hierop bij brief van 7 juli 2014 aangesproken.
(vi) [appellant] is vanaf 1 november 2014 vier uur minder gaan werken. Deze
werktijdverkorting is niet tijdig in zijn salaris doorgevoerd. In mei 2015 heeft
GVB een bedrag van € 1.454,30 bruto verrekend met het salaris c.q. de vakantie
uitkering van die maand.
(vii) Naar aanleiding van een gesprek op 15 juni 2015 tussen [appellant] en
teammanagers [A] en [B] heeft er die dag een depotcontrole
plaats gevonden waarbij bleek dat [appellant] een depottekort had van € 546,90. Het volledige depot van [appellant] is € 903,-.
(viii) Van het gesprek is op 17 juni 2015 een verslag opgemaakt, welk verslag
[appellant] niet voor akkoord heeft getekend. Het verslag vermeldt onder meer:
“(...) [C] vraagt aan [appellant] of zij het depot van [appellant] mag controleren om
duidelijkheid te krijgen. [appellant] geeft daarvoor toestemming maar vertelt er wel meteen
achteraan dat hij niet zijn volledige depot bij zich heeft en dat het restant nog bij zijn
vriendin in [plaats] ligt. (...) In eerste instantie houdt [appellant] vol dat het daar aanwezig is maar als [D] dat voorstelt om samen met hem dat depot te gaan halen verandert [appellant] zijn verhaal en geeft toe dat hij een tekort heeft en dat er wellicht nog tussen de 150 en 220 in [plaats] aanwezig zal zijn. Op de vraag waarom dit tekort er is geeft [appellant] aan het depotgeld gebruikt te hebben voor het betalen van de huur van zijn woning. (...)“.
(ix) Op 23 juni 2015 vindt er een gesprek plaats met [appellant] , [B] ,
[E] (HR advies) en [F] . Het gespreksverslag dat door [appellant] voor gelezen
is getekend vermeldt onder meer:
“(...) [appellant] vertelt dat er in mei een verrekening is geweest van zijn salaris waardoor
hij minder op zijn rekening kreeg dan waar hij op rekende. [appellant] vertelt dat [C] had gevraagd of dat tot problemen zou leiden en hij had geantwoord dat dat niet het geval was.
De dochter van [appellant] was jarig vertelt hij, en hij had geld nodig gehad om haar cadeau te betalen. Dat geld had hij uit zijn depot genomen. Als hij weer geld had zou hij het wel weer terug storten in zijn depot.(...)
Het probleem dat hij had om het cadeau terug te betalen was maar tijdelijk. Hij
verwachtte dat hij het binnen twee weken kon terugbetalen en vond het niet
noodzakelijk dit aan te geven en/of te bespreken met [C] .(...)”.