In deze zaak gaat het om een geschil tussen een verzekerde, aangeduid als [appellante], en haar rechtsbijstandsverzekeraar, DAS Rechtsbijstand. [appellante] heeft een rechtsbijstandverzekering afgesloten bij DAS en heeft in het verleden een verzoek ingediend om rechtsbijstand in een medische aansprakelijkheidskwestie. Na een aantal correspondenties over de haalbaarheid van de zaak en de te volgen strategie, heeft [appellante] DAS verzocht om de geschillenregeling toe te passen, omdat zij van mening was dat er onoverbrugbare geschilpunten waren. DAS heeft dit verzoek afgewezen, wat heeft geleid tot een rechtszaak.
De voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam heeft in eerste aanleg de vorderingen van [appellante] afgewezen, wat heeft geleid tot hoger beroep. Het Gerechtshof Amsterdam heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de geschillenregeling door de verzekerde kan worden ingeroepen bij onoverbrugbare geschilpunten over de haalbaarheid van een procedure of over de te voeren strategie. Het hof oordeelt dat DAS aan haar verplichtingen heeft voldaan door [X] Advocaten opdracht te geven om het plan van aanpak te beoordelen. Het hof concludeert dat er geen (spoedeisend) belang bestaat bij de vorderingen van [appellante], omdat zij zelf het uitbrengen van het advies tegenhoudt.
Uiteindelijk heeft het hof het bestreden vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd en [appellante] veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. Dit arrest is gewezen op 19 april 2016.