ECLI:NL:GHAMS:2016:1728
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Voorkeursrecht bij verkoop van bedrijfsruimte en aanbiedingsplicht verhuurder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [X] B.V. en [geïntimeerde] betreffende een voorkeursrecht bij de verkoop van een bedrijfsruimte. [X] B.V. had in eerste aanleg gevorderd dat [geïntimeerde] de bedrijfsruimte aan haar zou aanbieden op dezelfde voorwaarden als aan een derde partij, Stadsdeel B.V. De rechtbank had in het vonnis van 5 november 2014 geoordeeld dat [geïntimeerde] niet verplicht was om de bedrijfsruimte aan [X] B.V. aan te bieden, omdat er geen overeenstemming was bereikt over de koopprijs en de aanbiedingsplicht niet was geschonden.
Het hof bevestigde deze beslissing en oordeelde dat het voorkeursrecht van [X] B.V. was tenietgegaan. Het hof stelde vast dat er onderhandelingen hadden plaatsgevonden tussen partijen, maar dat [X] B.V. niet had aangetoond dat [geïntimeerde] onvoldoende gelegenheid had geboden om tot een overeenkomst te komen. Bovendien was de koopprijs die [geïntimeerde] aan Stadsdeel B.V. had gevraagd niet onredelijk laag in vergelijking met de prijs die [X] B.V. bereid was te betalen.
Het hof concludeerde dat [geïntimeerde] op behoorlijke wijze had voldaan aan zijn aanbiedingsplicht en dat er geen verplichting bestond om de bedrijfsruimte opnieuw aan [X] B.V. aan te bieden. De grieven van [X] B.V. werden verworpen en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij [X] B.V. werd veroordeeld in de proceskosten van het geding in hoger beroep.