ECLI:NL:GHAMS:2016:1332
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.D.R.M. Boumans
- F.J.P.M. Haas
- A.A. van Berge
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen kandidaat-notaris over onzorgvuldig handelen bij opmaken testament
In deze zaak heeft klager, een appellant, een klacht ingediend tegen de kandidaat-notaris over vermeend onjuist en onzorgvuldig handelen bij het opmaken van zijn testament en levenstestament. De klacht is ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam, na een eerdere beslissing van de kamer voor het notariaat in Arnhem-Leeuwarden, die de klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaarde en voor het overige ongegrond. Klager heeft op 1 juli 2015 een beroepschrift ingediend, gevolgd door een aanvullend beroepschrift op 16 juli 2015. De kandidaat-notaris heeft hierop gereageerd met een verweerschrift. De zaak is behandeld op een openbare zitting op 3 maart 2016, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht aan de hand van pleitnotities.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Klager heeft vanaf juni 2012 contact gehad met de kandidaat-notaris en zijn advocaat over het opmaken van een nieuw testament. Op 17 december 2012 is het testament verleden, waarbij de advocaat van klager als erfgenaam en executeur is benoemd. Klager heeft de nota voor de verrichte notariële werkzaamheden voldaan, maar heeft later bezwaren geuit over de kosten en de wijze van handelen van de kandidaat-notaris. Klager heeft de kandidaat-notaris beschuldigd van onnodige kosten en misleiding.
Het hof heeft de klacht van klager beoordeeld en geconcludeerd dat er geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de kandidaat-notaris is aangetoond. De kamer heeft de klacht terecht ongegrond verklaard. Het hof bevestigt de beslissing van de kamer en verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot terugbetaling van de nota en schadevergoeding, aangezien de tuchtprocedure hier niet in voorziet.