Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.V.O.F. [X] EN ZN.,
FRUITBEDRIJF [X] B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
geheleaflossingsvergoeding te laten betalen - en heeft in reconventie de vordering van Deutsche Bank toegewezen tot een bedrag van € 161.537. Tegen deze beslissingen en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt [X] in het principaal appel met zes grieven op en Deutsche Bank in het incidenteel appel met twee onvoorwaardelijke grieven en één voorwaardelijke grief. [X] heeft bovendien in hoger beroep haar eis gewijzigd met dien verstande dat onder 1) subsidiair wordt gevorderd dat voor recht wordt verklaard dat het beroep van Deutsche Bank op artikel 4 van de Algemene Bepalingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, onder 2) wordt gevorderd dat voor recht wordt verklaard dat Deutsche Bank geen rechten kan ontlenen aan de bankgarantie en onder 3) wordt gevorderd dat de bankgarantie dient te worden geretourneerd binnen 14 dagen na het in deze te wijzen arrest op straffe van dwangsommen. Deutsche Bank heeft tegen deze eiswijziging geen bezwaar gemaakt en ook ambtshalve ziet het hof geen aanleiding om haar buiten beschouwing te laten, zodat op de gewijzigde eis recht zal worden gedaan.