ECLI:NL:GHAMS:2016:2607

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 juni 2016
Publicatiedatum
5 juli 2016
Zaaknummer
23-001222-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor belaging na veelvuldige ongewenste communicatie

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 10 maart 2015. De verdachte, geboren in Suriname in 1958, werd beschuldigd van belaging van twee slachtoffers door hen in de periode van 1 maart 2014 tot en met 7 mei 2014 meer dan 1200 keer te bellen en te sms'en. Tijdens de zitting in hoger beroep op 20 mei 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte.

De tenlastelegging omvatte het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers met het doel hen te dwingen iets te doen of vrees aan te jagen. Het hof heeft vastgesteld dat er verschillende telefoons en simkaartjes in het huis van de verdachte zijn aangetroffen, maar het bewijs dat de verdachte deze telefoons daadwerkelijk gebruikte, was onvoldoende. De verdachte ontkende dat de telefoonnummers die aan de belaging waren gekoppeld, aan hem toebehoorden.

Het hof oordeelde dat er niet wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen, waardoor de verdachte van alle tenlastegelegde feiten werd vrijgesproken. Tevens werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, aangezien de verdachte niet schuldig was bevonden aan de nieuwe beschuldigingen. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

parketnummer: 23-001222-15
datum uitspraak: 3 juni 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 10 maart 2015 in de strafzaak onder de parketnummers 13-689824-14 en 13‑221579-13 (TUL) tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1958,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 20 mei 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2014 tot en met 07 mei 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval van (een) ander(en), met het oogmerk voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval die ander(en) te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte, in voornoemde periode twaalfhonderdeenenzeventig (1271) maal, althans meermalen, met gebruik van een en/of meer telefoonnummer(s) (ongewenst) naar voornoemde [slachtoffer 1] gebeld en/of gesmst en/of brieven en/of berichten bij voornoemde [slachtoffer 1] bezorgd en/of laten bezorgen en/of negenennegentig (99) maal, althans meermalen, (ongewenst) naar voornoemde [slachtoffer 2] gebeld en/of gesmst.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof de verdachte vrij zal spreken van het hem tenlastegelegde.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straffen als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vrijspraak

De verdachte wordt er van verdacht aangeefsters [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] belaagd te hebben door hen veelvuldig te bellen en sms’en. Dit zou met verschillende telefoonnummers zijn gebeurd. In het huis van de verdachte zijn diverse telefoons en simkaartjes aangetroffen, corresponderend met telefoonnummers eindigend op *57, *15, *34, *51 en *62.
De verdachte heeft verklaard dat de telefoonnummers eindigend op *34 en *51 door hem werden gebruikt en dat er verder vaak mensen aan de deur kwamen die contact wilden hebben met [slachtoffer 1]. Deze mensen mochten dan gebruik maken van zijn telefoon(nummers).
Weliswaar zijn de telefoons met de telefoonnummers eindigend op *57, *15, en *62 in het huis van de verdachte aangetroffen, het is niet onomstotelijk komen vast te staan dat de verdachte deze telefoons gebruikte. Nu de verdachte ontkent dat deze telefoonnummers aan de verdachte toebehoorden en het taalgebruik en de afzenders van de in de telefoons met deze nummers opgeslagen sms-berichten onderling te veel verschillen.
Van de telefoons met de telefoonnummers eindigend op *51 en *34 is niet komen vast te staan dat álle sms-berichten die daarin zijn opgeslagen van de verdachte afkomstig waren, want ook bij deze nummers verschilt het taalgebruik in de sms berichten.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Politierechter te Amsterdam van 25 februari 2014 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam van 23 oktober 2014, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te Amsterdam van 25 februari 2014, parketnummer 13-221579-13, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 1 week.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.H.C. van Ginhoven, mr. F.A. Hartsuiker en mr. F.M.D. Aardema in tegenwoordigheid van mr. A.M.R. Karsemeijer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 3 juni 2016.
Mr. F.A. Hartsuiker is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[.]