ECLI:NL:GHAMS:2016:2408
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst door langdurige afwezigheid van huurders in het buitenland
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van drie appellanten tegen de woningstichting De Key, die ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning heeft gevorderd. De appellanten, echtelieden, huren sinds 20 augustus 2007 een woning van De Key. De huurovereenkomst bevat bepalingen die vereisen dat de huurders het gehuurde als hoofdverblijf moeten gebruiken. De appellanten hebben echter langdurig in Pakistan verbleven vanwege de studie van hun kinderen, wat leidde tot de vraag of zij nog aan hun verplichtingen uit de huurovereenkomst voldeden.
De kantonrechter heeft in eerste aanleg de vorderingen van De Key toegewezen, wat de appellanten heeft doen besluiten in hoger beroep te gaan. Tijdens de zitting hebben de appellanten hun incidentele vordering ingetrokken en is de zaak bepleit door hun advocaten. Het hof heeft vastgesteld dat de appellanten gedurende een aanzienlijke periode in het buitenland verbleven, wat volgens het hof een ernstige tekortkoming oplevert in de nakoming van hun verplichtingen uit de huurovereenkomst. Het hof oordeelt dat de langdurige afwezigheid in het buitenland de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt, ondanks de belangen van de appellanten bij het behoud van hun woning.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt de appellanten in de proceskosten van het appel. De beslissing van het hof is genomen op 21 juni 2016, waarbij de rechters de ernst van de tekortkoming en de gevolgen voor de huurders in overweging hebben genomen.