ECLI:NL:GHAMS:2016:2509

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 juni 2016
Publicatiedatum
30 juni 2016
Zaaknummer
200.185.153/01 en 200.185.159/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voeging van zaken in hoger beroep met betrekking tot bankgarantie en uitkering

In deze zaak heeft Willem Jan Maurits van Andel, curator in het faillissement van L&H Customer Service B.V., hoger beroep ingesteld tegen vonnissen van de rechtbank Amsterdam. De zaken zijn geregistreerd onder de zaaknummers 200.185.153/01 en 200.185.159/01. Van Andel heeft op 2 december 2014 en 12 augustus 2015 dagvaardingen uitgebracht en heeft in beide zaken een memorie van grieven ingediend, waarin hij ook een incidentele memorie tot voeging heeft gevraagd op basis van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De betrokken partijen zijn ING Bank N.V. en [X] Properties C.V. en [X] Properties Holding B.V., die als gedaagden zijn opgetreden.

De kern van de zaak betreft de uitkering van een bankgarantie, waarbij Van Andel stelt dat de zaken betrekking hebben op dezelfde vordering en hetzelfde feitencomplex. ING en de andere gedaagden hebben zich gerefereerd aan het oordeel van het hof over de incidentele vordering van Van Andel. Het hof heeft vastgesteld dat aan de eisen van artikel 222 Rv is voldaan en heeft besloten de zaken te voegen. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaken, en de zaken zijn verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van antwoord door de gedaagden.

Het hof heeft in het openbaar uitspraak gedaan op 28 juni 2016, waarbij de zaken zijn gevoegd en verdere beslissingen zijn aangehouden tot de hoofdzaken.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummers : 200.185.153/01 en 200.185.159/01
zaak-/rolnummers rechtbank Amsterdam : C/13/536444/HA ZA 13-219 en
3423498 CV EXPL 14-26641
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 28 juni 2016
inzake
zaaknummer 200.185.153/01:
Willem Jan Maurits VAN ANDEL,
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van L&H Customer Service B.V.,
kantoorhoudend te Utrecht,
appellant in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat: mr. J.M. Luijkx te Utrecht,
tegen

1.ING BANK N.V.,

gevestigd te Amsterdam,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
2. [X] PROPERTIES C.V.,
3. [X] PROPERTIES HOLDING B.V.,
beiden gevestigd te [vestigingsplaats ] ,
advocaat: mr. J.W. van der Horst te Amsterdam,
verweerders in de hoofdzaak,
verweerders in het incident.
en
zaaknummer 200.185.159/01:
Willem Jan Maurits VAN ANDEL,
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van L&H Customer Service B.V.,
kantoorhoudend te Utrecht,
appellant in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat: mr. J.M. Luijkx te Utrecht,
tegen

1.[X] PROPERTIES C.V.,

2. [X] PROPERTIES HOLDING B.V.,
beiden gevestigd te [vestigingsplaats ] ,
verweerders in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat: mr. J.W. van der Horst te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Van Andel, ING en [X] c.v. respectievelijk [X] b.v. genoemd.
Van Andel is bij dagvaardingen van 2 december 2014 en 12 augustus 2015 in hoger beroep gekomen van de vonnissen gewezen door de rechtbank Amsterdam respectievelijk de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam tussen achtereenvolgens Van Andel als eiser en ING, [X] c.v. en [X] b.v. als gedaagden en [X] c.v. en [X] b.v. als gedaagden.
Van Andel heeft daarna in beide zaken een memorie van grieven, tevens incidentele memorie tot voeging op de voet van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) - met producties - ingediend. Van Andel heeft, voor zover in dit incident van belang, voeging van de onderhavige zaken gevorderd.
ING heeft een akte tot referte in het incident genomen, evenals [X] c.v. en [X] b.v. dat gezamenlijk in beide zaken hebben gedaan.
Vervolgens is arrest gevraagd in het incident.

2.Beoordeling

2.1
Van Andel heeft voeging gevorderd op de grond dat de onderhavige zaken betrekking hebben op dezelfde vordering in verband met de uitkering van een bankgarantie, dat de zaken berusten op hetzelfde feitencomplex en (deels) dezelfde partijen betreffen. ING en [X] c.v./ [X] b.v. hebben zich ten aanzien van de incidentele vordering van Van Andel gerefereerd aan het oordeel van het hof.
2.2
Uit hetgeen Van Andel heeft aangevoerd volgt dat aan de eisen van artikel 222 lid 1 en 2 Rv is voldaan. De onderhavige zaken zullen derhalve worden gevoegd.
2.3
De beslissing over de kosten zal worden aangehouden. De hoofdzaken zullen naar de rol worden verwezen voor memorie van antwoord aan de zijde van ING, [X] c.v. en [X] b.v.

3.Beslissing

Het hof:
in het incident tot voeging:
voegt de zaken met nummers 200.185.153/01 en 200.185.159/01;
- houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindarrest in de hoofdzaken;
in de hoofdzaken:
- verwijst de zaken naar de rol van 9 augustus 2016 voor het nemen van een memorie van antwoord door ING, [X] c.v. en [X] b.v.;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.W.C. Rang, C.C. Meijer en J.W. Hoekzema en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2016.