beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.172.902/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 5 januari 2016
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKER,
advocaat:
mr. P.D. Olden, kantoorhoudende te Amsterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEUS EX MACHINA (D.E.M.) B.V.,
gevestigd te Haarlem,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. W.P. Wijersen
mr. I. Wassenaar, kantoorhoudende te Amsterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JKS HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaten:
mr. M.J. Geusen
mr. E.M. Tjon-En-Fa, kantoorhoudende te Den Haag,
2. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR D.E.M.,
gevestigd te Haarlem,
advocaat:
mr. W.E. Pors, kantoorhoudende te Den Haag,
BELANGHEBBENDEN.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Verzoeker, verweerster en belanghebbenden worden hierna respectievelijk (ook) aangeduid met [A] , DEM, JKS en STAK.
1.2 [A] heeft bij op 8 juli 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van DEM over de periode vanaf 1 januari 2011. Daarbij heeft hij tevens verzocht bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding een derde persoon te benoemen tot bestuurder dan wel tot commissaris van DEM, die het mede tot zijn taak mag rekenen de belangen van [A] als minderheidsaandeelhouder van DEM (en crediteur) te bewaken en een spoedige ‘
exit’ van [A] te bevorderen alsmede om DEM te veroordelen in de proceskosten.
1.3 DEM heeft bij op 27 augustus 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van [A] af te wijzen, met veroordeling van [A] in de kosten van het geding, uitvoerbaar bij voorraad.
1.4 De verzoeken zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 17 september 2015. Bij die gelegenheid hebben de advocaten (voor [A] tevens mr. B.F.L.M. Schim, advocaat te Amsterdam) de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen en onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt. De Ondernemingskamer heeft ter zitting het verzoek van DEM tot behandeling van de zaak met gesloten deuren, ten aanzien van welk verzoek [A] zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer, afgewezen.
2 De feiten
De Ondernemingskamer gaat – met een enkele wijziging, toevoeging en weglating – uit van de feiten zoals die door de rechtbank Noord-Holland in het hierna onder 2.30 vermelde vonnis zijn opgenomen, met een aanvulling in 2.16 en 2.20-2.22 en vanaf 2.26. Het gaat om de volgende feiten.
2.1[A] is Amerikaans staatsburger en woont in de Verenigde Staten.
2.2DEM is een houdstervennootschap die in 1995 is opgericht door [A] en [B] (hierna: [B] ) en twee anderen die thans niet meer participeren in het aandelenkapitaal van DEM. De ondernemingsactiviteiten van DEM zijn ondergebracht in verschillende deelnemingen. De deelnemingen van DEM houden zich onder meer bezig met het aanbieden van vaste telefonie, telecomdiensten en een aankoopservice en met verkoop van verzekeringen. DEM en haar deelnemingen zullen hierna ook wel worden aangeduid als de DEM-groep.
2.3[B] is enig bestuurder van DEM en van JKS. JKS is de persoonlijke houdstervennootschap van [B] .
2.4Vanaf 2005 hield [A] 20% en [B] via JKS 80% van de aandelen in DEM.
2.5[A] heeft tot 2010 actief meegewerkt in (een van de deelnemingen van) DEM. In een e-mailbericht van 3 maart 2010 heeft [A] onder meer aan [B] geschreven:
“
I want to withdraw from any active involvement in DEM and its holdings. I want to step into the position of just being a shareholder.(…)
I have decided that I want to continue as a 20% shareholder in DEM, but want to formally transfer all my decision making rights as a shareholder to you and make you my proxy in any shareholder decisions. In short I want to give you all possible room to execute the strategies you set, and will follow you in whatever direction you choose concerning compensation, dividends, acquisitions or sale of our interests. I know I will be treated fairly and equally in matters that affect my position as a shareholder.”
2.6Op 20 augustus 2010 heeft [B] aan [A] in een e-mail onder meer geschreven:
“
With the help of Allen & Overy and Ernst & Young I have completed the restructuring of DEM. The purpose of this restructuring is twofold:
1. To determine the value of DEM uptill 2010 and the way that in time this value will be paid out to you and me.
2. To allow key executives in the respective subsidiaries of DEM and myself to participate in the increase in value of DEM starting in 2010 above the value mentioned in point 1.
Please come to Holland in the first week of september to sign the necessary documents for this restructuring of DEM.”
2.7Daarop heeft [A] geantwoord in een e-mail van 29 augustus 2010:
“
Please send me the draft documents that are relevant to the restructuring you’d like me to agree to. From your email I get the impression that part of the restructuring is designed to change ownership and participation going forward. As I’ve indicated earlier my preference is to maintain my established interests as a shareholder of DEM, but as a silent partner who follows you in your position as shareholder. So please send the drafts to make sure there is no confusion and let me know that no transaction will be completed until I’ve had a chance to review the drafts.”
2.8Op 31 augustus 2010 heeft [B] in een e-mail aan [A] geschreven:
“
The restructuring is crucial for the desired development and growth of the DEM activities in the coming years and thereafter.(…)
I expect you to cooperate and come to Holland next week to conclude this restructuring of DEM.”
2.9Daarop heeft [A] in een e-mail van 8 september 2010 aan [B] geantwoord:
“(…)
I think it’s reasonable to be able to review and think about a restructuring proposal before I make the trip over to Holland.
So please send me the documents that Ernst and Young and Robert Jan or whomever at Allen Overy have prepared.”
2.1In reactie daarop heeft [B] diezelfde dag aan [A] per e-mail onder meer geschreven:
“(…)
I expect you to come to Holland next week and cooperate in the restructuring of DEM. After discussing the restructuring with Robert Jan Lijdsman[notaris, opm. OK], (...)
and myself, you can seek any advice from your advisors in the States while you are here.”
2.11Op 9 september 2010 heeft [A] per e-mail aan [B] onder meer geschreven:
“
I understand and respect your sense of urgency and I want to do everything I can to keep things moving. But the reality is that I cannot come over because of my health.(..)
The apparent urgency you conveyed in your reply and my inability to be there next week led me to ask [C] ’s support and I have given him full authority to resolve whatever matters need resolved.(…)
I have given [C] my Power of Attorney in the Netherlands.”
2.12Op 2 februari 2011 was een bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders gepland. Op de agenda stonden onder meer managementparticipatie, omzetting van DEM in een naamloze vennootschap en een statutenwijziging van DEM. Bij de agenda hoorden als bijlagen onder meer:
– een presentatie van Allen & Overy over managementparticipatie bij de DEM-groep van 20 januari 2011;
– een brief aan de Belastingdienst van 5 juli 2010 met een verzoek inzake de herstructurering van DEM;
– een waarde-indicatie van de aandelen in DEM per 30 september 2010, opgesteld door Ernst & Young van 12 november 2010; en
– een conceptakte tot wijziging van de statuten van DEM van 20 januari 2011.
2.13De in 2.12 genoemde stukken en de overige stukken voor de vergadering van 2 februari 2011 heeft [B] op 21 januari 2011 aan [C] (hierna: [C] ) als gevolmachtigde van [A] overhandigd.
2.14Naar aanleiding van de aangekondigde vergadering en de bijlagen bij de agenda heeft [C] op 24 januari 2011 namens [A] een e-mail gestuurd aan [B] in diens hoedanigheid van enig bestuurder van DEM. Daarin heeft hij onder meer geschreven dat de voorstellen rond de herstructurering van DEM de positie van [A] als aandeelhouder ernstig en onevenredig zouden verslechteren en dat hij deze voorstellen niet zou accepteren. Ook heeft [C] geschreven dat hij bezwaren heeft tegen de procedurele gang van zaken, omdat de relevante informatie over de voorgestelde herstructurering ondanks eerdere verzoeken eerst twaalf dagen voor de vergadering aan hem zijn overgelegd.
2.15De op 2 februari 2011 geplande vergadering is afgezegd en op 30 maart 2011 is een nieuwe algemene vergadering van aandeelhouders uitgeschreven en gehouden. Op de agenda stonden opnieuw onder meer de in 2.12 genoemde agendapunten, met als bijlage voor de statutenwijziging een nieuwe conceptakte, gedateerd op 7 maart 2011. In artikel 6.1 van deze akte staat dat uitgifte van aandelen geschiedt op grond van een besluit van het bestuur en in artikel 6.4 staat dat het voorkeursrecht telkens voor een enkele uitgifte van aandelen bij besluit van het bestuur kan worden beperkt of uitgesloten.
2.16Uit een presentatie van Allen & Overy, die op 30 maart 2011 is besproken (“management participatie DEM Group”), bleek dat het managementparticipatieplan erin voorzag dat
tracking stockwerd ingevoerd om managers te laten meedelen in de winst van de deelneming waaraan zij leiding gaven.
2.17De voorgestelde statutenwijziging, waarbij het aandelenkapitaal van DEM werd omgezet in gewone en preferente aandelen A tot en met I, is op 30 maart 2011 door de algemene vergadering van aandeelhouders goedgekeurd doordat JKS daar als meerderheidsaandeelhouder voor heeft gestemd. Bij deze vergadering was [D] (hierna: [D] ) aanwezig als gemachtigde van [A] . Zij heeft zich onthouden van stemming, nadat zij de vraag heeft gesteld of bij het doorvoeren van de voorgestelde statutenwijziging sprake was van enige verwatering van het belang van [A] ; notaris R.J. Lijdsman heeft daarop geantwoord dat bij dit voorstel geen sprake was van enige verwatering en dat [A] met deze statutenwijziging een belang van 20% bleef behouden.
2.18Op 18 november 2011 heeft opnieuw een algemene vergadering van aandeelhouders van DEM plaatsgevonden. Ook daar was [D] aanwezig als gemachtigde van [A] ; blijkens de notulen van die vergadering heeft zij toen onder meer gevraagd wat de plannen waren met betrekking tot de participatie van het management. Voorts staat in de notulen:
“
Mevrouw [D] legt het verzoek neer bij de bestuurder van de vennootschap of de aandeelhouders geïnformeerd kunnen worden zodra het plan van uitgifte concreet is. De heer [B] geeft aan dat het bestuur van de vennootschap zich aan alle regels zal houden maar kan nog [g]een uitspraken doen of aanvullende informatie zal worden verstrekt.”
2.19Op 16 januari 2012 heeft het bestuur van DEM op grond van artikel 6.1 van de nieuwe statuten besloten tot uitgifte van 1.665.000 aandelen in het kapitaal van DEM aan JKS, te weten 297.000 aandelen elk in de klassen A, B, C, D en I en 180.000 aandelen in klasse E. Daarbij is in aanmerking genomen dat DEM op één na alle aandelen houdt in het kapitaal van BACS Investing B.V. (hierna: BACS) en dat het bestuur van DEM de resultaten van BACS wenst toe te rekenen aan de gewone aandelen van DEM. Tevens is in dit bestuursbesluit met toepassing van artikel 6.6 van de statuten besloten tot uitsluiting van het voorkeursrecht van bestaande aandeelhouders en is bepaald dat de activa en passiva van BACS toekomen aan de gewone aandelen E.
2.2Bij akte van uitgifte van 8 maart 2012 heeft DEM 1.665.000 nieuwe aandelen uitgegeven aan JKS, tegen een uitgifteprijs van € 527.850.
2.21Als gevolg van de uitgifte van de nieuwe aandelen is het aandelenbelang van [A] verwaterd van 20% naar 14,6%. Hij houdt thans 801.000 preferente aandelen (20%) en 99.000 gewone aandelen (4,6%), in totaal 900.000 van de 6.165.000 geplaatste aandelen in de klassen A tot en met D en I.
2.22Op 19 maart 2012 heeft DEM een lening van € 10 miljoen verstrekt aan BACS.
2.23Het besluit van 16 januari 2012 tot uitgifte van aandelen is op 11 december 2012 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.
2.24Bij brief van 17 mei 2013 heeft de advocaat van [A] aan DEM geschreven dat het belang van [A] verwatert als gevolg van het besluit van 16 januari 2012 tot uitgifte van aandelen, dat [B] een tegenstrijdig belang had bij dat besluit en dat hij ten onrechte heeft nagelaten de algemene vergadering van aandeelhouders van DEM daarvan op de hoogte te stellen. De advocaat heeft [B] gesommeerd om vóór 31 mei 2013 onder meer inzicht te geven in zijn arbeidsvoorwaarden en in de daadwerkelijk door hem van DEM ontvangen bezoldigingen en kostenvergoedingen, een afschrift te verstrekken van de akte van uitgifte die is gevolgd op het besluit van 16 januari 2012 en het managementparticipatieplan te verstrekken waaronder JKS aandelen houdt ten behoeve van het management.
2.25Bij brief van 17 juni 2013 van hun advocaten hebben JKS en DEM hierop gereageerd. In de brief staat onder meer dat de daadwerkelijke aandelenuitgifte aan JKS heeft plaatsgevonden op 8 maart 2012 en dat dit is gebeurd in het kader van het managementparticipatieplan. Het feit dat [A] niet meer actief is betrokken binnen de DEM-groep en zich daarom in een wezenlijk andere positie bevindt, rechtvaardigt dat hij niet aan de uitgifte heeft kunnen deelnemen, aldus de brief. Voorts staat in de brief dat DEM niet verplicht is om opgave te doen van de bezoldiging van het bestuur, dat [A] geen recht heeft op een afschrift van de akte van uitgifte van de aandelen en dat de uitgangspunten van het managementparticipatieplan niet anders zijn dan zoals gepresenteerd op de algemene vergadering van aandeelhouders van 30 maart 2011.
2.26Op 26 juni 2013 heeft een algemene vergadering van aandeelhouders plaatsgevonden; notulen daarvan zijn omstreeks 11 februari 2014 aan [A] verstrekt. In deze notulen staat onder meer dat [E] , de niet-statutaire CFO van DEM, op vragen van (de advocaat van) [A] heeft geantwoord dat “de directie niet genoodzaakt was” [A] te informeren over de emissie van aandelen en dat “de aandelen mede in het kader van het managementparticipatieplan zijn uitgegeven”. Onder 7 van de notulen (“Resultaatsbestemming 2011”) is vermeld dat is besloten, met tegenstem van [A] , tot het reserveren van de hele jaarwinst 2011.
2.27Bij dagvaarding van 2 augustus 2013 heeft [A] een vordering ex artikel 2:343 BW (geschillenregeling) aanhangig gemaakt tegen DEM en JKS.
2.28Op 17 september 2013 is STAK opgericht door DEM. Tot 19 november 2014 was [B] de enige bestuurder van STAK.
2.29Op 12 maart 2014 is een algemene vergadering van aandeelhouders van DEM gehouden. Namens [A] gestelde vragen naar het managementparticipatieplan en de aandelenverhoudingen zijn toen niet beantwoord. Tijdens die vergadering is besloten een dividenduitkering op de gewone aandelen beschikbaar te stellen van € 1,5 miljoen.
2.3In de procedure op de voet van artikel 2:343 BW heeft de rechtbank Noord-Holland (Haarlem) bij tussenvonnis van 9 juli 2014 overwogen dat als gevolg van gedragingen van [B] , toe te rekenen aan DEM en JKS, [A] zodanig in zijn rechten en belangen is geschaad dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd. De rechtbank achtte de vordering van [A] om JKS en DEM te veroordelen tot overname van de aandelen van [A] derhalve toewijsbaar en overwoog dat een deskundigenbericht zal worden gelast om de waarde van de aandelen te bepalen. Ook de gevorderde billijke verhoging achtte de rechtbank toewijsbaar en zij overwoog dat deze verhoging in de beslissing over de prijs zal worden verwerkt (door als peildatum te kiezen de dag voorafgaand aan het besluit van 16 januari 2012 tot uitgifte van aandelen). De rechtbank verwees de zaak vervolgens naar de rol om partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de te benoemen deskundige(n), de voor te leggen vragen, de te hanteren waarderingsmaatstaf en de peildatum.
2.31Bij brief van 6 oktober 2014 hebben DEM, STAK en JKS [A] aansprakelijk gesteld voor schade als hij niet binnen 14 dagen de procedure op grond van artikel 2:343 BW zou doorhalen. Zij stelden dat de overnameverplichting een directe bedreiging voor de continuïteit van DEM vormt. Volgens hen zou een regeling tussen DEM en KPN, op grond waarvan DEM in plaats van een continue zekerheid van € 6 miljoen te stellen kon volstaan met het afgeven van een verklaring van haar accountant, door KPN herzien kunnen worden indien sprake is van materiele wijziging in de eigendomsverhoudingen van DEM.
2.32Op 15 februari 2015 is een algemene vergadering van aandeelhouders gehouden. Namens [A] gestelde vragen naar het managementparticipatieplan en de aandelenverhoudingen en over de berekening van het dividend over 2012 zijn niet beantwoord.
2.33Bij tussenvonnis van 25 maart 2015 in de procedure op de voet van artikel 2:343 BW heeft de rechtbank een deskundige benoemd. STAK had zich in deze procedure inmiddels gevoegd aan de zijde van DEM en JKS.
2.34Op 30 juni 2015 heeft [A] conservatoir verhaalsbeslag doen leggen onder JKS en DEM tot zekerheid voor de betaling van de koopprijs voor de aandelen.
2.35Op 6 juli 2015 hebben DEM, JKS en STAK [A] doen dagvaarden voor de rechtbank Amsterdam. De dagvaarding beslaat 178 pagina’s en bevat tevens een incidentele vordering. In de hoofdzaak vorderen DEM, JKS en STAK, kort gezegd, veroordeling van [A] tot het doen doorhalen van de procedure ex artikel 2:343 BW (subsidiair tot het intrekken van zijn vordering tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad in die procedure), een verbod om een nieuwe procedure gericht op overname van de aandelen van [A] te entameren, opheffing van de gelegde beslagen en een verbod tot het leggen van andere beslagen, een gebod tot geheimhouding van de processtukken en andere informatie en veroordeling tot schadevergoeding op te maken bij staat.
2.36Bij dagvaarding van 12 augustus 2015 heeft DEM in kort geding opheffing gevorderd van de door [A] gelegde beslagen. Bij vonnis van 3 september 2015 heeft de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam deze vordering toegewezen, omdat zij voldoende zekerheid voor het verhaal van eventuele vorderingen van [A] aanwezig achtte en vooralsnog voldoende aannemelijk achtte dat DEM groot belang had bij opheffing van de beslagen.
2.37Bij arrest van 24 november 2015 heeft de Ondernemingskamer DEM, JKS en STAK niet–ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep tegen het tussenvonnis van 25 maart 2015.