Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
2 PLUS STAND- EN INTERIEURBOUW B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
grief 1komt Axus op onderdelen op tegen de juistheid daarvan. Met inachtneming van de in deze grief besloten liggende betwisting van de door de kantonrechter vastgestelde feiten, staat in hoger beroep als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist het volgende vast.
Schade die niet door de verzekeraar wordt gedekt (…) komt te allen tijde voor rekening van Lessee. (…)
ALGEMENE VOORWAARDEN
(…)
In de winkel pakte ik wat uit een schap en rekende ik af. Ik zag toen dat er een auto schuin door de pompen wegreed. Ik zei nog: “Kijk daar nou, die zal wel niet betaald hebben.” Toen zag ik pas dat het mijn kenteken was. Ik zag dat de auto wegreed in de richting van de A2. (…)”.
3.Beoordeling
In voorwaardelijk incidenteel appel komen 2 Plus en [geïntimeerde sub 2] - voor het geval het hof het vonnis van de kantonrechter van 2 januari 2015 vernietigt - met één grief op tegen het oordeel van de kantonrechter in het tussenvonnis van 10 januari 2014 dat 2 Plus en [geïntimeerde sub 2] zich er niet op kunnen beroepen dat Axus jegens hen afstand van haar vordering heeft gedaan.
grief 2komt Axus op tegen het oordeel van de kantonrechter in het tussenvonnis van 19 juni 2013 dat de zaak niet geschikt is voor een comparitie van partijen. Nu deze grief echter ook indien deze juist is niet tot vernietiging van het eindvonnis kan leiden heeft Axus bij behandeling daarvan geen belang.
grieven 1, 4, 5, 7, 8, en 9,in onderling verband en samenhang bezien, komt Axus (onder meer) op tegen het oordeel van de kantonrechter dat moet worden uitgegaan van diefstal van de Volvo door een derde. Axus voert aan dat zij de diefstal en daarmee het bestaan van een verzekerd evenement heeft betwist, zodat op 2 Plus en [geïntimeerde sub 2] de last rust zulks te bewijzen. Gelet op de vele vraagtekens die bij de gestelde toedracht van de diefstal zijn te plaatsen, kan in dit geval voor het bewijs van de diefstal niet worden volstaan met de enkele verklaring van [geïntimeerde sub 2] en de aangifte bij de politie, maar zullen 2 Plus en [geïntimeerde sub 2] aanvullend bewijs moeten leveren.
grief 3komt Axus op tegen het oordeel van de kantonrechter dat de vraag of Axus jegens 2 Plus en [geïntimeerde sub 2] aanspraak kan maken op vergoeding van de boekwaarde van de Volvo in de eerste plaats afhankelijk is van de vraag of voor de diefstal van de Volvo dekking bestaat op grond van de tussen partijen overeengekomen voorwaarden voor de af te sluiten cascoverzekering. Axus heeft dat betwist en voert daartoe aan dat het handelen van [geïntimeerde sub 2] zodanig onvoorzichtig en onzorgvuldig is dat hij daarmee de door de diefstal ontstane schade zelf heeft veroorzaakt. Het is bij autoverzekeringen in het algemeen gebruikelijk dat schade als gevolg van dergelijk handelen van dekking is uitgesloten, omdat anders de onwenselijke situatie ontstaat dat dekking zou worden verleend voor handelen dat geheel in de risicosfeer van de verzekerde behoort te liggen. Dit algemene uitgangspunt brengt volgens Axus mee dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is indien 2 Plus en [geïntimeerde sub 2] zich in de gegeven omstandigheden met succes op het bestaan van dekking onder de cascoverzekering kunnen beroepen, zodat hun verweer reeds daarop moet stranden.
grieven 3, 6, 8, 10 en 11, in onderling verband en samenhang bezien, komt Axus op tegen het oordeel van de kantonrechter dat onder de cascoverzekering in beginsel dekking voor de diefstal bestaat, tenzij deze heeft plaatsgevonden door opzet of met goedvinden van 2 Plus en [geïntimeerde sub 2] en dat het aan Axus is zulks te bewijzen en zij daar niet in is geslaagd.
2 Plus en [geïntimeerde sub 2] hebben daartegenover aangevoerd dat het in artikel 5.2 van de verzekeringsvoorwaarden genoemde “opzet” of “met goedvinden” uitsluitend ziet op een daadwerkelijk willens en wetens veroorzaken van schade of goedvinden dat door een ander schade wordt veroorzaakt, en niet op het in een onzorgvuldig handelen besloten liggend aanvaarden van de aanmerkelijke kans daarop, zoals Axus betoogt.
grief 12betoogt Axus dat de kantonrechter ten onrechte haar stelling heeft gepasseerd dat [geïntimeerde sub 2] jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld door de aan Axus toebehorende Volvo, verwijtbaar onzorgvuldig en dus in strijd met het hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt, met draaiende motor en onafgesloten met de sleutels in het contact voor het tankstation te parkeren.