ECLI:NL:GHAMS:2016:1170
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid accountant bij investeringsadvies en samenwerkingsverband
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een accountant, [geïntimeerde sub 2], die een cliënt, [appellant sub 2], heeft geattendeerd op een investeringsmogelijkheid in Costa Rica. De accountant had zelf al geïnvesteerd via zijn persoonlijke vennootschap en ging vervolgens een samenwerkingsverband aan met de cliënt. De rechtbank heeft in het bestreden vonnis geoordeeld dat de handelingen van de accountant in een te ver verwijderd verband stonden van zijn gebruikelijke werkzaamheden, waardoor er geen sprake was van een bijzondere zorgplicht. De vorderingen van de appellanten tegen de accountant en zijn werkgever, PricewaterhouseCoopers (PWC), zijn afgewezen. Het hof bevestigt deze beslissing en oordeelt dat de accountant niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade die de cliënt heeft geleden door de investeringen. De appellanten hebben onvoldoende bewijs geleverd dat de accountant op de hoogte was van malversaties en dat hij onrechtmatig heeft gehandeld. Het hof concludeert dat de accountant handelde in privé en niet in zijn hoedanigheid als accountant, waardoor de aansprakelijkheid op grond van artikel 6:171 BW niet van toepassing is. De vorderingen tegen PWC worden eveneens afgewezen, omdat de accountant niet namens PWC handelde. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt de appellanten in de proceskosten.