ECLI:NL:GHAMS:2015:67

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 januari 2015
Publicatiedatum
20 januari 2015
Zaaknummer
200.149.037/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van onmiddellijke voorzieningen in faillissement van Depron Holding B.V.

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, betreft het de beëindiging van onmiddellijke voorzieningen die eerder waren getroffen in het kader van het faillissement van Depron Holding B.V. De verzoeksters, Schierstins Beheer B.V. en SAS Investments B.V., hadden eerder een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Depron c.s. aangevraagd. Dit onderzoek werd bevolen op 21 augustus 2014, waarbij ook onmiddellijke voorzieningen werden getroffen, waaronder de schorsing van bestuurders van Depron c.s. en de benoeming van een nieuwe bestuurder.

Op 6 januari 2015 werd door de Rechtbank Roermond faillissement uitgesproken over Depron Holding B.V. De bestuurder, L.M. Rutgers, verzocht de Ondernemingskamer om ontheffing van zijn functie als bestuurder en om de aandelen die hij in beheer had in te trekken. De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over dit verzoek en de voortzetting van de getroffen onmiddellijke voorzieningen.

Bij de beslissing van 19 januari 2015 heeft de Ondernemingskamer geconcludeerd dat er geen bezwaren waren tegen de opheffing van de getroffen onmiddellijke voorzieningen, mede gezien het faillissement van Depron c.s. De Ondernemingskamer heeft daarom besloten de onmiddellijke voorzieningen bij Depron Holding B.V. te beëindigen, met onmiddellijke ingang. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven door de voorzitter en de raadsheren van de Ondernemingskamer.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.149.037/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 19 januari 2015
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHIERSTINS BEHEER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaten:
mr. P.D. Oldenen
mr. F.G.K. Overkleeft, kantoorhoudende te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SAS INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Loenen, gemeente Stichtse Vecht,
advocaat:
mr. B.J. van Dijen, kantoorhoudende te Lelystad,
VERZOEKSTERS,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEPRON HOLDING B.V.,
gevestigd te Weert,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEPRON B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
VERWEERSTERS,
advocaat:
mr. Ph.W. Schreurs, kantoorhoudende te Eindhoven.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen en andere personen worden hierna (ook) als volgt aangeduid:
  • verzoekster sub 1 met: Schierstins
  • verzoekster sub 2 met: SAS
  • verweerster sub 1 met: Depron Holding
  • verweerster sub 2 met: Depron
  • verweersters gezamenlijk met: Depron c.s.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 21 augustus, 30 oktober en 15 december 2014.
1.3
Bij haar beschikking van 21 augustus 2014 heeft de Ondernemingskamer – voor zover hier van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Depron c.s. over de periode vanaf 1 december 2008 en mr. G.J.J.A. van Zeijl (hierna Van Zeijl) benoemd teneinde dit onderzoek te verrichten, alsmede – bij wijze van onmiddellijke voorzieningen en vooralsnog voor de duur van het geding – [S] en [O] als bestuurders van Depron c.s. geschorst, jhr. drs. L.M. Rutgers van Rozenburg (hierna Rutgers) benoemd tot bestuurder van Depron c.s. en alle aandelen van Schierstins en SAS in het geplaatste kapitaal van Depron Holding, minus één door ieder van hen gehouden aandeel ten titel van beheer aan Rutgers overgedragen.
1.4
Bij beschikking van 15 december 2014 heeft de Ondernemingskamer de bij haar beschikking van 21 augustus 2014 getroffen onmiddellijke voorziening bij Depron B.V. beëindigt.
1.5
Bij brief aan de Ondernemingskamer van 6 januari 2015 heeft Rutgers de Ondernemingskamer onder andere bericht:
“Op dinsdag 6 januari 2015 is door de Rechtbank Roermond faillissement uitgesproken over Depron Holding B.V.
Gelet op deze ontwikkeling verzoek ik u mij thans ook te ontheffen van mijn functie als bestuurder van Depron Holding B.V. en de bepaling dat de aandelen, die ondergetekende in het geplaatste kapitaal van Depron Holding B.V. ten titel van beheer houdt, in te trekken.”
1.6
De secretaris van de Ondernemingskamer heeft partijen en de curator van Depron c.s., mr. A.A.M. Deterink (hierna de curator) bij brief van 8 januari 2015, met kopie aan Rutgers en Van Zeijl voormeld, in de gelegenheid gesteld zich uiterlijk op 15 januari 2015 over voormeld verzoek van Rutgers en over de voortzetting van de gelaste onmiddellijke voorzieningen en (indien voortzetting gewenst wordt) over de financiering van de getroffen onmiddellijke voorzieningen, uit te laten.
1.7
Bij e-mailbericht van 8 januari 2015 heeft mr. Schreurs namens Depron c.s. aan de Ondernemingskamer medegedeeld:

Dezerzijds bestaan geen bezwaren tegen het verzoek van de heer Rutgers.”
1.8
Bij e-mailbericht van 8 januari 2015 heeft mr. Van Zeijl aan de Ondernemingskamer medegedeeld:
“Onderzoeker heeft geen opmerkingen/bezwaren.”

2.De gronden van de beslissing

Het is de Ondernemingskamer – mede gelet op het faillissement van Depron c.s. – niet gebleken van enig belang dat zich tegen opheffing van de getroffen onmiddellijke voorzieningen bij Depron Holding verzet en partijen en de curator hebben zich, hoewel daartoe uitdrukkelijk door de Ondernemingskamer in de gelegenheid gesteld, zich (ook) niet uitgelaten over voortzetting van de onmiddellijke voorzieningen en (indien voortzetting gewenst wordt) over de financiering van de getroffen onmiddellijke voorzieningen.
Daarom zal de Ondernemingskamer de bij beschikking van 21 augustus 2014 getroffen onmiddellijke voorzieningen bij Depron Holding beëindigen en wel per heden. Daarmee is eveneens voldaan aan het verzoek van Rutgers om uit zijn functie van bestuurder van Depron Holding en als beheerder van aandelen zoals bedoeld in de beschikking van 21 augustus 2014 ontheven te worden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden de bij haar beschikking van 21 augustus 2014 getroffen
onmiddellijke voorzieningen bij Depron Holding B.V.;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Faber, voorzitter, mr. E.A.G. van der Ouderaa en mr. G.C. Makkink, raadsheren, en drs. J. van den Belt en drs. P.G. Boumeester, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 19 januari 2015.