ECLI:NL:GHAMS:2015:858

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 januari 2015
Publicatiedatum
13 maart 2015
Zaaknummer
23-003185-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor medeplegen van oplichting bij Holland Casino

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 14 augustus 2014. De verdachte was beschuldigd van het medeplegen van oplichting bij Holland Casino op 20 mei 2014. De tenlastelegging omvatte het valselijk en bedrieglijk verkrijgen van geldbedragen door het uitwisselen van kaarten tijdens het spel Multi poker, waarbij de verdachte en zijn medeverdachten zich toegang tot het casino verschaften met valse identiteitsbewijzen. Tijdens de zitting in hoger beroep op 7 januari 2015 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van zes weken had geëist. Het hof heeft echter geoordeeld dat niet bewezen kon worden dat het uitwisselen van kaarten daadwerkelijk heeft geleid tot winnende combinaties die tot winstuitkeringen hebben geleid. Het hof concludeerde dat het essentiële onderdeel van de tenlastelegging niet wettig en overtuigend was bewezen, en sprak de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten. Het vonnis van de rechtbank werd vernietigd en de verdachte werd vrijgesproken van de beschuldigingen.

Uitspraak

parketnummer: 23-003185-14
datum uitspraak: 21 januari 2015
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 14 augustus 2014 in de strafzaak onder parketnummer 13-701955-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
adres: [adres].
Zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
7 januari 2015, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw mr. D.N. de Jonge, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 mei 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, ([croupier], croupier, althans medewerker van) Holland Casino heeft/hebben bewogen tot de afgifte van
- EUR 140,-,
- EUR 300,-,
- EUR 500,-,
- EUR 100,-,
- EUR 1600,-,
- EUR 100,-,
- EUR 100,-,
- EUR 1260,- en
- EUR 620,-
althans één of meerdere geldbedrag(en) (in de vorm van uitbetalingen voor winnende kaartencombinaties bij het spel Multi poker), in elk geval van enig goed, doordat verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zich de toegang hebben verschaft tot Holland Casino door middel van (ver)vals(t)e, althans niet op diens naam staande, identiteitsbewijs/identiteitsbewijzen (wetende dat hij/zij onder zijn/hun werkelijke identiteit een entreeverbod hadden) en
- vervolgens in Holland Casino hebben deelgenomen aan het (kans)spel Multi poker waarbij (telkens):
- nadat de kaarten in dit spel waren uitgedeeld door [croupier], medewerker van Holland Casino, deze [croupier] heeft/hebben afgeleid (door middel van het stellen van een vraag/vragen) en doordat
- medeverdachte [medeverdachte 1] en/of medeverdachte [medeverdachte 2], althans twee medeverdachten, die aan het spel deelnamen onderling onder de tafel en in strijd met de geldende spelregels kaart(en) hebben (uit)gewisseld en doordat
- medeverdachte [medeverdachte 3], althans één of meer medeverdachte(n), het zicht op de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] tijdens het (uit)wisselen van de kaart(en) heeft/hebben ontnomen door tussen (de boxen van) medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in te gaan staan,
- door welk (uit)wisselen van kaart(en) (een) winnende combinatie werd verkregen, waardoor (een medewerker van) Holland Casino (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere beslissing komt ten aanzien van de vraag of het ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 weken met aftrek van de tijd die de verdachte heeft doorgebracht in voorarrest.

Vrijspraak

De verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd het medeplegen van oplichting van Holland Casino te Amsterdam op 20 mei 2014 doordat de verdachte en/of zijn mededader(s) de in de tenlastelegging met gedachtestreepjes aangeduide gedragingen heeft verricht. Het hof merkt daarbij op dat volgens vaste rechtspraak de bewijsminima gelden ten aanzien van de gehele tenlastelegging en niet ten aanzien van elk onderdeel afzonderlijk.
Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is naar het oordeel van het hof het volgende komen vast te staan. Op 20 mei 2014 is de verdachte samen met [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] naar het Holland Casino te Amsterdam gegaan, alwaar de verdachte en medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] hebben deelgenomen aan het spel Multi poker. Tussen 21.03 uur en 21.20 uur heeft de verdachte vragen gesteld aan de croupier vrijwel iedere keer direct nadat de kaarten in het spel waren gebracht door de croupier [croupier]. Kort daarvoor keken voornoemde [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in elkaars kaarten en kort na dan wel tijdens het stellen van de vragen door de verdachte wisselden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] onderling onder tafel kaarten. [medeverdachte 3] ontnam het zicht op deze handelingen door tijdens het wisselen van de kaarten tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in te gaan staan, zodat niet was te zien dat er vals werd gespeeld. Uit de nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten leidt het hof af dat er sprake is van medeplegen. De door de verdachte en zijn medeverdachten in gezamenlijkheid uitgevoerde handelingen, namelijk het in strijd met de spelregels heimelijk wisselen van kaarten, kunnen worden aangemerkt als listige kunstgrepen.
De tenlastelegging bevat echter als essentieel onderdeel dat door dit (uit)wisselen van kaart(en) (telkens) (een) winnende combinatie werd verkregen waardoor (een medewerker van) Holland Casino (telkens) werd bewogen tot afgifte van enig goed.
Naar het oordeel van het hof kan niet worden bewezen dat door het uitwisselen van kaarten door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] inderdaad winnende combinaties tot stand zijn gebracht die tot winstuitkeringen hebben geleid, nu uit het dossier niet blijkt wat de redenen zijn geweest voor het uitkeren van winst. Niet is in het dossier beschreven – en ook niet te zien op de zich in het dossier bevindende camerabeelden – welke kaarten medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zelf gedeeld hadden gekregen en hoeveel kaarten en welke kaarten er (telkens) werden gewisseld. Door het ontbreken van deze informatie kan niet worden vastgesteld dat het uitwisselen van kaarten tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] tot winnende combinaties heeft geleid, waardoor [croupier] werd bewogen tot het doen van winstuitkeringen in de vorm van afgifte van fiches.
Nu naar het oordeel van het hof dit essentiële onderdeel van de tenlastelegging niet wettig en overtuigend is bewezen, dient verdachte van het hem tenlastegelegde te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • 7 fiches Holland Casino elk ter waarde van € 10,00;
  • 5 biljetten van 20 pond;
  • € 111,95.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.L. Bruinsma, mr. G. Oldekamp en mr. R.A.F. Gerding, in tegenwoordigheid van
mr. A.T. de Muinck - Dezentje, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 januari 2015.
Mr. R.A.F. Gerding is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.