Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant],
1.[geïntimeerde sub 1],
1.Het geding in hoger beroep
[geïntimeerde sub 1] heeft niet tijdig geantwoord, waarna het recht dat te doen vervallen is verklaard.
2.Feiten
Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
2.1 Tussen partijen is overeenstemming bereikt over de verkoop door [appellant] aan [geïntimeerde sub 1] van een appartement te Alkmaar, tegen een koopsom van € 145.000,-.
2.2 De schriftelijke koopovereenkomst is op 17 april 2013 ondertekend door [appellant] en op 23 april 2013 door [geïntimeerde sub 1].
2.3 In de koopovereenkomst is bepaald dat [geïntimeerde sub 1] uiterlijk op 28 mei 2013 een bankgarantie dient te stellen van € 14.500,- en dat de levering plaatsvindt op 30 juni 2013.
2.4 In de koopovereenkomst zijn, voor zover van belang, de volgende bepalingen opgenomen:
2.7 Bij brief van 4 juni 2013 heeft de (toenmalige) gemachtigde van [appellant] [geïntimeerde sub 1] aangezegd dat de termijn voor het inroepen van de ontbindende voorwaarde is verstreken en dat deze niet (op de juiste wijze) is ingeroepen. Voorts is [geïntimeerde sub 1] in gebreke gesteld en is de mogelijkheid geboden om binnen acht dagen schriftelijk te bevestigen dat het appartement wordt gekocht en afgenomen en dat de bankgarantie ad € 14.500,- wordt gesteld.
2.8 [geïntimeerde sub 1] heeft gereageerd bij brief van 11 juni 2013, waarin hij mededeelt dat meerdere banken de hypotheekaanvraag hebben afgewezen, dat de afwijzing van de ING bank rechtstreeks naar de makelaar is gestuurd en dat die van de ABN AMRO bank zal worden nagestuurd.
2.9 Bij brief van 13 juni 2013 heeft de gemachtigde van [appellant] [geïntimeerde sub 1] medegedeeld dat hij in verzuim is met de nakoming van de overeenkomst, dat de koopovereenkomst is ontbonden en dat aanspraak wordt gemaakt op de contractuele boete.