinds september 2010 geneesmiddelen aan DNA. Contactpersoon voor DNA bij Medcor is S. ( [B] , commercieel en logistiek manager, hierna [B] te noemen. De samenwerking zag, in elk geval vanaf 2011, in het bijzonder op het leveren van “stoppen met roken”- medicatie (hierna smr-medicatie te noemen) door Medcor aan DNA. Medcor stuurde DNA daarvoor facturen.
c. In de betaling door DNA aan Medcor van de desbetreffende leveranties is een betalingsachterstand ontstaan. In dat verband heeft er op 11 april 2012 een bespreking plaatsgevonden tussen [B] en [C] - hierna [C] te noemen, financieel manager in dienst van Medcor - enerzijds en [A] en [D] (die met zijn BV sinds mei 2010 in opdracht van DNA de boekhouding van DNA doet, verder: [D] ) anderzijds. Naar aanleiding van die bespreking heeft [C] aan [A] en [D] het volgende geschreven:
“ Naar aanleiding van ons gesprek van hedenochtend hebben we de volgende afspraak gemaakt inzake de openstaande posten.
Vanaf heden zullen alle facturen die als vervaldatum 30 dagen hebben, wekelijks betaald worden. Hierdoor zullen de nieuwe zendingen geen betalingsachterstand oplopen. Wat betreft de facturen die op dit moment ouder dan 30 dagen zijn, welke een totaalbedrag betreft van € 122.110,77, zal per week beoordeeld worden wat betaald kan worden. Echter zal dit totale uitstaande bedrag uiterlijk 14 juli 2012 volledig betaald zijn.”
Op dezelfde dag heeft [A] per mail aldus op de mail van [C] geantwoord : “ Thanks en akkoord”.
d. Bij e-mail van 11 september 2012 heeft Medcor aan DNA onder meer laten weten dat ondanks die afspraak betaling door DNA nog steeds niet had plaatsgevonden, zodat Medcor – onder verwijzing naar haar leveringsvoorwaarden – zou starten met het sturen van rentenota’s, met als ingangsdatum 14 juli 2012.
e. Op 3 oktober 2012 heeft Medcor aan DNA bericht dat Medcor bereid was om aan DNA een (laatste) termijn van zes maanden te geven om de betalingsachterstand weg te werken. DNA heeft in de daarop volgende zes maanden de door Medcor verzonden rentenota’s betaald en enkele aflossingen verricht.
f. Op 29 maart 2013 heeft DNA een betaling van € 24.820,- verricht, waardoor het bedrag aan openstaande facturen nog € 73.339, - bedroeg.
g. Eveneens op 29 maart 2013 heeft DNA een factuur – gedateerd 27 maart 2013 – van € 73.339,96 aan Medcor gestuurd en zich daarbij beroepen op een door haar gestelde provisieafspraak tussen DNA en Medcor op grond waarvan haar laatstgenoemd bedrag van de zijde van Medcor zou toekomen.
h. In reactie daarop heeft Medcor het bestaan van de door DNA gestelde afspraak ontkend en DNA gesommeerd om binnen twee dagen € 73.339,- te betalen; DNA heeft aan die sommatie niet voldaan, waarna Medcor DNA in rechte heeft betrokken.
In de onderhavige procedure vordert Medcor in conventie de veroordeling van DNA tot betaling van € 74.330,- (eerdergenoemd bedrag van € 73.339,- met de openstaande rente voor de maand april 2013, inclusief wettelijke handelsrente tot de datum van dagvaarding), vermeerderd met wettelijke handelsrente daarover vanaf 26 april 2013 en kosten. DNA heeft de verschuldigdheid van de conventionele vordering betwist en zich daarbij bij wege van verrekening beroepen op een haar van de zijde van Medcor nog toekomend bedrag groot € 73.339,- vermeerderd met wettelijke handelsrente vanaf 27 maart 2013 en kosten, zulks op grond van de door haar – DNA - gestelde provisie-afspraak met Medcor waarvan hierna nog nader sprake zal zijn. In voorwaardelijke reconventie - voor het geval in conventie de vordering geheel of gedeeltelijk zou worden toegewezen - heeft DNA de veroordeling van Medcor gevorderd tot betaling van € 73.339,- met rente en kosten. Medcor heeft die provisie-afspraak en die tegenvordering bestreden.
i. Bij gelegenheid van de door de rechtbank op 8 november 2013 gehouden comparitie van partijen heeft de rechtbank - bij beslissing zoals in het proces-verbaal van die comparitie is opgenomen - DNA toegelaten de door haar gestelde provisieafspraak met Medcor te bewijzen. Nadat vervolgens een getuigenverhoor en een tegengetuigenverhoor waren gehouden en was voortgeprocedeerd heeft de rechtbank in het eindvonnis van 31 december 2014 in conventie DNA veroordeeld – kort gezegd – tot betaling aan Medcor van een bedrag van € 74.330,- vermeerderd met rente en kosten, waaronder buitengerechtelijke kosten. In reconventie is de vordering van DNA afgewezen, met haar veroordeling in de kosten van de reconventie.
j. Door middel van de grieven komt DNA op tegen door de rechtbank in het tussenvonnis (bewijsopdracht aan DNA) en het eindvonnis genomen beslissingen en de daarvoor gegeven motivering.