In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de bewijslast van het causaal verband tussen een beroepsfout van een advocaat en de daaruit voortvloeiende schade. De appellante, Zosta Beheer B.V., heeft in hoger beroep de beslissing van de rechtbank aangevochten. Het hof komt terug op een eerdere beslissing van 23 december 2014, waarin de bewijslast ten aanzien van het causaal verband ten onrechte op de geïntimeerde is gelegd. Het hof oordeelt dat de bewijslast van het causaal verband rust op Zosta, die moet aantonen dat de Stichting verhaal bood en dat zij door de beroepsfout in een nadeliger positie is komen te verkeren. Het hof laat Zosta toe om dit bewijs te leveren, maar stelt dat zij niet op voorhand in dit bewijs is geslaagd. Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden en bepaalt dat er een getuigenverhoor zal plaatsvinden, waarbij de advocaat van Zosta de verdere procedure aanhoudt. Dit arrest is gewezen op 10 maart 2015.