ECLI:NL:GHAMS:2016:1670

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 april 2016
Publicatiedatum
3 mei 2016
Zaaknummer
23-000304-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal en heling van een scooter na onvoldoende bewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 2000, was beschuldigd van diefstal, heling en verduistering van een snorfiets in de periode van 6 tot en met 7 april 2014 te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte zowel het wegnemen van de snorfiets als het verwerven en voorhanden hebben van een door misdrijf verkregen goed. Tijdens de zitting in hoger beroep op 14 april 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte.

Het hof heeft vastgesteld dat de getuige drie jongens bij de scooter heeft gezien, maar het signalement van de verdachte kwam niet volledig overeen met dat van de getuige. Dit leidde tot twijfels over de identificatie van de verdachte. Bovendien ontbrak het dossier aan cruciale informatie over de staat van de scooter, wat het hof ertoe bracht te concluderen dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen.

Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen in een openbare zitting, waarbij de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam aanwezig was. Het arrest is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. R.M. Vennix, die buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

parketnummer: 23-000304-16
datum uitspraak: 28 april 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam van 22 januari 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13‑084564-14 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2000,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 14 april 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 6 april tot en met 7 april 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een snorfiets (kenteken [kentekennummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair:
hij op of omstreeks 7 april 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een snorfiets (kenteken [kentekennummer]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde snorfiets wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou hij op of omstreeks 7 april 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een snorfiets (kenteken [kentekennummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als vinder(s), onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof de verdachte zal vrijspreken van het tenlastegelegde.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte primair, subsidiair en meer subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt daartoe het volgende. De getuige [getuige] heeft drie jongens bij de scooter zien, die even later weg bleek te zijn. Het signalement dat de politie van de verdachte geeft bij zijn aanhouding komt niet volledig overeen met één van de signalementen van de getuige, en verschilt ook weer van het signalement van de verdachte dat tijdens zijn verhoor wordt vastgesteld. Het hof heeft te veel twijfel of de verdachte één van de jongens is geweest die de getuige heeft gezien. Het hof zal de verdachte daarom vrijspreken van het primair tenlastegelegde.
Wat betreft het subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde overweegt het hof dat het dossier te weinig informatie over de scooter en de staat waarin deze werd aangetroffen (hoe zag het contactslot eruit, waar zat het contactslot, etc.) bevat dat de verdachte ook van het subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde zal worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. J.W. Moors en mr. R.M. Vennix, in tegenwoordigheid van mr. A.M.R. Karsemeijer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 april 2016.
Mr. R.M. Vennix is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[....]