ECLI:NL:GHAMS:2016:1643
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.F.G.H. Beckers
- M. Wigleven
- C.E. Buitendijk
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van beschermingsmaatregelen voor rechthebbende in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of er gronden zijn voor het instellen van een beschermingsmaatregel voor de rechthebbende, die in 1930 is geboren en lijdt aan een cognitieve stoornis en vasculaire dementie. De rechthebbende, die eerder onder bewind en mentorschap was gesteld, heeft in hoger beroep verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen, terwijl de belanghebbenden, aangeduid als [A] c.s., hebben verzocht om ondercuratelestelling. Het hof heeft vastgesteld dat de rechthebbende niet in staat is haar vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen en dat de huidige beschermingsmaatregelen onvoldoende zijn om haar belangen te waarborgen. Het hof heeft de verzoeken van [A] c.s. tot ondercuratelestelling afgewezen, omdat de huidige maatregelen van bewind en mentorschap voldoende zijn. De rechthebbende heeft een familieruzie en er is een strijd binnen de familie over haar zorg en verblijfplaats. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij de benoeming van de bewindvoerder en mentor is bevestigd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een onafhankelijke derde om de belangen van de rechthebbende te behartigen, gezien de complexe familieverhoudingen en de zorgbehoefte van de rechthebbende.