ECLI:NL:GHAMS:2015:785

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 maart 2015
Publicatiedatum
9 maart 2015
Zaaknummer
200.164.165/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar beleid en gang van zaken van Global Middleware Consultancy B.V. en benoeming van tijdelijke bestuurder

Op 5 maart 2015 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak tussen [verzoekster] en Global Middleware Consultancy B.V. (Glomidco). [verzoekster] heeft verzocht om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Glomidco, alsook om onmiddellijke voorzieningen, waaronder de schorsing van [belanghebbende 1] als bestuurder. De Ondernemingskamer heeft geconstateerd dat er gegronde redenen zijn om aan het beleid van Glomidco te twijfelen, gezien de impasse in het bestuur en de aandeelhoudersvergadering. De communicatie tussen de bestuurders is verstoord en er zijn conflicten over belangrijke besluiten, waaronder een overeenkomst met Macrobius Beheer B.V. die heeft geleid tot juridische geschillen.

De Ondernemingskamer heeft besloten om een onderzoek te bevelen naar het beleid van Glomidco over de periode van 1 mei 2013 tot 5 maart 2015. Tevens zijn [verzoekster] en [belanghebbende 1] geschorst als bestuurders en is J.A. van der Have benoemd als tijdelijke bestuurder. De Ondernemingskamer heeft ook bepaald dat 98% van de aandelen die de stichting STAK Glomidco houdt, ten titel van beheer aan de nieuwe bestuurder zijn overgedragen. De kosten van het onderzoek zijn vastgesteld op maximaal € 15.000, en de kosten van het geding worden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.164.165/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 5 maart 2015
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster],
gevestigd te Almere,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. M. Velsink, kantoorhoudende te Haarlem,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GLOBAL MIDDLEWARE CONSULTANCY B.V.,
gevestigd te Almere,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[belanghebbende 1],
gevestigd te Malden, gemeente Heumen,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. R.A. Subnel,kantoorhoudende te ‘s-Hertogenbosch,
e n t e g e n
de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR GLOBAL MIDDLEWARE CONSULTANCY,
gevestigd te Almere,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zullen partijen en andere personen als volgt worden aangeduid:
- verzoekster met [verzoekster],
- verweerster met Glomidco,
- [belanghebbende 1] met [belanghebbende 1],
- voornoemde stichting met STAK Glomidco,
- [A] met [A], en
- [B] met [B].
1.2
[verzoekster] heeft bij op 5 februari 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift, met producties, de Ondernemingskamer verzocht een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Glomidco. Daarbij heeft zij tevens verzocht – zakelijk weergegeven – bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding [belanghebbende 1] te schorsen als bestuurder van Glomidco, althans een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Glomidco, met doorslaggevende stem.
1.3
[belanghebbende 1] heeft bij op 25 februari 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift, tevens verzoekschrift tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen, met producties, de Ondernemingskamer verzocht – zakelijk weergegeven – voor het geval de Ondernemingskamer een onderzoek beveelt naar het beleid en de gang van zaken van Glomidco, bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding:
- [verzoekster] te schorsen als bestuurder van Glomidco;
- [C], althans een derde persoon te benoemen tot zelfstandig bevoegd bestuurder voor het geval (ook) [belanghebbende 1] wordt geschorst als bestuurder van Glomidco;
- de door STAK Glomidco gehouden aandelen ten titel van beheer over te dragen aan [belanghebbende 1], althans aan [C], althans aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder.
[belanghebbende 1] heeft zich niet verweerd tegen het gelasten van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Glomidco indien de Ondernemingskamer dit geïndiceerd acht, mits dit onderzoek zich richt op het door [verzoekster] gevoerde beleid.
[belanghebbende 1] heeft verzocht [verzoekster] te veroordelen in de proceskosten.
1.4
De verzoeken zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 5 maart 2015. De advocaten hebben afgezien van pleidooi. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord. Na schorsing van de behandeling heeft de Ondernemingskamer mondeling uitspraak gedaan als na te melden. Deze beschikking behelst (i) de schriftelijke vastlegging van die uitspraak (met dien verstande dat de persoon van de bestuurder/beheerder ten tijde van de mondelinge uitspraak nog niet bekend was) en (ii) de nadere gronden waarop de beslissing berust.

2.De feiten

2.1
De Ondernemingskamer gaat uit van de volgende feiten.
2.2
Glomidco drijft een onderneming die zich bezig houdt met het ontwikkelen en verkopen van software en het adviseren op het gebied van informatietechnologie.
2.3
[verzoekster] is de persoonlijke vennootschap van [A]. Hij is daarvan bestuurder en enig aandeelhouder. [belanghebbende 1] is op gelijke wijze de persoonlijke vennootschap van [B]. [verzoekster] en [belanghebbende 1] zijn ieder zelfstandig bevoegd bestuurders van Glomidco.
2.4
STAK Glomidco houdt 100% van de aandelen in het kapitaal van Glomidco. [verzoekster] en [belanghebbende 1] houden de door STAK Glomidco uitgegeven certificaten van aandelen in een verhouding van respectievelijk 76,13% en 23,87%. [verzoekster] en [belanghebbende 1] vormen gezamenlijk het bestuur van STAK Glomidco.

3.De gronden van de beslissing

3.1
Tijdens de terechtzitting heeft de Ondernemingskamer partijen het volgende voorgehouden.
Uit de stukken van het dossier blijkt dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Glomidco te twijfelen. Partijen verschillen over al hetgeen Glomidco aangaat dermate van mening dat normaal overleg in de organen van de vennootschap niet meer mogelijk is. Zowel in het bestuur als in de aandeelhoudersvergadering is er een impasse ontstaan en is de besluitvorming verlamd geraakt. Weliswaar zijn [belanghebbende 1] en [verzoekster] ieder zelfstandig bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen, maar een noodzakelijke onderlinge afstemming over het te voeren beleid ontbreekt. Partijen zijn het zodanig oneens met elkaar dat communicatie vrijwel nog uitsluitend plaatsvindt via hun advocaten. De onderlinge verhouding tussen partijen wordt gekenmerkt door ruzie. Onder het personeel van Glomidco heerst ten gevolge daarvan onrust en verdeeldheid, zoals blijkt uit de door beide partijen overgelegde verklaringen van personeelsleden waarin de zijde van ofwel [belanghebbende 1] ([B]) ofwel [verzoekster] ([A]) wordt gekozen. Een onderdeel van de conflicten tussen partijen betreft een overeenkomst betreffende de inhuur van een consultant die door [belanghebbende 1] namens Glomidco op 31 mei 2013 voor een periode van vijf jaar is gesloten met Macrobius Beheer B.V. (hierna: Macrobius) waarvan [D] bestuurder is. [D] heeft Glomidco geadviseerd over aspecten van het te voeren beleid. Over het aangaan, de inhoud en de uitvoering van deze overeenkomst zijn tussen partijen tal van conflicten ontstaan, evenals over de opzegging van die overeenkomst door [verzoekster] op 25 september 2014. Die opzegging heeft ertoe geleid dat Macrobius Glomidco heeft gedagvaard en van haar een bedrag van in hoofdsom € 212.287,50 heeft gevorderd. Daarnaast heeft Macrobius derdenbeslag ten laste van Glomidco laten leggen onder Post NL Paketten, een belangrijke klant van Glomidco, en onder Rabobank. Deze beslagen drukken zwaar op Glomidco. Uit een en ander volgt dat de continuïteit van Glomidco in gevaar is. De Ondernemingskamer heeft partijen voorgehouden dat de conclusie geen andere kan zijn dan dat er een onderzoek dient te komen naar het beleid en de gang van zaken van Glomidco en dat voor die conclusie niet van belang is aan wie van partijen de ontstane situatie te verwijten valt.
3.2
Partijen hebben vervolgens vragen van de Ondernemingskamer beantwoord. Daaruit is onder andere naar voren gekomen dat:
- de financiële situatie van de onderneming niet florissant is, dat de salarissen van de medewerkers over de maand februari betaald zijn en over maart nog betaald kunnen worden, maar dat dit voor de daaropvolgende maanden niet zeker is;
- niet duidelijk is hoe het zit met het kredietplafond dat Rabobank in de relatie met Glomidco hanteert. Volgens [verzoekster] is, nadat zij daartoe met Rabobank overleg heeft gevoerd, het kredietplafond van € 100.000 teruggebracht naar € 50.000 in verband met het feit dat [belanghebbende 1] borg staat voor € 20.000 en [verzoekster] borg staat voor € 30.000. [belanghebbende 1] heeft in dat verband naar voren gebracht dat zij van een nieuwe afspraak met Rabobank over het kredietplafond niet op de hoogte is gesteld, dat zij niet weet of het kredietplafond daadwerkelijk is teruggebracht en dat zij het niet eens is met de handelwijze van [verzoekster].
3.3
Partijen hebben ter terechtzitting te kennen gegeven dat zij het er over eens zijn dat er zo snel mogelijk moet worden ingegrepen in de vennootschap. Zij hebben naar voren gebracht welke voorzieningen op het niveau van het bestuur en STAK Glomidco hun voorkeur genieten. Partijen hebben over en weer door ieder van hen voorgestelde kandidaten als bestuurder afgewezen.
3.4
Gelet op de toestand waarin Glomidco is komen te verkeren, zoals hierboven onder 3.1 en verder nader omschreven, is het treffen van onmiddellijke voorzieningen noodzakelijk. De Ondernemingskamer schorst [verzoekster] en [belanghebbende 1] als bestuurders van Glomidco. In hun plaats zal de hierna te noemen persoon tot bestuurder van Glomidco worden benoemd. Deze bestuurder zal zich bij de uitoefening van zijn bestuurstaak bij Glomidco naar eigen inzicht kunnen doen bijstaan door [A] Beheer en/of [belanghebbende 1] op door hem te bepalen, nader te stellen voorwaarden. De bestuurder mag het bovendien tot zijn taak rekenen een minnelijke regeling tussen partijen te beproeven.
3.5
De Ondernemingskamer grijpt tevens in op het niveau van de algemene vergadering van aandeelhouders, nu ook hier geen besluiten meer kunnen worden genomen vanwege een impasse in het bestuur van STAK Glomidco. De Ondernemingskamer draagt 98% van de door STAK Glomidco gehouden aandelen ten titel van beheer over aan de door de Ondernemingskamer benoemde en aan te wijzen bestuurder. Bestuurder en beheerder zijn in dit geval – en zoals ter terechtzitting aan de orde gesteld – uit oogpunt van kostenbesparing, dezelfde persoon.
3.6
Zoals ter terechtzitting eveneens aan de orde gesteld, zal de Ondernemingskamer een onderzoek bevelen en een onderzoeker benoemen, maar deze nog niet in persoon aanwijzen, zodat met het onderzoek nog geen aanvang zal worden gemaakt. Op eerste verzoek van een der partijen zal de Ondernemingskamer een onderzoeker aanwijzen.
3.7
Het onderzoek zal worden gelast vanaf 1 mei 2013, de maand waarin de overeenkomst met Macrobius is gesloten, en lopen tot de dag van de terechtzitting op 5 maart 2015.
3.8
Ter gelegenheid van de terechtzitting hebben [verzoekster] en [belanghebbende 1] de bereidheid uitgesproken om voor betaling van het voorschot van de bestuurder (tevens beheerder) zorg te dragen als de vennootschap dit voorschot tijdelijk niet kan betalen.
3.9
De Ondernemingskamer acht termen aanwezig de kosten van het geding tussen de verschenen partijen te compenseren in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Global Middleware Consultancy B.V., gevestigd te Almere, over de periode vanaf 1 mei 2013 tot 5 maart 2015;
benoemt een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon teneinde het onderzoek te verrichten;
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 15.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Global Middleware Consultancy B.V. en dat zij voor de betaling daarvan ten genoege van de onderzoeker voor de aanvang van diens werkzaamheden zekerheid dient te stellen;
benoemt mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar tot raadsheer-commissaris als bedoeld in artikel 2:350 lid 4 BW;
schorst bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding [verzoekster], gevestigd te Almere en [belanghebbende 1], gevestigd te Malden, gemeente Heumen, als bestuurders van Global Middleware Consultancy B.V.;
benoemt bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding J.A. van der Have te Breda tot enig bestuurder van Global Middleware Consultancy B.V. en bepaalt dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is Global Middleware Consultancy B.V. te vertegenwoordigen;
bepaalt vooralsnog voor de duur van het geding dat 98% van de aandelen die de stichting Stichting Administratiekantoor Global Middleware Consultancy houdt in Global Middleware Consultancy B.V. ten titel van beheer aan J.A. van der Have te Breda met ingang van heden zijn overgedragen;
bepaalt dat het salaris en de kosten van de bestuurder tevens beheerder van aandelen ten laste komen van Global Middleware Consultancy B.V. en bepaalt dat Global Middleware Consultancy B.V. voor de betaling daarvan ten genoege van de bestuurder zekerheid dient te stellen vóór de aanvang van diens werkzaamheden;
compenseert de kosten van het geding tussen de verschenen partijen aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
wijst het meer of anders verzochte af;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. M.P. Nieuwe Weme, raadsheren, en dr. P.M. Verboom en prof. drs. E. Eeftink, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.E. Meerdink-Schenau, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 5 maart 2015 en op schrift gezet op 9 maart 2015.