Uitspraak
mr. A. Aaryf, kantoorhoudende te Utrecht,
mr. E.M. Soerjatin, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
- Verzoekster als [A];
- Verweerster als Peaxe;
- Belanghebbende als [B].
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 9 juni 2016, betreft het een verzoek van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A] om het bij beschikking van 16 september 2015 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschap Peaxe B.V. te beëindigen. Dit verzoek werd gedaan in het kader van een minnelijke regeling tussen [A] en [B]. De Ondernemingskamer had eerder een onderzoek bevolen naar de gang van zaken bij Peaxe over de periode vanaf 1 januari 2014 en had dr. mr. C.B. Schutte benoemd als tijdelijk bestuurder van Peaxe.
Op 6 juni 2016 hebben alle betrokken partijen, waaronder mr. Aaryf namens [A], mr. Soerjatin namens [B], en Schutte namens Peaxe, ingestemd met het verzoek tot beëindiging van het onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen belangen zijn die zich tegen de beëindiging verzetten.
De Ondernemingskamer heeft vervolgens besloten om het verzoek van [A] in te willigen en heeft met ingang van 9 juni 2016 het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen beëindigd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door een collegiaal bestuur, met mr. Tillema als spreker, en is openbaar uitgesproken.