Uitspraak
mrs. J.M. van den Bergen
M. Wolters, kantoorhoudende te Amsterdam,
mrs. E.M. Soerjatinen
M-C. Leijten, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
2.De gronden van de beslissing
fairnessvan het openbaar bod van 6 november 2013 van XBC op de aandelen in Xeikon. Op die grond heeft de onderzoeker enkele malen, tevergeefs, bij Xeikon verzocht om informatie over de aandelenprijs, onder meer bij e-mails van 4 december 2015, 24 februari 2016 en 2 maart 2016, aldus de onderzoeker.
fairnessvan het openbaar bod in 2013 van XBC op de aandelen van de minderheidsaandeelhouders in Xeikon, en - meer concreet - bijvoorbeeld op de gedragingen van Xeikon rondom dat openbaar bod en op de vraag of en hoe de Accentis-transactie en de inkoop van eigen aandelen door Xeikon invloed hebben gehad op dat openbaar bod. Dat, zoals Xeikon heeft gesteld, de transactie met Flint de aandelen in XBC betreft en niet de aandelen in Xeikon waarop het bod in 2013 betrekking had, doet daar niet aan af, mede gelet op het feit dat XBC een (indirect) door Bencis gecontroleerde vennootschap is, opgericht met als doel het verkrijgen en houden van alle geplaatste aandelen in het kapitaal van Xeikon. Bij al het voorgaande is in aanmerking genomen dat voor toewijzing van een verzoek als hier aan de orde niet vereist is dat op voorhand vaststaat dat de gevraagde informatie relevant is; voldoende is dat de onderzoeker redelijkerwijs kan menen dat de verzochte informatie relevant kan zijn. De vraag of en zo ja in welke mate de verzochte informatie daadwerkelijk van belang is voor de beoordeling van het beleid een gang van zaken van Xeikon, kan bij de beoordeling van een verzoek op de voet van artikel 2:355 BW aan de orde komen.
fairnessvan het openbaar bod van 6 november 2013 van XBC op de aandelen in Xeikon.