ECLI:NL:GHAMS:2016:244
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tuchtrechtelijke procedure tegen notaris wegens ongeoorloofd tekort in liquiditeits- en bewaringspositie
In deze tuchtrechtelijke procedure heeft het Bureau Financieel Toezicht (BFT) de notaris verweten dat er een ongeoorloofd tekort is ontstaan in de liquiditeits- en bewaringspositie van de derdengeldrekening van de maatschap. Dit tekort zou zijn ontstaan door overboekingen die in opdracht van de notaris, mr. [X], zijn gedaan in verband met een aandelenoverdracht in 2005 en een andere transactie in 2009. De kamer heeft klachtonderdeel i. ongegrond verklaard en klachtonderdeel ii. gegrond, waarbij aan de notaris de maatregel van waarschuwing is opgelegd. Het hof heeft de bestreden beslissing bevestigd.
De procedure begon met een tussenbeslissing van het hof op 28 augustus 2014, waarin de notaris werd gevraagd om zich uit te laten over de inhoud van de tussenbeslissing en de daar genoemde declaraties. De notaris heeft hierop gereageerd, en het BFT heeft ook een brief gestuurd. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 november 2015, waarbij zowel het BFT als de notaris aanwezig waren.
Het hof heeft in zijn beoordeling bevestigd dat de verantwoordelijkheid voor de bewaringspositie op de gezamenlijke kwaliteitsrekening bij de maten ligt. De notaris had ervoor moeten zorgen dat de organisatie en administratie op orde waren. Het hof concludeert dat er geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt aan de notaris voor de overboekingen die door mr. [X] zijn gedaan, aangezien het tekort op de bewaringspositie op dezelfde dag is aangevuld. Het hof acht de maatregel van waarschuwing passend, gezien de omstandigheden waaronder het tekort is ontstaan.