ECLI:NL:GHAMS:2016:1139

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 maart 2016
Publicatiedatum
30 maart 2016
Zaaknummer
23-004859-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onvolledige bewijsvoering bij winkeldiefstal

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van winkeldiefstal, specifiek het stelen van een zakje borrelnootjes uit een supermarkt in Haarlem op 24 september 2015. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken. Tijdens de zitting in hoger beroep op 10 maart 2016 is het hof tot de conclusie gekomen dat de bewijsstukken in het dossier onvolledig en niet ondubbelzinnig waren. Ondanks dat de verdachte wisselende verklaringen had afgelegd over het moment van het in zijn jaszak stoppen van de borrelnootjes, bleef er veel onduidelijkheid bestaan over de feiten. Het hof kon niet overtuigend vaststellen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. De verdachte had verklaard dat hij de reeds geopende zak borrelnootjes van huis had meegenomen naar de winkel, wat niet kon worden uitgesloten door de stukken in het dossier. Gezien deze onduidelijkheden heeft het hof besloten het vonnis waarvan beroep te vernietigen en de verdachte vrij te spreken van de tenlastelegging.

Uitspraak

parketnummer: 23-004859-15
datum uitspraak: 24 maart 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland van 26 november 2015 in de strafzaak onder parketnummer 15-194125-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
adres: [adres 1]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
10 maart 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 24 september 2015 te Haarlem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een zakje borrel/tijgernootjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf VOMAR ([adres 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Met de raadsman en de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat de verdachte moet worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van het hof kan niet worden bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, nu de stukken in het dossier met betrekking tot de zak borrelnootjes onvolledig en niet ondubbelzinnig zijn. De wijze van verbaliseren in het dossier leidt bij het hof tot het ontbreken van de overtuiging dat de verdachte de zak borrelnootjes heeft gestolen uit de supermarkt. Ondanks dat de verdachte enigszins wisselende verklaringen heeft afgelegd, onder andere over het moment waarop hij de zak borrelnootjes in zijn jaszak heeft gestopt, blijven op basis van onderhavig dossier veel punten onduidelijk. Zo sluiten de stukken in het dossier niet uit dat de verklaring van de verdachte – te weten dat hij de reeds geopende zak borrelnootjes van huis had meegenomen naar de winkel – juist is. Gelet op vorenstaande zal het hof de verdachte vrijspreken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. J.A.M. de Wit en mr. A.M. Kengen, in tegenwoordigheid van
mr. L.J.M. Klop, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
24 maart 2016.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[....]
.