In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], was in hoger beroep gekomen tegen een eerdere veroordeling voor winkeldiefstal. De tenlastelegging omvatte drie zaken van diefstal, waarbij de verdachte op verschillende data goederen had weggenomen uit winkels, waaronder Albert Heijn en Douglas. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte, die stelde dat zij de goederen per ongeluk in haar tas had gedaan, als onaannemelijk beoordeeld. De camerabeelden toonden aan dat de verdachte opzettelijk handelde. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, waarbij rekening is gehouden met haar recidive en de ernst van de feiten. De verdachte had eerder al een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd gekregen, maar had zich niet aan de voorwaarden gehouden. Het hof heeft ook de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijke straf gelast. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 57 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.