Verzoekers hebben aan hun verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Gravier en dat gelet op de toestand van de vennootschap onmiddellijke voorzieningen dienen te worden getroffen. Zij zijn het hierover eens. Zij voeren aan dat tussen [A] en [B] geschillen met betrekking tot Gravier bestaan die vergelijkbaar zijn en verband houden met de geschillen die bestaan bij Prien Holding. Ter toelichting hebben zij – kort samengevat – het volgende naar voren gebracht:
- Er bestaat een geschil over de omvang van de leningen en rekening-courantverhoudingen tussen Gravier enerzijds en [B] (en aan hem gelieerde partijen) respectievelijk [A] (en aan hem gelieerde partijen) anderzijds. In geschil is onder meer de vraag of de Spaanse vennootschap Tecnologia F6 S.L. – aan welke vennootschap Gravier een lening heeft verstrekt – als een aan [B] gelieerde entiteit moet worden beschouwd en of Gravier meer gelden aan [B] (en aan hem gelieerde partijen) ter beschikking stelt dan aan [A] (en aan hem gelieerde partijen). Discussie is er ook over de inning van de lening.
- Er bestaat een geschil over de samenstelling en het opereren van het bestuur van Gravier. [A] stelt dat [C] bij de uitoefening van zijn bestuurstaak niet onpartijdig is, maar samenwerkt met [B] , en hem, [A] , onvoldoende informatie verschaft. [A] heeft het vertrouwen in [C] verloren en wenst zijn ontslag. [B] en [C] betwisten dat [C] partijdig is, maar zien in dat het zinvol is de schijn van partijdigheid van het bestuur van Gravier weg te nemen. Alle verzoekers achten blijvende betrokkenheid van [C] van belang met het oog op de continuïteit van Gravier en Lumejam, echter niet als enig bestuurder.
- Er bestaat een geschil over de volmacht die [C] als bestuurder van Gravier op 20 juli 2015 aan [B] heeft verstrekt, op grond waarvan [B] Gravier kon vertegenwoordigen, onder meer als bestuurder van Lumejam. Voorheen was de volmacht verleend aan [E] , een medewerkster van [A] . [A] stelt dat [C] deze volmacht op grond van onjuiste beschuldigingen heeft ingetrokken om hem tegen te werken en dat [C] weigert de relevante documenten omtrent de volmacht aan [B] aan hem te verstrekken. Volgens [B] heeft Gravier ernstige onregelmatigheden binnen Lumejam en Gravier vastgesteld, gepleegd door [A] , althans [E] , zodat [C] genoodzaakt was tot het intrekken van de volmacht. [B] stelt voorts dat de aan hem verleende volmacht aan Garcia en de beide aandeelhouders is toegestuurd en dat deze in december 2015 is ingetrokken en vervolgens is verleend aan een onafhankelijk bedrijf. De onregelmatigheden dienen te worden onderzocht, aldus [B] . [A] , die over de boekhouding van Lumejam beschikt, weigert de boekhouding ter beschikking te stellen. Inmiddels zijn hierover afspraken gemaakt, maar de door de Ondernemingskamer in Prien benoemde functionarissen hebben strikt genomen geen bevoegdheid ter zake van Gravier en Lumejam.
- Ook in verband met andere onderwerpen bestaat discussie tussen [A] en [B] over de rol van [C] , zoals over het opnemen van een voorziening van € 100.000 in de jaarrekening 2014 als voorziening voor een lening van Gravier aan een aan [A] gelieerde vennootschap en over de incasso van een gestelde vordering van circa € 160.000 op Mijn Hoek B.V., waarvan [A] enig aandeelhouder is.
- Bij de algemene vergadering van aandeelhouders van Gravier van 4 januari 2016, waarop [A] het ontslag van [C] heeft laten agenderen, is [C] volgens [A] direct overgegaan tot stemming waardoor hem werd belet een toelichting te geven op zijn wens, terwijl volgens [B] [A] in strijd met de statuten vooraf geen enkele toelichting op zijn agendapunt heeft verstrekt en pas bij de rondvraag de gronden kort wilde noemen.
Verzoekers stellen dat duidelijk is dat een hevig conflict bestaat tussen de aandeelhouders van Gravier en dat dit ertoe leidt dat binnen de algemene vergadering van aandeelhouders geen besluiten kunnen worden genomen en een patstelling is ontstaan.