In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van poging tot diefstal van een motorfiets, maar het hof heeft geoordeeld dat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld welke rol de verdachte heeft gespeeld in het ten laste gelegde feit. De verdachte werd vrijgesproken omdat medeplichtigheid niet ten laste was gelegd en de rol van de verdachte niet duidelijk kon worden vastgesteld. De zaak was eerder behandeld op 7 december 2015, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. De tenlastelegging betrof een incident op 29 april 2013 in Amsterdam, waarbij de verdachte samen met anderen een motorfiets zou hebben willen stelen. Getuigenverklaringen wezen op de betrokkenheid van twee jongens, maar het hof kon niet vaststellen of de verdachte de pleger of medeplichtige was. De advocaat-generaal had gevorderd tot veroordeling, maar het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij. Daarnaast werden vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere straffen afgewezen, omdat de verdachte werd vrijgesproken van de poging tot diefstal.