Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Inleidende beschouwingen
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Bewijsoverwegingen
- twee van hen, aan elkaar “geknoopt” als hangmat dienen voor een (in die hangmat) gelegen aanhanger/lid van de Ku Klux Klan met de tekst “around blacks relax”;
- een kleuter, gezeten in een metalen winkelwagentje, die door de spijlen daarvan kijkt, met de tekst “get used to looking thru them bars little nigga”;
- een uitgemergelde persoon, met de tekst “Aids, fixing God’s mistakes, one nigger at a time”;
- een kind staat naast een groep van 10 blanke kinderen die een bord dragen met de tekst “my bike was stolen” en het negroïde kind een bord draagt met de tekst “I have 10 new bikes”.
disclaimer. De afbeeldingen zijn voor het overgrote deel zonder begeleidende tekst geplaatst. Bij het merendeel van de afbeeldingen is ook anderszins de genoemde ironie niet (zonder meer) herkenbaar. In zoverre zijn de als ontlastend ingebrachte afbeeldingen niet als relativerende context aan te merken.
inner circlevan de bezoekers van de site behoren, een naar eigen zeggen van de verdachte beperkte groep. De subjectieve opvattingen van de
inner circlekunnen echter niet de maatstaf vormen of bepalen aan de hand waarvan het beledigende karakter van de afbeeldingen beoordeeld moet worden. Het kan aan objectief waarnemende buitenstaanders niet worden tegengeworpen dat zij de door een bepaalde groep in eigen kring beleden ironie niet zien, laat staan delen. Illustratief in dit verband is het antwoord van de verdachte op de vraag naar de context van de afbeeldingen: “dat is moeilijk leggen, je moet een week meeposten om de flow te voelen”.
in zijn ogenhet racistische karakter aan de afbeeldingen ontneemt. Hij heeft tevens gesuggereerd dat hij de Racistische Thread onmiddellijk van (het openbare gedeelte van) de website zou hebben gehaald als hij zich bewust was geweest van het beledigende karakter van de afbeeldingen. Het hof is er, in het licht van hetgeen de verdachte terzake heeft aangevoerd en hetgeen door de ter terechtzitting in hoger beroep gehoorde getuigen is verklaard, van overtuigd dat de verdachte bedoeld opzet niet had. Dat geldt ook voor voorwaardelijk opzet, nu het hof aanneemt dat de verdachte de (aanmerkelijke) kans dat de afbeeldingen beledigend waren niet willens en wetens heeft aanvaard. Voor zover aan hem opzettelijk handelen - in die zin dat hij
wistdat de afbeeldingen beledigend waren - wordt verweten, zal hij dan ook worden vrijgesproken van hetgeen hem is tenlastegelegd.
redelijkerwijs moest vermoedendat de tenlastegelegde afbeeldingen, ook bezien in de context van de gehele Racistische Thread, beledigend waren voor negroïde personen wegens hun ras. De verdachte heeft, zoals gezegd, het racistische karakter van de tenlastegelegde afbeeldingen op zichzelf toegegeven en heeft zich voor het overige - in het bijzonder voor wat betreft de context van de gehele Racistische Thread - laten voorstaan op de binnen de
inner circlegedeelde ideeën. Hij heeft zich geen rekenschap willen geven van de buiten die
inner circlebestaande opvattingen en, ook bij gelegenheid van zijn berechting, geen begrip willen opbrengen voor degenen die zijn ideeën niet deelden.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
.De afbeeldingen zijn immers, zoals hiervoor al is overwogen, voor negroïde personen sterk diffamerend en hadden de strekking hen te discrimineren. Het hof neemt daarbij in het bijzonder in aanmerking dat het bij negroïde personen om een minderheidsgroepering van de (Nederlandse) bevolking gaat.
Strafbaarheid van de verdachte
Toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht
en petit comitéomtrent het onderwerp racisme. Zowel uit zijn verklaringen als uit de verklaringen van [medeverdachte] en de ter terechtzitting in hoger beroep gehoorde getuigen is gebleken dat zij op een ironische manier racisme wilden benaderen. De omstandigheid dat zij dit als groep onhandig hebben aangepakt waardoor de ironisch bedoelde ondertoon voor derden niet (direct) kenbaar was, kan de verdachte naar het oordeel van het hof niet zo zwaar worden aangerekend als de advocaat-generaal heeft betoogd. Aannemelijk is ook dat de verdachte er zelf geen racistische ideeën op nahoudt en hij heeft verklaard dat hij de vrije toegankelijkheid tot de site onmiddellijk zou hebben geblokkeerd als hij eerder zou hebben beseft dat de door hem beleefde ironie door derden niet werd begrepen.