ECLI:NL:GHAMS:2016:1561
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de terugbetaling van een lening door schilders na beëindiging van hun dienstverband
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door twee appellanten, die een schildersbedrijf hadden, tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De appellanten zijn in hoger beroep gekomen van de vonnissen van de rechtbank van 28 januari 2015 en 20 mei 2015, waarin de rechtbank de vorderingen van de geïntimeerde, [Y] B.V., heeft toegewezen. De zaak betreft een lening van € 40.940,24 die door [Y] aan de appellanten is verstrekt, met de afspraak dat deze zou worden afgelost door middel van inhouding van overwerk. Na de beëindiging van het dienstverband van de appellanten bij de nieuw opgerichte vennootschap [X] Amsterdam, is de vraag gerezen of de appellanten nog gehouden zijn om de lening terug te betalen.
De rechtbank heeft in het tussenvonnis de feiten vastgesteld en geoordeeld dat de appellanten in verzuim zijn geraakt door niet aan hun verplichtingen te voldoen. De appellanten hebben in hoger beroep betwist dat zij nog gehouden zijn tot terugbetaling, nu hun dienstverband is beëindigd en zij daardoor niet meer in staat zijn om de lening af te lossen. Het hof heeft de grieven van de appellanten beoordeeld en geconcludeerd dat de overeenkomst tussen partijen niet voorzag in een verplichting tot terugbetaling in geld, maar in natura, door middel van overwerk. Het hof oordeelt dat het voor rekening van [Y] komt dat het dienstverband van de appellanten kort na het sluiten van de overeenkomst is beëindigd, en dat de appellanten niet meer in staat zijn om de lening af te lossen.
Het hof heeft de vordering van [Y] tot terugbetaling van de lening afgewezen, maar heeft wel geoordeeld dat de appellanten gehouden zijn om het netto equivalent van het overwerk dat zij hebben verricht te betalen, ter hoogte van € 5.311,20, te vermeerderen met wettelijke rente. Het hof heeft het bestreden vonnis vernietigd en opnieuw rechtdoende de appellanten hoofdelijk veroordeeld tot betaling van dit bedrag, met compensatie van de proceskosten.