ECLI:NL:GHAMS:2015:694

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 februari 2015
Publicatiedatum
6 maart 2015
Zaaknummer
200.092.832-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake betaling van facturen voor kinderopvang na onterecht geslagen acht op memorie van antwoord

In deze zaak, die voorlag bij het Gerechtshof Amsterdam, heeft het hof op 24 februari 2015 een arrest gewezen in hoger beroep. De zaak betreft een geschil over de betaling van facturen voor kinderopvang. Eiseres, die optreedt onder de naam KINDERDAGVERBLIJF [X], had eerder een vordering ingesteld die door het hof in een tussenarrest van 19 augustus 2014 was behandeld. In dat tussenarrest had het hof ten onrechte acht geslagen op een memorie van antwoord van de geïntimeerde, wat leidde tot een onjuiste beslissing. Het hof heeft nu besloten terug te komen op die eerdere beslissingen en de vorderingen van eiseres alsnog toe te wijzen. Dit arrest volgt op een eerdere uitspraak en is van belang voor de rechtsgang in civiele zaken, waarbij de juiste behandeling van ingediende stukken cruciaal is voor een eerlijke rechtsgang. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de gevolgen van deze beslissing en heeft verdere beslissingen aangehouden tot een volgende rolzitting op 10 maart 2015.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team II
zaaknummer : 200.092.832/01
zaaknummer rechtbank Amsterdam : CV 10-42524
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 24 februari 2015
inzake
[appellante] h.o.d.n. KINDERDAGVERBLIJF [X],
wonend te [woonplaats],
appellante,
advocaat: mr. M.M.E. van Veen-Oudenaarden te ‘s-Gravenhage,
tegen
[geïntimeerde],
wonend te [woonplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. L.R. Hostmann te Capelle aan den IJssel.

1.Verder verloop van het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna weer [X] en [geïntimeerde] genoemd.
Op 19 augustus 2014 heeft het hof in deze zaak een tussenarrest gewezen, waarnaar het hof verwijst.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- akte inhoudende nadere toelichting ([X]);
- antwoordakte ([geïntimeerde]).
Vervolgens is arrest gevraagd.

2.Beoordeling

2.1.
Het is het hof gebleken dat in het roljournaal staat vermeld dat op de rol van
7 mei 2013 akte van niet dienen is verleend voor het nemen van een memorie van antwoord door [geïntimeerde]. Desalniettemin bevond zich bij de gefourneerde stukken een stuk getiteld “memorie van antwoord”. Het hof had in het tussenarrest van 19 augustus 2014 en de daarin gegeven beslissingen wel acht geslagen op dit stuk. Nu dit ten onrechte is geweest en de memorie van antwoord buiten beschouwing had moeten blijven, zal het hof partijen in de gelegenheid stellen zich bij akte uit te laten over de vraag of, en zo ja op welke onderdelen, om die reden teruggekomen dient te worden van het tussenarrest van 19 augustus 2014, [X] als eerste. [geïntimeerde] zal bij antwoord akte kunnen reageren.
2.2.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 10 maart 2015 voor het nemen van een akte door [X] als in 2.1. bedoeld;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.H.C. van Harmelen, R.H. de Bock en C.C. Meijer en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 24 februari 2015.