ECLI:NL:GHAMS:2015:830

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 maart 2015
Publicatiedatum
12 maart 2015
Zaaknummer
200.134.936
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur van bedrijfsruimte en identiteit van de huurster in het civiele recht

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van K.U.K. Internationale Logistik + Handels + Beteiligungs + Verwaltungs GmbH (hierna: K.U.K.) tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. K.U.K. is in hoger beroep gekomen van een vonnis van 18 juli 2013, waarin de kantonrechter K.U.K. veroordeelde tot betaling van een bedrag van € 125.393,80 aan [geïntimeerde], met wettelijke rente en proceskosten. De zaak betreft een huurovereenkomst van bedrijfsruimte die op 2 november 2009 werd gesloten tussen [geïntimeerde] en K.U.K. I, een vennootschap die op dat moment niet meer ingeschreven was in het handelsregister. K.U.K. heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij niet de huurder is, maar dat de overeenkomst is aangegaan door K.U.K. I, een andere rechtspersoon. Het hof oordeelt dat K.U.K. feitelijk als een voortzetting van K.U.K. I moet worden gezien, omdat beide vennootschappen door dezelfde persoon, [X], zijn opgericht en vertegenwoordigd. Het hof concludeert dat K.U.K. gebonden is aan de huurovereenkomst en dat de grieven van K.U.K. falen. Het vonnis van de kantonrechter wordt bekrachtigd, en K.U.K. wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team II
zaaknummer : 200.134.936/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : 1397630 CV EXPL 12-36909
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 10 maart 2015
inzake
de vennootschap naar buitenlands recht
K.U.K. INTERNATIONALE LOGISTIK + HANDELS + BETEILIGUNGS + VERWALTUNGS GmbH,
(voorheen genaamd: K.U.K. INTERNATIONALE LOGISTIK + HANDELS GmbH
)
statutair gevestigd te Berlijn (Duitsland),
appellante,
advocaat: mr. S.A. Lang te Amsterdam (onttrokken),
tegen:
[GEÏNTIMEERDE],
wonend te [woonplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. J.S. Wurfbain te Ede.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna K.u.K. en [geïntimeerde] genoemd.
K.u.K. is bij dagvaarding van 25 september 2013 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter), van 18 juli 2013, onder bovengenoemd zaak-/rolnummer gewezen tussen [geïntimeerde] als eiser en K.u.K. als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties van K.u.K.;
- memorie van antwoord, met producties van [geïntimeerde];
- akte inbreng nadere stukken van [geïntimeerde].
Ten slotte is arrest gevraagd.
K.u.K. heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en de vorderingen van [geïntimeerde] alsnog zal afwijzen en - uitvoerbaar bij voorraad - [geïntimeerde] zal veroordelen tot terugbetaling van hetgeen K.u.K. ter uitvoering van het bestreden vonnis aan hem heeft voldaan, vermeerderd met de wettelijke rente, met beslissing over de proceskosten, met rente.
[geïntimeerde] heeft geconcludeerd tot bekrachtiging, met beslissing over de proceskosten, met nakosten en wettelijke rente.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2.Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. De feiten, voor zover in hoger beroep relevant en aangevuld met feiten die overigens - als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist - zijn komen vast te staan, komen neer op het volgende.
2.1
[geïntimeerde] heeft bij schriftelijke huurovereenkomst van 2 november 2009 aan de vennootschap 'K.u.K. Internationale Logistiek + Handel GmbH, 31-241 Ilsede 4, Barbaraweg 4, Duitsland' (hierna: K.u.K. I, zie nader onder 2.8), de bedrijfsruimte verhuurd gelegen aan de [adres] (hierna: het gehuurde). Bij het aangaan van de huurovereenkomst werd K.u.K. I vertegenwoordigd door [X] (hierna: [X]).
2.2
Eveneens op 2 november 2009 heeft K.u.K. I (thans gespeld als K.u.K. Internationale Logistic + Handel GmbH, maar voor het overige met dezelfde gegevens als hiervoor onder 2.1 vermeld) de aandelen gekocht in de Poolse vennootschap Centrum Niderlandzkie Sp. z.o.o.
2.3
Voorts is K.u.K. I (thans gespeld als K.u.K. International Logistic + Handels GmbH, maar voor het overige met dezelfde gegevens als hiervoor onder 2.1 vermeld) op 2 november 2009 een arbeidsovereenkomst aangegaan met [geïntimeerde]. [geïntimeerde] zou gaan werken voor de vennootschap, ten behoeve van het Centrum Niderlandzkie Sp. z.o.o.
2.4
De huurprijs voor het gehuurde bedroeg bij aanvang van de huurovereenkomst
€ 6.000,-- per maand, inclusief bijkomende leveringen en diensten. Volgens artikel 6 van de huurovereenkomst diende de huurder bij het ondertekenen van de overeenkomst een borgsom van € 12.000,-- te voldoen.
2.5
K.u.K. I heeft van het gehuurde feitelijk geen gebruik gemaakt. Zij heeft de waarborgsom niet gestort. Voorts heeft zij over de periode tot en met april 2011 een huurachterstand laten ontstaan van € 108.000,-- minus een bedrag van € 4.786,64 dat op 21 mei 2010 is betaald.
2.6
[geïntimeerde] heeft K.u.K. I gedagvaard voor de kantonrechter te Amsterdam in verband met de ontstane huurachterstand. De kantonrechter heeft K.u.K. I bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard verstekvonnis van 26 april 2011 veroordeeld tot betaling van in hoofdsom € 95.683,71 en € 1.788,-- ter zake van buitengerechtelijke kosten. Voorts is de huurovereenkomst ontbonden en is K.u.K. I veroordeeld in de kosten van de procedure.
2.7
[geïntimeerde] heeft getracht het vonnis van 26 april 2011 ten uitvoer te leggen in Polen. Namens K.u.K. is daartegen verzet aangetekend met de stelling dat zij een andere rechtspersoon is, met een andere naam (
'....Logistik'), dan de partij waartegen het verstekvonnis is gewezen (
'... Logistiek').
2.8
Onder de naam K.u.K. Internationale Logistik + Handels GmbH (K.u.K. I) is door [X] op 9 juli 1993 een vennootschap opgericht, gevestigd te Ilsede. K.u.K. I is op 21 februari 1994 onder nummer HRB 1779 ingeschreven in het handelsregister te Peine (Duitsland). K.u.K. I is op 9 juli 1997 (dan wel 7 september 1997) weer uitgeschreven.
De bedrijfsactiviteiten van K.u.K. I richtten zich op handel in de ruimste zin van het woord.
2.9
Onder de naam K.u.K. Internationale Handels GmbH (hierna: K.u.K. II) is op
9 april 2010 door [X] een nieuwe vennootschap opgericht, eveneens gevestigd te Ilsede. K.u.K. II is op 23 juni 2010 onder nummer HRB 202085 ingeschreven in het handelsregister te Hildesheim (Duitsland).
2.1
Op 10 september 2010 heeft een statutenwijziging van K.u.K. II plaatsgevonden. Daarbij is haar zetel verplaatst naar Berlijn en is haar naam gewijzigd in K.u.K. Internationale Logistik + Handels GmbH (K.u.K. III). Deze vennootschap is op 2 november 2010 ingeschreven in het handelsregister te Charlottenburg (Duitsland) onder nummer HRB 130044 B.
2.11
Op 20 december 2011 heeft opnieuw een wijziging plaatsgevonden van de naam van K.u.K. II, thans in K.u.K.-EFI Internationale Logistik + Handels + Beteiligungs + Verwaltungs GmbH (K.u.K. IV). Deze naam is op 28 december 2011 geregistreerd in het handelsregister te Charlottenburg.

3.Beoordeling

3.1
Bij het bestreden vonnis heeft de kantonrechter K.u.K. veroordeeld om aan [geïntimeerde] te voldoen een bedrag van € 125.393,80, met wettelijke rente, alsmede de proceskosten. Voorts heeft de kantonrechter de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden. Tegen deze beslissingen en de daaraan ten grondslag gelegde overwegingen komt K.u.K. met haar grieven op.
3.2
Tussen partijen is niet in geschil dat de Nederlandse rechter bevoegd is te oordelen over het onderhavige geschil en dat op hun geschil Nederlands recht van toepassing is. Ook het hof gaat hiervan uit.
3.3
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis geoordeeld - samengevat weergegeven - dat het verweer van K.u.K. dat zij niet de huurovereenkomst is aangegaan aangezien zij toen nog niet bestond, niet opgaat. De kantonrechter heeft daartoe overwogen dat ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst een rechtspersoon met dezelfde handelsnaam als K.u.K. bestond, eveneens gevestigd te Ilsede. Voorts overwoog de kantonrechter dat uit mededelingen van K.u.K. c.q. [X] aan derden, valt af te leiden dat zijzelf zich ook op het standpunt stelde dat zij een voortzetting is van de reeds bestaande vennootschap met dezelfde naam. Ook al zou het strikt genomen om verschillende rechtspersonen gaan, dan nog geldt volgens de kantonrechter dat deze juridisch met elkaar te vereenzelvigen zijn. Voorts overwoog de kantonrechter dat [X], kennelijk met de bedoeling om fiscaal en juridisch verwarring te veroorzaken en ter voorkoming van verhaal van aangegane verplichtingen, zich bedient van dezelfde dan wel enigszins van elkaar afwijkende handelsnamen voor door hem opgerichte vennootschappen, waarvan hij bestuurder is, en deze op diverse plaatsen en tijdstippen laat in- en uitschrijven op momenten die gunstig uitkomen, waarbij ook andere vestigingsplaatsen worden opgegeven. Een dergelijke handelswijze verdient in rechte geen bescherming, aldus de kantonrechter. De kantonrechter is er op deze gronden vanuit gegaan dat de huurovereenkomst bedoeld onder punt 2.1 door K.u.K. als huurder is gesloten, zodat zij voor de verplichtingen daaruit aansprakelijk is.
3.4
In hoger beroep richt K.u.K. zeven grieven tegen de hiervoor weergegeven overwegingen van de kantonrechter. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
3.5
De stellingen van K.u.K. komen erop neer, zo begrijpt het hof, dat zij niet de wederpartij bij de huurovereenkomst met [geïntimeerde] is; die overeenkomst is namelijk aangegaan door K.u.K. I. K.u.K. is een andere vennootschap dan K.u.K. I en kan daarmee ook niet vereenzelvigd worden. K.u.K. is in feite K.u.K. III (na naamswijziging thans K.u.K. IV). K.u.K. III is op haar beurt - na naamswijziging - de voortzetting van K.u.K. II. Dit betekent dat K.u.K. I had moeten worden gedagvaard en dat thans ten onrechte is aangeklopt bij K.u.K., aldus K.u.K.
3.6
Het hof overweegt als volgt.
Uit de hiervoor gegeven weergave van de feiten blijkt dat ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst op 2 november 2009 de vennootschap - kennelijk K.u.K. I - niet meer was ingeschreven in het handelsregister. Voorts staat vast dat K.u.K. I op dat moment vertegenwoordigd werd door [X], die zich presenteerde als directeur/bestuurder van K.u.K. I.
Naar 's hofs oordeel is in voldoende mate komen vast te staan dat K.u.K. (dat is K.u.K. II/III/IV) feitelijk als een voortzetting van K.u.K. I moet worden gezien. Vast staat dat zowel K.u.K. I als K.u.K. II (voortgezet als K.u.K. III en IV) door [X] is opgericht, en dat [X] alle vennootschappen vertegenwoordigde. Voorts schrijft [X] zelf in zijn brief van 3 november 2010, gericht aan verschillende Poolse instanties (waaronder de Poolse belastingdienst en de rechtbank te Wroclaw (prod. 14 conclusie van repliek), dat K.u.K. Internationale Logistik + Handels GmbH is ingeschreven in het handelsregister te Charlottenburg onder HRB-nummer 13044, derhalve onder het nummer van K.u.K. II. In dezelfde brief schrijft [X] dat de koper van de aandelen van Centrum Niderlandzkie Sp. z.o.o. (dus K.u.K. I)
'de Duitse rechtspersoon is, wiens nieuwe naam en nationaliteit wij jullie nogmaals meedelen', waarna [X] opnieuw verwijst naar het inschrijvingsnummer HRB 13044, derhalve het nummer van K.u.K. II. Dat K.u.K. (II/III/IV) feitelijk als een voortzetting van de activiteiten van K.u.K. I moet worden gezien, sluit ook aan bij de eigen stelling van K.u.K., dat de huurovereenkomst is gesloten met het oog op de voortzetting van de activiteiten van K.u.K. I (memorie van grieven, punt 25).
Nu aangenomen moet worden dat K.u.K. feitelijk een voortzetting is van K.u.K. I, dient ervan te worden uitgegaan dat K.u.K. in de rechten en verplichtingen van K.u.K. I is getreden. Dit betekent dat K.u.K. gebonden is aan de huurovereenkomst die is aangegaan door K.u.K. I.
3.7
Zo het voorgaande anders zou zijn, en K.u.K. niet moet worden beschouwd als een feitelijke voortzetting van K.u.K. I, dan moet worden geoordeeld dat bewust verwarring is gezaaid over de juiste identiteit van de wederpartij van [geïntimeerde]. De huurovereenkomst is aangegaan door ([X] namens) een vennootschap - K.u.K. I - die op dat moment niet was ingeschreven in het handelsregister. Ook de arbeidsovereenkomst en de aandelentransactie zijn door ([X] namens) deze vennootschap aangegaan. Op dat moment mocht [geïntimeerde] dus erop vertrouwen K.u.K. I als wederpartij te hebben. Nadien is nimmer door K.u.K. I, noch door K.u.K. II, III of IV aan [geïntimeerde] bericht dat (zoals K.u.K. aanvoert) de beoogde herinschrijving van K.u.K. I niet gelukt was, zodat K.u.K. I niet meer 'tot leven kon worden geroepen', en dat om die reden K.u.K. II (later gewijzigd in K.u.K. III respectievelijk K.u.K. IV) is opgericht en K.u.K. I niet meer existent is. Niettemin liep de huurovereenkomst door en werd op 21 mei 2010 nog een bedrag van € 4.786,64 voldaan, naar het hof aanneemt niet door een niet (meer) bestaande vennootschap (K.u.K. I). Uit het voorgaande blijkt dat [geïntimeerde] door de verschillende vennootschappen bewust in het duister is gelaten over de identiteit van zijn wederpartij en eventuele wijzigingen daarin, althans kan niet worden uitgegaan van de goede trouw van de verschillende K.u.K.-vennootschappen.
Dat bewust verwarring is gezaaid blijkt ook daaruit dat namens K.u.K. I bij de poging van [geïntimeerde] het eerdere verstekvonnis ten uitvoer te leggen, verweer is gevoerd met de stelling dat zij niet de in het verstekvonnis veroordeeld partij was, omdat haar naam zonder 'e' geschreven is. Uit de feitenweergave onder 2.2 en 2.3 blijkt dat K.u.K. I haar naam vaker anders spelde. Bovendien blijkt uit de feitenweergave onder 2.9 - 2.11 dat K.u.K. verscheidene malen haar naam en vestigingsplaats heeft gewijzigd. De redenen die K.u.K. voor deze wijzigingen aanvoert in de memorie van grieven, acht het hof niet steekhoudend. Duidelijk is dat verhaal door schuldeisers van een van K.u.K.
-vennootschappen wordt bemoeilijkt door het herhaaldelijk wijzigen van spelling, naam en vestigingsplaats van de vennootschappen.
Gelet op deze feiten en omstandigheden deelt het hof het oordeel van de kantonrechter dat een dergelijke handelswijze in rechte geen bescherming verdient, zodat K.u.K. ook op deze grond als wederpartij van [geïntimeerde] wordt aangemerkt.
3.8
In het voorgaande ligt besloten dat de grieven falen. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. K.u.K. zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in hoger beroep.

4.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt K.u.K. in de kosten van het geding in hoger beroep, begroot op € 1.553,-- aan verschotten en € 2.632,-- aan salaris en op € 131,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 68,- voor nasalaris en met de kosten van het betekeningsexploot, ingeval niet binnen veertien dagen is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordeling(en) en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na het wijzen van dit arrest.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.J.M. Smit, R.H. de Bock en J.C.W. Rang en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2015.