3.1.[geïntimeerde] is van 1 maart 2006 tot 1 april 2014 in dienst geweest van IBFD, laatstelijk als Principal Researcher Associate & Academic Coordinator. Tevens fungeerde hij als Assistant to the Academic Chairman. Daarnaast was hij lid en voorzitter van de ondernemingsraad (OR) van IBFD. De arbeidsovereenkomst is geëindigd door middel van een vaststellingsovereenkomst van 9 of 10 oktober 2013 (hierna: de vaststellingsovereenkomst). Artikel 14 (“Publicity”) van de vaststellingsovereenkomst luidt:
“Parties will not in any way initiate or stimulate negative publicity as a result of the termination of the employment or otherwise about the other party. Parties will refrain from making any negative comments or remarks about each other and on the content and/or the factual background of this agreement.”
In artikel 19 van de vaststellingsovereenkomst is op overtreding hiervan een boete gesteld van € 10.000,-, onverminderd het recht om daarnaast schadevergoeding te eisen. IBFD, opgericht door de International Fiscal Association (IFA), is een instituut
actief op het gebied van onderzoek naar en publicaties over het internationaal
belastingrecht en heeft circa 160 medewerkers. IBFD kent onder meer een
academische afdeling. IBFD heeft, naast een bestuur, een curatorium (“Board of Trustees”) waarvan, volgens de statuten, de voorzitter benoemd wordt door de
voorzitter van de IFA; daarnaast wordt één lid benoemd door B&W van
Amsterdam en één lid door het Executive Committee van de IFA. Alle overige
leden worden, aldus artikel 8 lid 4 van de statuten, benoemd uit kringen van
wetenschap, rechtspraak, bedrijfsleven, overheid, internationale organisaties,
professionele organisaties en soortgelijke instellingen. Het lidmaatschap is niet
verenigbaar met het vervullen van een bezoldigde functie voor of in dienst van
IBFD. De Board of Trustees kent thans 19 leden. De Board of Trustees is belast met toezicht op en advies aan het bestuur. De Board of Trustees kent een Delegated Board van thans vier leden. Daarnaast is de Board of Trustees bevoegd tot benoeming van de
in de statuten voorziene functie van Academisch Voorzitter (Academic Chairman). Deze is verantwoordelijk voor alle academische aangelegenheden van IBFD en biedt ondersteuning aan alle andere activiteiten. Hij rapporteert jaarlijks over de academische activiteiten aan de Board of Trustees in het zogeheten Academic Report. Als Academic Chairman fungeerde tot diens pensionering in juni 2013 [Academic Chairman]
. [geïntimeerde] fungeerde als diens rechterhand. Op 13 juni 2013 is
[Academic Chairman 2] , na een aanloopperiode waarin hij al voorbereidende
werkzaamheden verrichtte, benoemd tot Academic Chairman. Op 13 mei 2013 had de bestuurder van IBFD op grond van het bepaalde in artikel 25 lid 1, aanhef en sub e WOR een adviesaanvraag aan de OR voorgelegd met betrekking tot een voorgenomen (door [Academic Chairman 2] , vooruitlopend op zijn benoeming, aangestuurde) reorganisatie van het Academic Department (“the new Academic Plan”). Onderdeel van dit plan was het vervallen van de functie van Assistant to the Academic Chairman, waarvoor een zwaardere functie in de plaats kwam, namelijk die van Adjunct to the Academic Chairman, voor welke laatste functie een doctorsgraad was vereist (“The role of Adjunct is a new role, with a different level and more responsibilities than to the role of Assistant to the AC... The consequence is that the current Assistent to the AC will become redundant and options within IBFD will need to be explored. If no options are
available, this could lead to dimissal.”). Op 11 juni 2013 bracht de OR een negatief advies uit, namens de OR ondertekend door zijn vicevoorzitter, [vicevoorzitter] . Hierin staat onder meer vermeld:
“In this context, the Works Council notes that the current activities of the Assistant to the Academic Chairman ... are not at all affected by the restructuring of the Academic Department. Your conclusion that “if no options are available” to find employment for the assistant to the Academic Chairman elsewhere within the organization, “the Assistant may be dismissed” cannot be accepted. In this context, the Works Council observes that … the Knowledge Centre needs skilled and experienced tax specialists and the Assistant to the Academic Chairman definitely qualifies as such”.
Op 28 juni 2013 heeft de bestuurder schriftelijk toegelicht dat niettegenstaande het negatieve advies het reorganisatiebesluit werd genomen met inachtneming van de in artikel 25 lid 6 WOR bedoelde opschortingstermijn van een maand. Op 26 juli 2013 heeft de OR tegen dit besluit beroep ingesteld bij de Ondernemingskamer (hierna ook wel: de OK), waarvan de behandeling werd gepland voor 26 september 2013. Intussen, op 10 juli 2013, vond een gesprek plaats tussen [geïntimeerde] en [Academic Chairman 2] . Bij e-mail van 26 juli 2013 aan [Academic Chairman 2] heeft [geïntimeerde] zich beklaagd over het verloop van die bespreking en de opstelling van [Academic Chairman 2] daarin. In het bijzonder voelde [geïntimeerde] zich ten onrechte aangesproken op het uitgebleven zijn van publicaties de afgelopen drie jaar. Bij brief van 29 juli 2013, in aansluiting op een gesprek dezelfde dag, heeft IBFD geconstateerd dat voor [geïntimeerde] geen herplaatsingsmogelijkheden bestonden en een voorstel gedaan tot minnelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Op 17 september 2013 vond een overlegvergadering tussen de ondernemer en de OR plaats, waarbij onder meer [geïntimeerde] aanwezig was. In de notulen staat onder punt 2 het volgende vermeld:
“Follow-up advice Academic Department
The Works Council states that, in order to terminate the proceedings pending
before the Ondernemingskamer of the Gerechtshof Amsterdam, management
and the Works Council would need to come to an agreement on a package of 3
items. This so-called package consists of:
1. The remuneration of post-docs
2. The consequence of the announced dismissal of the Assistant of the Academic
Chairman
3. The question concerning the consequences of the academic plan for the
Knowledge Centre employees.
The Works Council asks management for a proposal on these matters.
Management is of the opinion that the IBFD would be better off if the hearing
were cancelled. A meeting with [geïntimeerde] (in his capacity of the
“redundant employee”) will be planned to discuss item 2 of this package and to
see whether there is common ground.”
Op 26 september 2013 heeft de zitting van de OK plaatsgevonden, waarbij is
afgesproken dat partijen nader met elkaar in onderhandeling zouden treden. Op
10 oktober 2013 heeft de OR de OK-procedure ingetrokken, nadat zowel met
[geïntimeerde] overeenstemming was bereikt over de beëindiging van zijn dienstverband
door middel van de eerdergenoemde vaststellingsovereenkomst als met de OR over de
uitvoering van het Academic Plan. Het hierboven bedoelde Academic Report over 2013, waaronder de naam van [Academic Chairman 2] is vermeld, is op 31 maart 2014 verschenen. In dit document wordt [geïntimeerde] een aantal keren met name genoemd:
A. Op p. 3 in hoofdstuk 1 (“Overview”) staat onder meer:
“While recognizing the importance of reporting all academic activities in a
consolidated annual report, it is important to bear in mind two significant
events, which occurred in the course of the year, and greatly influenced the
functioning of the department:
1. On 13 June 2013 [Academic Chairman 2] succeded [Academic Chairman]
as IBFD Academic Chairman;
2. The recruitment of academic staff was blocked for over 6 months due to
the occurrence of legal disputes with the IBFD Works Council and its
former Chairman [geïntimeerde] .”
B. Op p. 6, in hoofdstuk 3 (“The structure of the IBFD Academic
Department”) komt de volgende passage voor:
“In 2013, the Academic Chairman implemented some structural changes to
the department in 2013 to better suit the planned activities. Although the
core of such changes was already presented at the time of appointment,
their implementation was severely delayed due to the disputes with the
Works Council and Mr. [geïntimeerde] , which blocked any recruitment until
a settlement was reached in October 2013.
For such reason the IBFD Academic Department operated throughout most
of 2013 with a lack of staffmembers...”.
C. Op p.16, in subhoofdstuk 5.2 (“The IBFD doctoral series”) staat onder meer:
“The transition and the uncertainty concerning the settlement of the dispute
with [geïntimeerde] caused some delays in the publication process, which
affected the lead-time of some upcoming volumes and of some among the
ones who were eventually rejected. All these issues have now been solved
and are part of the past.”
D. Hoofdstuk 11 (“Final Remarks and Outlook”) begint met:
“The year 2013 was a year of transition for the Academic Department,
from the old to the new Academic Chairman, but also from the old to the
new academic vision for IBFD.
The transition coincided with the peak of the dispute with the IBFD Works
Council and [geïntimeerde] , which was not settled until October 2013. The
dispute significantly delayed recruitment of human resources required for
the ordinary functioning of the Academic department and the implementation of the new academic vision for IBFD, which was to be postponed to 2014.
Despite these latently hostile working conditions...”.