Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellanten]
[appellanten],
1.[geïntimeerden] ,
Mirjam [geïntimeerden],
1.Het geding in hoger beroep
2. Feiten
om te komen van en te gaan naar de Dorpsstraat(hof: thans [plaats] )
te [plaats] uit te oefenen op de minst bezwarende wijze voor de eigenaar van het lijdende perceel. over het aan de oostzijde van hei lijdende perceel aanwezige pad en de daarachter gelegen grond ter breedte van drie meter (…)”
10. Ten laste van het hierbij verkochte gedeelte en ten behoeve van het bij verkoper in eigendom verblijvende gedeelte, wordt, als erfdienstbaarheid, gevestigd een recht van weg om te komen van en te gaan naar de openbare weg te [plaats] , uit te oefenen, op de minst bezwarende wijze voor de eigenaar van het lijdende perceel, via het op laatstgemeld perceel aanwezige pad.
- percelen [perceel 4] , [perceel 7] en [perceel 3] aan [eigenaar 4] ;
- [perceel 2] aan [eigenaar 5] (weduwe van [eigenaar 3] ; grootmoeder van [geïntimeerden] );
- percelen [perceel 6] en [perceel 5] aan [B.V. geïntimeerden] .
106. Recht van weg ten behoeve van kavel 012382 (hof: thans [perceel 6] ) en ten laste van
Met betrekking tot bekende erfdienstbaarheden wordt hierbij verwezen naar voormelde akte van ruilverkaveling (…), waarin wordt verwezen naar: (…)
Namens cliënten zeg ik u hierdoor aan dat cliënten hun aanspraak op de volle onbelaste eigendom van hun erf en het ongestoord bezit daarvan, ondubbelzinnig handhaven. Zij behouden zich uitdrukkelijk het recht voor om tegen u een rechtsvordering in stellen ten einde ieder hiermee strijdig gebruik en/of bezit tegen te gaan, dan wel te beëindigen. Zo nodig onder verwijzing naar de titels 4, 5 en 11 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, waaronder de artikelen 3:105 en 3017, betekent dit dat alle, aan hun aanspraak verbonden wettelijke verjaringstermijnen door middel van deze brief worden gestuit.”
3.Beoordeling in het principale en incidentele hoger beroep
grief 4die is gericht tegen rov. 4.6 als eerste te behandelen. De rechtbank oordeelt daarin, kort gezegd, dat de erfdienstbaarheid van weg ten behoeve van [perceel 2] en ten laste van perceel [perceel 1] is opgenomen in de akte van toedeling, zodat deze na 1994 is blijven bestaan. Dat [appellanten] niet ervan op de hoogte was is dat zijn eigendom is belast met een erfdienstbaarheid, doet hieraan niet af, aldus de rechtbank. Volgens grief 4 kent de rechtbank ten onrechte beslissende betekenis toe aan de in de akte van toedeling opgenomen verwijzingen naar eerdere inschrijvingen van zakelijke rechten.
- ten behoeve van [perceel 2] en ten laste van perceel [perceel 3] ;
- ten behoeve van [perceel 6] en ten laste van perceel [perceel 1] ;
- ten behoeve van [perceel 5] en ten laste van perceel [perceel 3] .
inhoudvan de deze erfdienstbaarheden.
omliggendepercelen, in samenhang met een onderzoek naar de onder 2.8 en 2.9 bedoelde akten en onder verdiscontering van de herhaaldelijke wijzigingen van kadastrale aanduidingen. Zelfs indien een derde dat onderzoek zou verrichten, zou niet zonder meer blijken van een andersluidende partijbedoeling, doch slechts van de
mogelijkheiddat partijen een andersluidende bedoeling hadden. Dit acht het hof onvoldoende om de door [geïntimeerden] verdedigde uitleg te volgen. Daarbij neemt het hof in aanmerking de bewoordingen, het bijzondere karakter van de akte en het ermee gemoeide belang van de rechtszekerheid.
de eigenaar van [perceel 2]tot een erfdienstbaarheid van weg ten laste van perceel [perceel 1] uit te oefenen.