ECLI:NL:GHAMS:2016:2048

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 mei 2016
Publicatiedatum
2 juni 2016
Zaaknummer
200.174.769/01 OK, 200.174.769/02 OK en 200.174.769/04 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing van onderzoeker in ondernemingsrechtelijke geschillen met betrekking tot BSGR Holdings Coöperatie U.A. en International Mineral Resources B.V.

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 3 mei 2016, zijn drie zaken behandeld met betrekking tot de coöperatieve vereniging BSGR Holdings Coöperatie U.A. en de besloten vennootschap International Mineral Resources B.V. De verzoeksters, vertegenwoordigd door de advocaten mr. M.E.C. Lok en mr. W.P. Wijers, hebben een verzoek ingediend tegen de naamloze vennootschap Cunico Resources N.V. en de coöperatieve vereniging BSGR Holdings Coöperatie U.A. De Ondernemingskamer heeft eerder beschikkingen gegeven op 2 en 3 september 2015 en 27 oktober 2015, waarin onder andere onmiddellijke voorzieningen zijn getroffen en een onderzoek naar het beleid van Cunico is bevolen. In de beschikking van 28 april 2016 is een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Cunico over de periode van 1 januari 2014 tot 2 september 2015. In deze beschikking is mr. Y. Borrius aangewezen als onderzoeker. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig. De voorzitter was buiten staat om de beschikking mede te ondertekenen.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummers: 200.174.769/01 OK, 200.174.769/02 OK en 200.174.769/04 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 3 mei 2016
inzake
1. de coöperatieve vereniging
BSGR HOLDINGS COÖPERATIE U.A.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTERin de zaak 200.174.769/01 OK,
advocaat:
mr. M.E.C. Lok, kantoorhoudende te Den Haag,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERNATIONAL MINERAL RESOURCES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTERin de zaken 200.174.769/02 OK en 200.174.769/04 OK,
advocaten:
mr. W.P. Wijersen
mr. M.N. van Dam,kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de naamloze vennootschap
CUNICO RESOURCES N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. A.R.J. Croiset van Uchelen,
mr. Ch. E. Honéeen
mr. S.B. Garcia Nelen, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de coöperatieve vereniging
BSGR HOLDINGS COÖPERATIE U.A.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDEin de zaken 200.174.769/02 OK en 200.174.769/04 OK,
advocaat:
mr. M.E.C. Lok, kantoorhoudende te Den Haag,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERNATIONAL MINERAL RESOURCES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDEin de zaak 200.174.769/01 OK,
advocaten:
mr. W.P. Wijersen
mr. M.N. van Dam,kantoorhoudende te Amsterdam,

1.Het verloop van de geding

1.1
In het vervolg zullen partijen, belanghebbenden en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • BSGR Holdings Coöperatie U.A. met BSGR;
  • International Mineral Resources B.V. met IMR;
  • Cunico Resources N.V. met Cunico;
  • Jan Hendrik Holsboer met Holsboer;
  • Robert Jacob Meuter met Meuter;
  • Holsboer en Meuter gezamenlijk met de OK-functionarissen.
  • [A] met [A] ;
  • [B] met [B] .
1.2
Voor het verloop van de procedure verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 2 en 3 september 2015 (met zaaknummers 200.174.769/01 OK en 200.174.769/02 OK en van 27 oktober 2015 (met zaaknummer 200.174.769/03 OK) en van 28 april 2016 (met zaaknummers 200.174.769/01 OK en 200.174.769/02 OK en 200.174.769/04 OK).
1.3
Bij de beschikkingen van 2 en 3 september 2015 heeft de Ondernemingskamer, voor zover thans van belang, bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding:
- Holsboer benoemd als bestuurder van Cunico met beslissende stem en zelfstandige bevoegdheid;
- bepaald dat 5% van de door BSGR en 5% van de door IMR gehouden aandelen in het kapitaal van Cunico ten titel van beheer zijn overgedragen aan Meuter.
De beslissing op de verzoeken van BSGR en van IMR tot het gelasten van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Cunico is in de beschikking van 2 september 2015 aangehouden en BSGR en IMR zijn in de gelegenheid gesteld zich bij akte/verweerschrift uit te laten over – onder meer – de beoogde reikwijdte van het verzochte onderzoek.
1.4
Bij de beschikking van 27 oktober 2015 heeft de Ondernemingskamer, met het oog op een door de OK-functionarissen georganiseerd biedingsproces, bij wijze van nadere onmiddellijke voorzieningen bepaald:
  • dat, voor zover nodig in afwijking van de statuten van Cunico, het bestuur van Cunico, zonder dat een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders noodzakelijk is, bevoegd is tot uitgifte van aandelen in het kapitaal van Cunico aan de reflecterende aandeelhouder, met uitsluiting van het voorkeursrecht van de andere aandeelhouder van Cunico;
  • dat Holsboer, voor zover nodig in afwijking van de staturen van Cunico, bevoegd is om, zonder zijn medebestuurders te informeren en te consulteren, zelfstandig en met uitsluiting van die bestuurders bindende bestuursbesluiten te nemen en overige (rechts)handelingen te verrichten, die nodig zijn voor de uitvoering en de afwikkeling van het biedingsproces en de emissie;
  • dat Holsboer bevoegd is om een bedrag van € 1,5 miljoen in escrow te plaatsen, tot zekerheid van de kosten van advies en verweer in rechte van Cunico, Holsboer en Meuter.
1.5
Bij de beschikking van 28 april 2016 heeft de Ondernemingskamer, voor zover thans van belang, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Cunico over de periode vanaf 1 januari 2014 tot 2 september 2015, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, en de bij de beschikking van 2 september 2015 getroffen onmiddellijke voorzieningen beëindigd.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer zal thans de hierna te vermelden persoon aanwijzen als onderzoeker, zoals bedoeld in de beschikking van 28 april 2016.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als onderzoeker, zoals bedoeld in de beschikking van 28 april 2016 in deze zaak:
mr. Y. Borrius te Amsterdam;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en drs. P.R. Baart en drs. J. van den Belt, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 3 mei 2016.
De voorzitter is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.