In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 2 juli 2015 was gewezen. De verdachte, geboren in 1989 en thans gedetineerd, was beschuldigd van mishandeling van een slachtoffer op 18 oktober 2014 in Amsterdam. Tijdens de zitting op 20 mei 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer in het gezicht heeft geslagen, wat wettig en overtuigend bewezen is verklaard. Het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd en de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. De strafbaarheid van de verdachte werd niet uitgesloten, en het hof heeft de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte in overweging genomen.
De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een werkstraf van 15 uur, maar het hof heeft in hoger beroep besloten tot een gevangenisstraf van één week. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij mr. F.A. Hartsuiker niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.