Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellante sub 1] ,
1.[geïntimeerde sub 1] ,
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.Beoordeling
gevorderdvoor recht te verklaren dat de splitsingsakte van 23 juli 2012 voor zover deze ziet op de daarin neergelegde stemverhouding in de vergadering van de VvE (1:1:1), nietig is;
verzochtom een rechterlijke machtiging ter vervanging van medewerking door [appellanten] aan de door [geïntimeerden] voorgestelde stemverhouding in de vergadering van de VvE (2:1:3).
vordering. De onderhavige procedure had derhalve voor zover deze de vordering tot (partiële) nietigverklaring van de splitsingsakte van 23 juli 2012 betreft, moeten worden ingeleid bij dagvaarding (en niet - zoals is geschied - bij verzoekschrift). Het hof zet de behandeling van deze vordering dan ook - zoals ter zitting aangekondigd - voort als een dagvaardingszaak (aanhangig bij dit hof onder zaaknummer 200.185.373/01).
verzoekom een rechterlijke machtiging ter vervanging van medewerking door [appellanten] aan de door [geïntimeerden] voorgestelde stemverhouding, terecht bij verzoekschrift is ingesteld. Voor zover het door [appellanten] ingestelde hoger beroep is gericht tegen hetgeen de kantonrechter met betrekking tot dit verzoek overweegt (de grieven 4 en 6), wordt daarop in de onderhavige beschikking beslist.