In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 5 maart 2015 een beschikking gegeven inzake de verhoging van het onderzoeksbudget in een enquêteprocedure tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Energie Concurrent B.V. De verzoekers, aangeduid als [A] c.s., hebben een verzoek ingediend om het onderzoeksbudget te verhogen van € 50.000 naar € 140.000, exclusief BTW. Dit verzoek is gedaan door de onderzoeker, P.V. Eijsvoogel, die aangaf dat de informatievergaring meer tijd in beslag nam dan aanvankelijk gedacht, mede door een gebrek aan een centrale administratie bij Energie Concurrent.
De Ondernemingskamer heeft eerder, op 9 en 21 juli 2014, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Energie Concurrent over de periode vanaf 10 maart 2011. In de beschikking van 5 maart 2015 is de Ondernemingskamer ingegaan op de argumenten van de belanghebbenden [J] c.s., die het verzoek van de onderzoeker betwistten. Zij stelden dat de verhoging van het budget niet gerechtvaardigd was en dat de onderzoeker eerder had aangegeven binnen het oorspronkelijke budget te willen blijven.
Na beoordeling van de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen, concludeerde de Ondernemingskamer dat de onderzoeker voldoende inzicht had gegeven in de kosten van de werkzaamheden en dat de verhoging van het budget niet onredelijk was. De Ondernemingskamer heeft daarom het verzoek van de onderzoeker ingewilligd en het maximale bedrag voor het onderzoek verhoogd naar € 140.000, met de bepaling dat de kosten ten laste komen van Energie Concurrent. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.