ECLI:NL:GHAMS:2016:2077

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 mei 2016
Publicatiedatum
2 juni 2016
Zaaknummer
200.140.053/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging van het onderzoeksbudget in een enquêteprocedure

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 31 mei 2016 een beschikking gegeven inzake de verhoging van het onderzoeksbudget in een enquêteprocedure. De verzoekers, aangeduid als [A] c.s., hebben een verzoek ingediend om het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten te verhogen van € 140.000 naar € 210.000 (exclusief btw). Dit verzoek werd gedaan door de onderzoeker, mr. G.C. Endedijk, die eerder was benoemd om het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de verweerster, Energie Concurrent B.V., uit te voeren. De Ondernemingskamer heeft in eerdere beschikkingen al een onderzoek bevolen en de kosten daarvan vastgesteld. De verzoekers hebben geen bezwaar gemaakt tegen de verhoging van het budget, en de Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek adequaat was toegelicht.

De Ondernemingskamer heeft in haar beslissing bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Energie Concurrent en dat zij aanvullende zekerheid moet stellen voor de betaling van het verhoogde bedrag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en drie raadsheren, en is openbaar uitgesproken. Deze beschikking is van belang voor de betrokken partijen, waaronder de verzoekers, de verweerster en de belanghebbenden, die allemaal betrokken zijn bij de enquêteprocedure.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.140.053/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 31 mei 2016
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
2.
[B],
wonende te [....] ,
3.
[C],
wonende te [....] ,
4.
[D],
wonende te [....] ,
5.
[E],
wonende te [....] ,
6.
[F],
wonende te [....] ,
7.
[G],
wonende te [....] ,
8.
[H],
wonende te [....] ,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. P.J. van der Korst, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENERGIE CONCURRENT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. S.C.M. van Thielen
mr. R.Q. Potter, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[J] ,

wonende te [....] ,
advocaten:
mr. K. Ruttenen
mr. C.M. Tjoa, kantoorhoudende te Utrecht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[K],
gevestigd te [....] ,
advocaten:
mr. K. Ruttenen
mr. C.M. Tjoa, kantoorhoudende te Utrecht,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GROENE ENERGIE ADMINISTRATIE B.V.,
handelend onder de naam
Greenchoice,
gevestigd te Rotterdam,
advocaten:
mr. A.N. Stoopen
mr. C.J. Scholten, kantoorhoudende te Amsterdam,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENECO CONSUMENTEN B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
advocaten:
mr. R.B. Gerretsenen
mr. B.F. Assink, kantoorhoudende te Rotterdam,
BELANGHEBBENDEN.

1.Het verloop van het geding

1.1
De (oorspronkelijk) verzoekers zullen hierna worden aangeduid als [A] c.s., verweerster als Energie Concurrent, belanghebbenden 1 en 2 gezamenlijk als [J] c.s., belanghebbende sub 3 als Greenchoice en belanghebbende sub 4 als Eneco.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 9 juli 2014, 21 juli 2014, 5 maart 2015 en 1 en 8 juni 2015 in deze zaak.
1.3
Bij de beschikkingen van 9 juli 2014, 21 juli 2014 en 5 maart 2015 heeft de Ondernemingskamer, voor zover thans van belang, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Energie Concurrent over de periode vanaf 10 maart 2011, mr. P.V. Eijsvoogel benoemd tot onderzoeker, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten – na verhoging – vastgesteld op € 140.000 (exclusief btw), alsmede bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding [K] geschorst als bestuurder van Energie Concurrent en mr. T.J.M. Lenders benoemd tot bestuurder van Energie Concurrent. Bij de beschikkingen van 1 en 8 juni 2015 heeft de Ondernemingskamer mr. Eijsvoogel als onderzoeker ontheven en mr. G.C. Endedijk (hierna: mr. Endedijk, of: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek (verder) te verrichten.
1.4
Bij brief (met bijlagen) van 12 mei 2016 heeft mr. Endedijk verzocht om het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten, te verhogen tot € 210.000 (exclusief btw). Partijen zijn bij brief van 12 mei 2016 door de secretaris van de Ondernemingskamer in de gelegenheid gesteld zich over dat verzoek uit te laten.
1.5
Bij brief van 18 mei 2016 heeft mr. Van der Korst namens [A] c.s. laten weten geen bezwaar te hebben tegen het verzoek van de onderzoeker. Bij brief van 24 mei 2016 heeft mr. Van Thiel bericht dat Energie Concurrent zich ten aanzien van het verzoek van mr. Endedijk refereert aan het oordeel van de Ondernemingskamer. Bij e-mail van 27 mei 2016 heeft
mr. Gerretsen bericht dat Eneco zich refereert aan het oordeel van de Ondernemingskamer. Op 30 mei 2016 heeft mr. Tjoa aan de secretaris van de Ondernemingskamer telefonisch geantwoord dat namens [J] c.s. wordt afgezien van het geven van een reactie op het verzoek van de onderzoeker. Van de zijde van Greenchoice is in dit verband niet vernomen.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Ter toelichting van zijn verzoek heeft mr. Endedijk een overzicht van de in het kader van het onderzoek verrichte werkzaamheden gegeven, onder bijvoeging van de reeds door hem aan Energie Concurrent toegezonden declaraties en een concept-declaratie. Die declaraties bevatten gedetailleerde urenspecificaties van de aan het onderzoek bestede uren. Verder heeft mr. Endedijk toegelicht welke werkzaamheden hij verwacht nog te moeten verrichten, onder vermelding van de daarmee corresponderende geschatte uren en het daaruit voortvloeiende bedrag aan onderzoekskosten.
2.2.
Nu de Ondernemingskamer het verzochte onderzoeksbudget niet onredelijk voorkomt en tegen het verzoek geen bezwaar is geuit, zal de Ondernemingskamer het adequaat toegelichte verzoek van de onderzoeker toewijzen als hierna volgt.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verhoogt het bedrag dat het bij de beschikking van 9 juli 2014 bevolen onderzoek ten hoogste mag kosten tot € 210.000 (exclusief btw);
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Energie Concurrent en dat zij ten behoeve van de onderzoeker op zijn verzoek en op de door hem te bepalen wijze (aanvullende) zekerheid dient te stellen voor de betaling van (de verhoging van) dit bedrag;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en drs. P.R. Baart en prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en door mr. Tillema in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2016.