ECLI:NL:GHAMS:2015:778
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over niet tijdige betaling griffierecht in kort geding
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een vonnis in kort geding van de rechtbank Noord-Holland. De appellant heeft op 14 november 2014 hoger beroep ingesteld, maar het griffierecht is pas op 29 december 2014 betaald, wat te laat was volgens de geldende regels. De zaak betreft de toepassing van artikel 127a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat bepaalt dat indien het griffierecht niet tijdig is voldaan, de rechter de gedaagde van de instantie kan ontslaan. Appellant heeft aangevoerd dat er sprake was van een computerstoring bij de ABN AMRO Bank op de uiterste betaaldatum, waardoor de betaling niet tijdig kon worden verwerkt. Het hof heeft de argumenten van appellant in overweging genomen en vastgesteld dat de vertraging in de betaling te wijten was aan bijzondere omstandigheden buiten de macht van appellant. Het hof heeft besloten om de hardheidsclausule van artikel 127a lid 3 Rv toe te passen, waardoor de sanctie van artikel 127a lid 2 Rv niet van toepassing is in deze zaak. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van antwoord door de geïntimeerde.