Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
principale appelgeconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, Centurion alsnog zal veroordelen tot betaling van, kort gezegd,
incidentele appelheeft [X] geconcludeerd, kort gezegd, dat het hof de grieven van Centurion zal verwerpen, met beslissing over de proceskosten.
principale appelgeconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal bekrachtigen, met beslissing over de proceskosten. In het
incidentele appelheeft Centurion geconcludeerd, kort gezegd, dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, de door de kantonrechter toegewezen vorderingen met betrekking tot de vergoeding ter hoogte van de huurprijs over de periode van 1 januari 2014 tot 1 april 2014 en met betrekking de in het gehuurde verbruikte nutsleveranties (gas en elektriciteit) ter hoogte van een bedrag van € 562,97 alsnog zal afwijzen, met bepaling dat [X] alles wat Centurion krachtens het bestreden vonnis aan [X] heeft betaald aan Centurion dient terug te betalen en met beslissing over de proceskosten in beide instanties.
2.De feiten
3.De beoordeling
in conventieeen veroordeling van Centurion gevorderd tot betaling van een vergoeding ter hoogte van de huurprijs voor de periode van 1 januari 2014 tot het moment dat deugdelijke oplevering heeft plaatsgevonden, tot betaling van een bedrag van € 562,97 ter zake van gasleveringen, tot betaling van een bedrag van € 6.019,75 (inclusief btw) in verband met aan de vloer toegebrachte schade, tot betaling van een bedrag van € 1.930,90 in verband met tuinonderhoud en tot betaling van, kort samengevat, de proceskosten. Zij heeft daartoe gesteld, kort gezegd, dat de gevorderde vergoeding ter hoogte van de huurprijs is verschuldigd omdat Centurion het gehuurde niet aan [X] ter beschikking heeft gesteld en niet deugdelijk heeft opgeleverd, dat de in rekening gebrachte kosten voor gaslevering zijn gemaakt omdat Centurion het bedrijfspand te laat heeft opgeleverd, dat door verwijdering van de machines uit het bedrijfspand schade aan de vloer is ontstaan en Centurion deze schade niet deskundig heeft laten herstellen, en dat Centurion gehouden was de tuin te onderhouden maar dit niet heeft gedaan. Centurion heeft hiertegen verweer gevoerd en van haar kant
in reconventieeen verklaring voor recht gevorderd dat [X] met betrekking tot de door [D] uitgevoerde werkzaamheden ongerechtvaardigd is verrijkt alsmede een veroordeling van [X] gevorderd tot betaling van een bedrag van € 4.750,= (exclusief btw) aan Centurion. Zij heeft daartoe gesteld, kort gezegd, dat zij onverplicht opdracht heeft gegeven tot herstel van de werkzaamheden en de hiermee gemoeide kosten heeft voldaan, omdat niet zij maar [X] hiertoe was gehouden krachtens artikel 9 van de algemene bepalingen van de huurovereenkomst. [X] heeft hiertegen verweer gevoerd.
in conventieCenturion veroordeeld tot betaling aan [X] van een vergoeding ter hoogte van de huurprijs voor de periode van 1 januari 2014 tot 1 april 2014, alsmede tot betaling van een bedrag van € 562,97 ter zake van gasleveringen, een bedrag van € 895,= ter zake van het tuinonderhoud en een bedrag van € 2.769,= ter zake van buitengerechtelijke kosten,
in reconventiede vorderingen afgewezen en zowel in conventie als in reconventie de proceskosten gecompenseerd.
grief I in het principale appelslaagt en
grief I in het incidentele appelfaalt. Ook
grief II in het incidentele appel, die van het welslagen van de eerste grief in het incidentele appel afhankelijk is, moet worden verworpen. Dit laatste betekent dat Centurion naast een gebruiksvergoeding ter hoogte van de huurprijs ook de kosten van de nutsvoorzieningen over de periode vanaf 1 januari 2014 tot 2 juni 2014 aan [X] dient te betalen. [X] heeft in dit verband een bedrag van € 3.436,= gevorderd, samengesteld uit een volgens haar verschuldigd totaalbedrag van € 3.998,97 minus een reeds bij het bestreden vonnis toegewezen (en kennelijk reeds door Centurion betaald) bedrag van € 562,97. Zij heeft ter onderbouwing van haar vordering een aantal facturen in het geding gebracht, maar nagelaten een berekening te maken waaruit kan worden afgeleid hoe zij op grond van die facturen tot een door Centurion verschuldigd bedrag van € 3.998,97 komt over de periode vanaf 1 januari 2014 tot 2 juni 2014. Nu Centurion (subsidiair) de hoogte van de vordering van [X] te dezer zake betwist, zal het hof [X] in de gelegenheid stellen bij akte aan de hand van de bedoelde facturen een beredeneerde berekening van haar vordering over de periode vanaf 1 januari 2014 tot 2 juni 2014 over te leggen, waarna Centurion bij akte daarop zal mogen reageren.
grief II in het principale appelslaagt.
grief III in het principale appelterecht is voorgesteld.