ECLI:NL:GHAMS:2016:1768

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 april 2016
Publicatiedatum
4 mei 2016
Zaaknummer
23-004124-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietige dagvaarding in hoger beroep wegens gebrekkige betekening

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een nietige dagvaarding, waarbij de verdachte niet is verschenen. Het hof heeft vastgesteld dat de betekening van de dagvaarding niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Eerder was er al een poging gedaan om de verdachte te dagvaarden voor een zitting op 13 mei 2015, maar de betekening aan het opgegeven adres bleek niet geldig. De verdachte had op 2 december 2013 een adres opgegeven, maar het hof kon niet zonder meer concluderen dat dit adres inmiddels niet meer actueel was. De dagvaarding voor de zitting van 22 april 2016 was ook niet op de wettelijk voorgeschreven wijze aan de verdachte uitgereikt, wat leidde tot de conclusie dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden. Het hof heeft in zijn beslissing de dagvaarding in hoger beroep nietig verklaard, omdat de verdachte niet ter terechtzitting was verschenen. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters M. Iedema, A.E.M. Röttgering en M.J.A. Plaisier aanwezig waren. De griffier van de zitting was mr. J. Mulder. De rechters Iedema en Plaisier waren buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

parketnummer: 23-004124-14
datum uitspraak: 22 april 2016
NIET VERSCHENEN
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 24 oktober 2014 in de strafzaak onder de parketnummers 13-703014-14 en 13-703567-13 (TUL) tegen
[verdachte],
[geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
[adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 22 april 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep

Uit de stukken in het dossier blijkt dat eerder is getracht de verdachte te dagvaarden voor de zitting van 13 mei 2015. Het hof heeft in zijn arrest van 13 mei 2015 - voor zover hier relevant - het volgende overwogen:

Uit gegevens van het SKDB van 3 april 2015 blijkt dat de verdachte op 2 december 2013 als verblijfadres in Nederland heeft opgegeven: [adres 2] . Hoewel de verdachte in de onderhavige strafzaak geen vaste woon- of verblijfplaats hier te lande heeft opgegeven, en dit de nodige vragen oproept over actualiteit van het eerder door hem opgegeven adres, kan het hof uit de gegevens van het SKDB niet zonder meer afleiden dat dit adres inmiddels is achterhaald.”
Omdat de betekening aan dat adres niet tot een geldige uitreiking had geleid, heeft het hof de dagvaarding bij voornoemd arrest nietig verklaard.
Uit de zich in het dossier bevindende betekeningsstukken blijkt niet dat de verdachte voor de zitting van heden is gedagvaard op voornoemd [adres 2] . Dit betekent dat de dagvaarding om in hoger beroep op de terechtzitting te verschijnen (ook deze keer) niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is uitgereikt. De dagvaarding dient op grond daarvan - nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen - nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Iedema, mr. A.E.M. Röttgering en mr. M.J.A. Plaisier, in tegenwoordigheid van mr. J. Mulder, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 april 2016.
Mrs. Iedema en Plaisier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.